Direct naar artikelinhoud
Reportage

Voor de Noord-Ieren is de brexit bijzaak: ‘Dit land is sektarischer dan ooit’

Een pro-Ierse muurschildering in Belfast.Beeld Wouter Van Vooren

Hoewel Noord-Ierland een kopzorg is bij de onderhandelingen, liggen de inwoners van Belfast alvast niet wakker van de brexit. Ze hebben wel andere katten te geselen. Zoals de voort­durende dreiging van geweld.

Belfast. Barry staat in een lange rij wachtenden aan een vestiging van Caffè Nero. Stemde hij in het referendum voor of tegen de brexit?

Een kwartier later, als hij zijn cappuccino met afgeroomde melk oppikt, ken ik nog altijd het antwoord niet. Dat is maar deels het gevolg van zijn zware Ierse accent en van zijn gewoonte om zijn mond achter zijn hand te verbergen. Hij stapelt de nuances op. “Wat willen we?”, vraagt hij hardop. “Is nationalisme per se slecht? Willen we verdampen in een superstaat? Aan de andere kant: biedt de EU geen betere regels om ons te beschermen tegen in chloor gewassen kippen uit de VS? Boris Johnson zou die kippen gewoon het land inlaten. Qua milieu is Europa verkieslijk, qua democratie zijn we misschien beter af binnen het Verenigd Koninkrijk. Of binnen een herenigd Ierland.”

Hij is zich nog altijd in nuances aan het verdiepen, en we zitten al een tafel, als ik mijn vraag voor de vierde keer herhaal.

“Ah”, antwoordt hij, “ik ben die dag niet gaan stemmen. De meesten zijn niet gaan stemmen.”

“Ik wel”, zegt een vrouw vanaf een aanpalend tafeltje. Zij was tegen, maar is nu voor het akkoord dat Boris Johnson heeft gesloten. “We combineren de voordelen van twee situaties: we blijven dicht bij de EU, en we blijven deel uitmaken van het Verenigd Koninkrijk. Win-win. Hoop ik, want wie weet hoe het echt uitdraait?” Haar gezel is het er niet mee eens. Hij was voor Leave tijdens het referendum en is nu tegen het akkoord dat Johnson heeft onderhandeld. Hij is tegen omdat er een nieuwe grens opduikt binnen het Verenigd Koninkrijk. Verlies-verlies. Noord-Ierland zal niet langer bij de EU zijn en ook niet meer helemaal bij het Verenigd Koninkrijk.

In de discussies rond de brexit is Noord-Ierland een kopzorg. De grootste partij – de pro-Britse Democratic Unionist Party (DUP) – heeft vanaf het begin de brexitgedachte ondersteund, en haar wagentje met tien zetels aan de Britse Conservatieven gehangen. De Britse premier Boris Johnson sprak recentelijk het DUP-congres toe en beloofde er met het hand op het hart dat er nooit een grens in de Ierse zee gelegd zou worden. De DUP-steun duurde tot Boris Johnson vorige donderdag die belofte inslikte en met de EU overeenkwam om in de zee tussen Ierland en Groot-Brittannië douaneheffingen te installeren. De DUP veranderde van een steunpilaar voor Conservatieve brexitplannen in een vurige opposant.

Nederlandse supporters

Ik word de volgende dag uit bed geblazen door een fanfare die Trafalgar Day viert – op 21 oktober 1805 zegevierde Nelson in de (zee)slag om Trafalgar, waardoor de Britten en niet de Fransen een wereldrijk konden uitbouwen. Ik logeer in een pro-Britse, unionistische, protestantse straat. Om de hoek wonen katholieken. De muurschildering aan de katholieke kant bewierookt een Republikeinse held. Aan de protestantse kant bejubelen de schilderingen bijvoorbeeld Willem III, prins van Oranje en later koning van Engeland, Schotland en Ierland. William III verving de katholieke koning James II en versloeg diens aanhang in Ierland, wat hier – uiteraard niet door de hele bevolking - als een mijlpaal wordt beschouwd.

Oranje is een strijdkleur. Honderden Nederlandse voetbalsupporters zullen in november naar Noord-Ierland afzakken om hun ploeg tijdens een interland aan te moedigen. De politie neemt bijzondere voorzorgsmaategelen, niet omdat het voetbalfanaten zijn maar omdat ze oranje kleren zullen dragen, wat in dit deel van de wereld wordt gezien als een politieke, geen sportieve voorkeur. Oranje heeft de connotatie van provocatie en geweld, van antikatholieke sentimenten.

