Direct naar artikelinhoud
3 obstakelsAlzheimer

Eindelijk een medicijn tegen alzheimer? Zo ver is het nog niet: dit zijn de 3 obstakels

Wereldwijd lijden tientallen miljoenen mensen aan de ziekte die geheugen, taal en controle beetje bij beetje het hoofd uit jaagt.Beeld Hollandse Hoogte / Hans van Rhoo

Is het dan eindelijk zover? Is er een medicijn dat alzheimer kan vertragen en ingrijpt op het ziekteproces? Het leek deze week even zo, maar we zijn er helaas nog lang niet.

Dinsdagmiddag Belgische tijd begint de telefoon van elke alzheimerspecialist ter wereld te piepen. Farmaceut Biogen kondigt volkomen onverwacht aan een middel tegen alzheimer naar de Amerikaanse markt te willen brengen. Een enorme aandachtsgolf is het gevolg.

Logisch, zegt Marcel Olde Rikkert, hoofd van het Radboudumc Alzheimer Centrum in Nijmegen. “Nieuws over alzheimer raakt heel veel mensen. Patiënten, hun mantelzorgers, maar ook mensen die bang zijn dat dementie hun pensionering bedreigt.”

Wereldwijd lijden tientallen miljoenen mensen aan de ziekte die geheugen, taal en controle beetje bij beetje – en uiteindelijk voorgoed – het hoofd uit jaagt. Maar een middel dat alzheimer kan genezen of zelfs maar vertragen, is er nog altijd niet. En ook voor het middel van Biogen zijn de obstakels nog hoog en talrijk.

Obstakel 1: twijfels over het medicijn

De geschiedenis van het betreffende middel, aducanumab, “begint een vreemd verhaal te worden”, vindt Olde Rikkert. In maart van dit jaar blijkt uit een tussenanalyse dat de grootschalige studies geen resultaten zullen opleveren. Biogen stopt met de onderzoeken. “Dat doet een bedrijf niet zomaar als ze zulke grote investeringen hebben moeten doen”, aldus Rikkert.

Nu, een half jaar later, is er opeens het nieuws van een vergunningsaanvraag voor hetzelfde middel; nadere bestudering van de cijfers heeft de farmaceut daartoe doen besluiten. “Heel merkwaardig, dat heb ik nooit eerder meegemaakt”, zegt Rikkert. “Het maakt het onwaarschijnlijk dat er sprake is van een groot effect. Ik betwijfel daarom of dit middel patiënten op grote schaal een klinisch relevante verandering zal brengen.”

De cijfers zullen daarover uitsluitsel moeten geven, maar die presenteert Biogen pas begin december. “Nu moeten we Biogen op haar woord geloven”, zegt Niels Prins. Hij is directeur van Brain Research Center in Amsterdam, waar ook 34 patiënten meededen aan de studies, en vindt het lastig om dat blinde vertrouwen te schenken. “Zeker gezien de commerciële belangen.” De farmaceut die als eerste een alzheimermiddel op de markt kan brengen, zit namelijk op schatkamers vol goud.

Aan de andere kant, zegt Prins, juist dat maakt het onwaarschijnlijk dat Biogen de zaken rooskleuriger voorspiegelt dan ze zijn. “Dat zou enorm gezichtsverlies betekenen.”

Obstakel 2: de goedkeuring van het medicijn

De eerste instantie die een oordeel zal moeten vellen over die cijfers is de FDA, de Amerikaanse medicijnenautoriteit. Daarmee is Biogen al in gesprek, liet het bedrijf weten. “Tussen de regels door blijkt daaruit dat de FDA al kennis heeft van het dossier”, zegt Prins, “maar dat zegt nog niets over de feitelijke goedkeuring.”

Normaal gesproken verlangt de FDA twee volledige, los van elkaar staande studies waaruit duidelijk de veiligheid en werking van een middel blijkt. Aan die eis voldoet Biogen niet. In een van de onderzoeken laten alleen patiënten die langere tijd een hoge dosering kregen positieve resultaten zien, de rest van de patiënten presteerde niet beter dan de placebogroep.

Toch bestaat de kans dat de FDA soepel is, zegt Prins. Als er sprake is van een grote medische noodzaak, “heeft de FDA de laatste jaren een wat bredere blik”. Maar na Amerika zal de, doorgaans strengere, Europese medicijnenautoriteit EMA ook goedkeuring moeten geven.

En dan is er nog de prijs die problemen kan opleveren. Als die te hoog is voor de voordelen die het middel biedt, bestaat de kans dat patiënten er bij ons niet mee behandeld worden.

Obstakel 3: de kleine doelgroep van het medicijn

Aducanumab is een middel dat zich vastklampt aan samengeklonterde amyloïd-eiwitten in de hersenen, zodat het afweersysteem van het lichaam deze herkent en probeert af te breken. Gevolg is, beweert Biogen, dat patiënten met een hoge dosering minder snel achteruitgaan op cognitief gebied en in functionele taken als boodschappen doen en zelfstandig het huis verlaten.

“Als het klopt dat je door de aanpak van dit eiwit ook de gevolgen van alzheimer weet af te remmen, is dat wel megabelangrijk”, zegt Prins. De schade die de eiwitten aanbrengen, is mede de oorzaak van de ‘cascade’ van de ellende die volgt. “Het is één ingrediënt van de cocktail die we uiteindelijk nodig zullen hebben.” Want: “Niemand denkt dat één antilichaam een complexe ziekte als alzheimer kan platleggen. Dat is niet reëel.”

Het middel zou daarom alleen geschikt zijn voor mensen met een vroeg stadium van alzheimer, ‘aan een 85-jarige in een verpleeghuis moet je dit niet geven’.

In de praktijk, zegt Olde Rikkert, zullen verreweg de meeste alzheimerpatiënten geen baat hebben bij dit middel. Vooral bij patiënten die op jonge leeftijd de ziekte krijgen, zijn de amyloïd-inslagen een belangrijke oorzaak van de achteruitgang. “Bij oudere patiënten hangt alzheimer samen met verouderingsmechanismen, die bijvoorbeeld de eiwitschade vaak doen samengaan met bloedvatschade”, denkt hij.

“Alzheimer ontstaat over een periode van dertig jaar. Zowel een minder gehoor, hoge bloeddruk, minder sociale interactie, als ongunstige voeding zijn van belang voor het ontstaan ervan.” Daarom, zegt Olde Rikkert, moeten we niet alleen investeren in “de smalle, causale oplossing”, maar ook juist in brede preventie. “Bij een homeopathisch middel of placebo zie je soms ook een positieve uitslag. Dat zou hier ook zomaar aan de hand kunnen zijn.”