De muurschilderingen, om de zoveel jaar ververst, markeren het territorium, ook al is Donegall Pass niet echt meer een protestantse straat: driekwart van de horeca is Aziatisch. Maar het territorium wordt vooralsnog niet opgegeven.

Dat valt op: de brexit is hier niet het enige voorpaginanieuws, zelfs niet de dag na het akkoord tussen de EU en Boris Johnson. De brexit is hier veel minder een gespreksonderwerp dan in Engeland – ook al is Noord-Ierland cruciaal in de debatten.

De kranten berichten uitvoerig over processen rond moorden die gebeurden tijdens The Troubles, de dertig jaar van geweld die voorafgingen aan de Goedevrijdagakkoorden van 1998. Drieduizend zeshonderd mensen kwamen in dat geweld om het leven. De geweldplegingen en slachtoffers waren over de twee kanten verdeeld: bij degenen die een hereniging met Ierland wilden en bij hen die zo dicht mogelijk wilden aanschurken tegen Groot-Brittannië.

Bloody Sunday

Ik neem de bus naar Derry, de tweede stad van Noord-Ierland en een stad die meer dan andere door het geweld werd getroffen. Derry was de plek waar katholieken de discriminatie en achterstelling nijpend voelden. Het was een stad van verzet en protest. Het was de plaats van Bloody Sunday, een dag van ongewapend protest in januari 1972 die door Britse troepen aan gruizelementen werd geschoten. Achtentwintig manifestanten werden door kogels getroffen, dertien van hen overleden meteen, een veertiende zweefde tussen leven en dood en overleed enkele maanden later. De jongste slachtoffers waren 17 jaar oud.

Militante boodschappen in de stad Derry, waar in 1972 Bloody Sunday plaatsvond. Bij dat drama vielen veertien doden.Beeld Wouter Van Vooren

Bij het binnenrijden van de stad toont een monument met uitgestoken ‘handen over de scheidslijn’ dat het anders kan. De handen uit Derry willen het tegenovergestelde symboliseren van de muurschilderingen in Belfast: verzoening, overbrugging, misschien zelfs vermenging.

De site van het bloedbad, een minuut of tien wandelen van het beeld, is verlaten, en daarom des te aangrijpender.

Van het monument voor de slachtoffers is het te voet nog een uur naar de grens. De grensweg is wél druk. Vrachtwagens en auto’s rijden af en aan. Her en der staan borden die verzet tegen de brexit tonen – of verzet tegen een ‘harde grens’, een grens met bewaking, douane en importtarieven. Af en toe is er publiciteit voor wie wil profiteren van de verschillen in muntwaarde: je bent voor je huwelijksfeest goedkoper af als je in ponden betaalt. Wie meubelen zoekt, vindt ‘pre-brexit-koopjes’.

Voor ik het besef, ben ik Ierland ingelopen. Aan de Ierse kant is er geen waarschuwing. Bij het terugwandelen zie ik wel een bord dat Noord-Ierland aankondigt. Iemand heeft het woord ‘Noord’ overschilderd. Regen heeft de verf verdund.

Om die nu niets tegenhoudende grens is het in het brexitdebat te doen. De internationaal bekrachtigde Goedevrijdagakkoorden bepalen niet heel expliciet hoe los of onzichtbaar de grens tussen Noord-Ierland en Ierland moet zijn. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland stellen in het akkoord dat ze ‘de unieke band tussen hun bevolking en de samenwerking tussen hun landen als bevriende buren en als partners binnen de EU verder willen ontwikkelen’.

Dat werd vrij algemeen begrepen als een pleidooi om de barrières aan de grens minimaal te houden, of zoals nu, zo goed als onbestaande te maken.

Fluitje van een cent

Terug naar Belfast. Aan Ulster University vind ik Deirdre Heenan. Zij is het Noord-Ierse equivalent van Carl Devos: ze doceert politiek, met als specialisatie gezondheidsbeleid, en is tegelijk een veelgevraagd commentator op tv. Ze probeert billijk en scherp te zijn.

Ze heeft net lesgegeven over de tekortkomingen van de gezondheidszorg. “Er sterven meer mensen door zelfmoord dan tijdens The Troubles door geweld. Vijf per dag, en het stijgt nog. We zijn recordhouder binnen het Verenigd Koninkrijk. Het is de belangrijkste doodsoorzaak bij mannen onder de veertig. We zijn ook recordhouder inzake mentale problemen.”

Het houdt niet op bij mentale problemen en zelfmoorden. “In Merseyside, de buurt rond de Engelse stad Liverpool, zijn er voor een gelijkaardige bevolking van twee miljoen mensen welgeteld tien mensen die een jaar op medische zorgen moesten wachten. Bij ons zijn dat er 120.000.” Ze laat een zeldzame stilte vallen en herhaalt dan in verontwaardiging het getal: “Honderdtwintigduizend! Dat kost levens. De mentale en fysieke gevolgen van de lange wachttijden zijn afschuwelijk.”

Dit is veruit het armste deel van het Verenigd Koninkrijk. Er is geen deugdelijk onderwijs. Wie kan, vertrekt, of denkt eraan te vertrekken. Maar velen hebben niet voldoende scholing gehad om te kunnen vertrekken.

Wat Heenan toornig stemt: er is geen geld voor mentale gezondheidszorg, er is geen marge om de nodige maatregelen te treffen, en er is geen plan om de problemen drastisch aan te pakken – Noord-Ierland zit al duizend dagen zonder regering. De Goedevrijdagakkoorden voorzagen een machtsdeling tussen de twee machtsblokken, maar op dit ogenblik kunnen DUP en Sinn Féin, de pro-Ierse partij, niet langer door dezelfde deur. Een corruptieschandaal hier, een provocatie daar: het eindigde in deze impasse.

Waren de problemen met de brexit en Noord-Ierland duidelijk voor het referendum? Heenan: “We wisten vaagweg welke problemen de brexit voor Noord-Ierland kon veroorzaken. Maar waarom energie steken in iets wat toch niet zou gebeuren? Iedereen dacht dat Remain zou winnen.

“Ik was enkele weken voor het referendum gastvrouw tijdens een bezoek van de voormalige eerste ministers Tony Blair en John Major. Zij spraken wel in duidelijke bewoordingen hun bezorgdheid uit. John Major zei: ‘Met de brexit gooien we de stukken van de grondwettelijke puzzel in de lucht. Wie weet waar ze zullen landen?’ Dat is zo juist gebleken: we wisten toen niet, we weten nog altijd niet, wat de gevolgen zullen zijn. De staatssecretaris voor Noord-Ierland deed laatdunkend over de bezwaren, blasé zelfs, die zei dat de scheiding een fluitje van een cent zou zijn.”

Strategische blunders

Ook in Noord-Ierland viel de uitslag nipter uit dan gedacht, met 45 procent voor Leave en 55 procent voor Remain. Leave trok meer stemmen dan alleen maar die van de DUP.

Heenan: “De Leave-campagne was gewoon beter. Men had goede slogans. Take back control. Brexit was het beloofde land. Er zouden bakken geld naar Noord-Ierland stromen die zonder regels uitgedeeld zouden worden. Zelfs landbouwers stemden voor Leave. Ze kregen te horen dat ze evenveel subsidies zouden krijgen en dat zonder de papiermolen die de EU vereist. Dat de EU veel geïnvesteerd heeft in Noord-Ierland werd nauwelijks vermeld. De opkomst lag laag. Opnieuw: waarom zouden mensen de deur uitgaan, het resultaat lag toch al vast.

Een monument in Derry dat de verzoening tussen protestanten en katholieken verbeeldt.Beeld Wouter Van Vooren

“De brexit is een zaak van Engels nationalisme. Wij waren bezig met andere dingen, met onze eigen identiteit, met het vredesproces. Wat doe je in een vredesproces? Je vermijdt onzekerheid, en je handelt niet eenzijdig. De afgelopen jaren is mede door de brexit de onzekerheid toegenomen. En de DUP heeft eenzijdig gehandeld, in haar eigen belang en niet in het belang van haar kiezers. Alle rapporten wijzen erop dat wij meer dan andere delen van het Verenigd Koninkrijk de weerbots van een brexit zullen voelen. Want wie zal bij ons investeren als ze naast de deur in Ierland kunnen investeren, waar er vrije toegang tot de EU is, en waar de belastingen laag zijn?”

De DUP heeft volgens de professor een aantal strategische blunders begaan, let in de eerste plaats de keuze voor de brexit. De partij was helemaal niet voor een harde brexit, maar ze wilde via de Leave-campagne haar steun betuigen aan een sterk Verenigd Koninkrijk. Vervolgens bleef de partij voor de brexit maar was ze tegen alle brexitakkoorden. Ze koppelde haar lot aan de rechtervleugel van de Conservatieven, steunde die partij door dik en dun. De partij bleef “de kwadratuur van de cirkel beloven met twee douane- en marktregimes zonder een harde grens ertussen”.

“De toplui van de partij werden om de haverklap in Downing Street uitgenodigd. Je zag hen bijna duizelen van genoegen bij zoveel aandacht. Ze hadden moeten weten: als Engelse nationalisten moeten kiezen tussen de brexit en Noord-Ierland, kiezen ze de brexit. Ze waren nuttige idioten voor Engelse nationalisten. Nu Boris Johnson hen heeft laten vallen, zijn ze alleen nog maar idioten.”

Komt het geweld terug door de onzekerheid? “Ik denk niet dat het geweld zal opflakkeren. Er zullen sporadisch incidenten zijn, dat wel. Er zijn altijd dissidente Republikeinse of protestantse groepen die gewelddadig kunnen zijn. Maar mensen komen zelfs niet op straat rond de brexit.

Ze rollen met hun ogen en zeggen: laat het nu eindelijk gedaan zijn. Dat had je niet tijdens het vredesproces. Daar bestond tot het einde het streven om de vrede beter te maken. Dat was uitputtend, zorgelijk werken, maar op het einde was er een zo goed mogelijke oplossing.”

Los van de brexit en mogelijk geweld, los van gezondheidszorg en economie, komt Noord-Ierland nog met een probleem.

“Het land is sektarischer dan ooit. We leven gescheiden, gaan gescheiden naar school. Op hun vierde gaan kinderen naar een protestantse of een katholieke school. Het kan tot hun achttiende duren eer ze iemand tegenkomen van de andere religie. Ik zou een overheidsschool invoeren, waarbij de religieuze lessen aan de familie overgelaten worden. Dat zou helpen tegen de vooroordelen, het zou goedkoper zijn. Ik zeg er meteen bij: heel veel mensen verdienen hun geld in het huidige systeem en zijn niet geneigd dat te veranderen. De dubbele structuur houdt veel mensen aan de slag. Maar zolang de brexit alle aandacht opeist, kunnen we de urgente problemen niet aanpakken. Dat is de realiteit.”

Het verkeerde paard

Het enige punt waarover Deirdre Heenan nog relatief positief was – dat er geen geweld van zou komen – wordt een ietsje minder waarschijnlijk in de uren na ons gesprek. Leden van extreme ‘Loyalistische’, pro-Britse groepen houden een besloten vergadering in Belfast met zo’n tweehonderd aanwezigen. Ze roepen voor zover bekend niet op tot geweld, maar ze denken wel dat de afwezigheid van een fysieke grens tussen het noorden en het zuiden in het huidige brexitakkoord de politieke eenmaking van Ierland waarschijnlijker maakt. Ze pleiten dan weliswaar niet voor geweld, maar argumenteren wel dat dreigementen van hun tegenpartij, de extremistische Republikeinen, hebben geholpen om de fysieke grens van tafel te krijgen, en dat zij misschien iets gelijkaardigs kunnen doen om de verdeeldheid van Ierland en de band tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië in de verf te zetten. Enkele krantencommentatoren maken zich zorgen over deze vergadering.

Schrijver Glenn Patterson maakt zich ook zorgen. “Sommige aanwezigen verscholen hun gezicht. Er was een paramilitaire aanwezigheid. De muurschilderingen in die buurt, Oost-Belfast, zijn de voorbije jaren weer militaristischer geworden.”

“Het geweld is nooit gestopt”, zucht hij. ‘Sinds de Goedevrijdagakkoorden zijn 160 mensen gedood door paramilitaire organisaties. Ze werden vermoord door Loyalisten, of door vertakkingen van de IRA. Dat is geen massale sterfte, zeker niet in vergelijking met wat er voordien was, maar het is meer dan in andere gebieden.”

De Britse Union Jack in de protestantse straat Donegal Pass in BelfastBeeld Wouter Van Vooren

Patterson is romancier, volgens sommigen dé romanschrijver van Belfast. Hij schetst in zijn romans cruciale momenten van zijn stad die hij bijna laat verdrinken in het leven van alledag.

Hij heeft nu een non-fictieboek klaar over de brexit. Het verschijnt op 31 oktober onder de titel Backstopland. Er blijkt veel mis te zijn met het boek, onder meer de titel. De backstop, een mechanisme om de oude open grenzen en handelsregels in Ierland te behouden tot er een bevredigende nieuwe regeling is, werd vorige week afgevoerd. Ook de cover, met een aan de landgrens gescheurd Ierland, is niet langer actueel. De grens valt nu in de Ierse Zee.

Patterson blijft er gelaten onder. Hoewel. “Niets is zo achterhaald als wat net gebeurd is. Over tien jaar kun je weer met gerust gemoed over de backstop schrijven. Dan is er weer voldoende afstand. In mijn geval kwam er een moment dat ik ophield met schrijven, naar lucht hapte, en de gebeurtenissen me voorbijholden. Er zitten zes weken tussen het inleveren van mijn manuscript en de publicatie van het boek – wat snel is. Maar in het huidige klimaat is zes weken zo goed als zes jaar. Ik gokte op het verkeerde paard.”

De deal van Theresa May

Het boek gaat, zoals zijn romans, over veel meer dan over het strikte onderwerp brexit. Maar toch.

“Laat dit meteen duidelijk zijn: ik stemde Remain, ik ben instinctief en emotioneel Europees. Ik ben pas later gaan inzien dat ik de EU helemaal niet kende. Ik kan geen commissaris van een president onderscheiden, ik weet niet hoe er in de EU aan politiek wordt gedaan, hoe beslissingen worden genomen. Maar sinds ik er, onder meer voor het boek, over nadacht, vind ik dat er wel wat af te dingen is op de EU. De brexit was een oneervol moment voor de EU – laat me dat ook maar zeggen. De EU en Ierland gebruikten het geweld als een argument om Remain te bepleiten. Zonder de EU zou het geweld weer opflakkeren. Maar zoals ik al zei: het geweld is nooit weggeweest.

“En ten tweede: moet je je lot in handen leggen van een heel kleine groep radicalen die tot geweld kunnen overgaan? Daarmee geef je die radicalen toch een rechtvaardiging om met geweld te blijven dreigen. Dat had beter gekund. En dan steeds weer die schattingen over het aantal banen dat zou sneuvelen. Op een bepaald moment deed de ronde dat door de brexit 40.000 banen zouden verdwijnen. In een gebied met 2 miljoen mensen is dat immens. De teneur van het EU-argument was: hoe hardvochtig is de Britse regering dat ze die banen op de helling zet. Maar kun je niet hetzelfde van de EU zeggen? Kun je als EU geen brexitregeling verzinnen waarbij de banen in dit deel van de wereld niet in het gedrang komen? Doe er gewoon iets aan. Je moet je principes niet gebruiken ten koste van anderen.

“Ik was tegen de brexit, maar zo’n brexit is toch niet het einde van de wereld. De EU, zeggen commentatoren dan, moet de interne eenheid benadrukken, moet een voorbeeld stellen, moet ervoor zorgen dat na het Verenigd Koninkrijk geen andere van de 27 lidstaten nog wil afhaken. Waarom wil men zo hardnekkig dat niemand vertrekt? Is dat nog gezond? Mij lijkt dat je best soepel kunt zijn in wie erbij wil en wie weg mag. Waarom moet de EU een voorbeeld stellen, hardvochtig zijn, een lesje leren, zoals ze hardvochtig was met Griekenland? Nu we toch bezig zijn: waarom is die eenheidsmarkt zo belangrijk?

“En dan was er de deal met Theresa May. Die kon volgens de EU onmogelijk nog heronderhandeld worden. Tot Boris Johnson opdaagde en de onderhandelingen gewoon heropend werden. Wie heeft Theresa May onder de bus gegooid en het pad geëffend voor Boris Johnson? De EU. Zo zie ik het.”

Het gat van een donut

Nog veel minder positief is Patterson over zijn eigen land. Hij ondersteunde de Goedevrijdagakkoorden, in de veronderstelling dat de symboliek van de uitgestoken handen mensen zou samenbrengen. “Maar mensen werden niet samengebracht. Ze leefden en leven in parallelle werelden. We hoorden dingen als: ‘Je moet de verschillen respecteren. Er zijn twee verhaallijnen over het verleden. Je kunt hier twee versies van het hier en nu beleven.”

Londonderry.Beeld Wouter Van Vooren

Dat kan pragmatisch genoemd worden, zegt hij aarzelend, maar hij zou een gedeelde versie verkiezen boven de twee versies. In de twee werelden blijft eenieder in het eigen gelijk. Om echt verzoening te vinden, moet je tot elkaars wereld toetreden. En het akkoord werkt politiek niet langer. “Sinds de Goedevrijdagakkoorden heeft het parlement ongeveer 40 procent van de tijd op non-actief gestaan, omdat iets de samenwerking blokkeerde. Dat leidde deze week tot de farce dat abortus en universeel huwelijk hier ineens gelegaliseerd werden, als gevolg van een annex bij een Britse wet. Ons parlement had en heeft de tijd om die annex tegen te houden, of om eigen wetten te stemmen, maar dat gebeurt niet, er wordt niet vergaderd. Mensen zijn tevreden dat de wet eindelijk wordt aangepast, maar het is toch geen manier van doen.”

Is de jongere generatie niet anders gestemd dan degene die The Troubles nog heeft meegemaakt?

“Mijn dochter blogt. Ze heeft meer volgers dan om het even welke romanschrijver in deze regio. Ze is heel politiek begaan, maar niet met Ierland. Ze schrijft over holebirechten, over milieu, over de Palestijnen en Syrische vluchtelingen. Ik vergelijk het met een donut. Het gat waar niets zit is voor haar Ierland. Dat geldt voor veel jonge mensen die na het staakt-het-vuren geboren zijn. Ze hebben geen affiniteit met de plaatselijke politiek. Geen geduld voor de verplichte coalitie, het gebrek aan behoorlijke oppositie, met kiezers die toch maar trouw blijven aan hun partij, pro-Brits voor de enen, pro-Iers voor de anderen. Maar dat veranderde in het geval van mijn dochter in april met de moord op journaliste Lyra McKee.” McKee bracht verslag uit van rellen in Derry en werd door een lid van New IRA doodgeschoten. “Dat was een belangrijk moment. Ze was 29, en zoals mijn dochter bezig met holebirechten. Ze werkte rond zelfmoord. Ze vertegenwoordigde een ander soort politiek. Sinds haar dood is Ierland voor mijn dochter niet langer het lege gat in de donut. Haar dood deed vele jonge mensen met nieuwe ogen naar dit gebied kijken.”

Patterson haalt de schouders op. “Ach. Op de lange termijn ben ik een optimist. Dit is Noord-Ierland. We hebben The Troubles gehad. We zitten duizend dagen zonder regering. Hoelang hielden jullie het zonder regering vol? Amateurs! We hebben iets van: wat maakt het uit? Ik heb me, zoals zovelen, een Iers paspoort aangeschaft. Sommigen hebben voor alle veiligheid ook een Ierse bankrekening geopend. Ik voel me Brits, ik voel me Iers, Ik voel me Europees, ik voel me nog het meest van al een inwoner van Belfast. Ik kon dat allemaal tegelijk zijn. We hebben onszelf opgedeeld. Het is onderdeel van een globale kramp.

“Mijn idee was altijd: je moet ervoor zorgen dat de rechten van anderen gerespecteerd worden. En liefst ook de rechten die lastig zijn. Het is veel makkelijker alleen jezelf te verdedigen, en mensen die zijn zoals jij. Zo ontstaat sektarisme. Zo worden mensen gereduceerd tot ze alleen maar katholiek of protestants zijn. Daar weten we in Ierland alles van. Het vertrouwen om die lastige rechten te verdedigen, is verbroken.

“Dat vraag ik me soms af: is dit alles het gevolg van de risicoleningen en de beurscrisis van 2008? Het is complexer dan alleen maar de risicoleningen, dat besef ik. Maar toch, is het daar begonnen? Zonder die risicoleningen geen brexit en geen opmars van populisten en extreemrechts?”

Het duister is gevallen. Terwijl ik Pattersons kantoor verlaat, schiet hem nog iets te binnen.

“Na het referendum noemde men Belfast ineens het Hongkong aan de Ierse Zee. Dat was het droombeeld dat de schok van de brexit moest helpen verzachten. Het duurde een paar maanden. Mensen voegden er altijd aan toe: ‘ik gebruik die term niet graag’. Maar dan gebruikten ze hem toch. Het Hongkong aan de Ierse Zee. Wat gebeurde er de afgelopen maanden? Hongkong werd het Belfast aan de Zuid-Chinese Zee. Is dat niet bizar?”