Direct naar artikelinhoud
Milieu

Die laatste 1 procent groene long in Vlaanderen, waar ligt die?

De Voerstreek, waar de luchtkwaliteit wél op peil is.Beeld De Freine

De norm voor concentraties van fijn stof wordt in 99 procent van Vlaanderen overschreden. Dat bleek deze week nog maar eens uit een rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij over onze luchtkwaliteit. Maar waar ligt die 1 procent Vlaanderen dan waar er wél propere lucht is?

“Ik noem het altijd het Toscane van het Noorden.” Hij mag dan al dertig jaar in Brussel vertoeven als nationaal politicus, Patrick Dewael (Open Vld) blijft titelvoerend burgemeester van Tongeren en is trots op zijn groene regio. Wie vanuit het centrum van het land Haspengouw binnenrijdt, is niet alleen lang onderweg maar heeft inderdaad ook het gevoel dat hij de groene long van Vlaanderen in rijdt met glooiende groene heuvels zover het oog reikt.

Lees nu

Op de vlucht voor de lucht. Zij verlieten de stad wegens fijnstof: ‘Gezonde lucht is een luxe’

Sinds deze week weten we ook dat die impressie steek houdt: Zuid-Limburg en Voeren zijn de enige gebieden in Vlaanderen die de grens van 10 µg/m³ fijnstof (10 micrometer per kubieke meter) niet overschrijden. De rest van Vlaanderen haalt die grens niet. En dat is problematisch. Jaarlijks overlijden er immers zowat 4.100 Vlamingen vroegtijdig door te hoge concentraties fijnstof, zo becijferde de VMM.

Gentse kanaalzone en Antwerpse haven

Een van de elementen van fijnstof, PM2,5 (deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer), wordt gezien als de beste indicator voor gezondheidseffecten. Fijnstof is een mix van vaste en vloeibare stofdeeltjes die in de lucht rondzweven. “De partikels veroorzaken ontstekingen in onze longen, de kleinste partikels belanden zelfs rechtstreeks in ons bloed”,  zegt omgevingsepidemoloog Tim Nawrot (UHasselt).

De luchtkwaliteit in Vlaanderen mag er de afgelopen twintig jaar stelselmatig op vooruit zijn gegaan, we slagen er wel nog steeds niet in om voldoende lage concentraties te halen voor ozon of fijnstof. Wie er de kaarten voor ozon bijneemt, ziet dat heel Vlaanderen rood kleurt. Voor fijnstof geldt nagenoeg hetzelfde verhaal, op een klein geel-groen vlekje in het zuidoosten van Vlaanderen na dus. Ook vlak onder Brussel is er wat geel te zien op de kaarten van de VMM, de invloed van het Zoniënwoud. De regio’s in Vlaanderen met de hoogste concentratie fijnstof zijn dan weer de Gentse kanaalzone en de Antwerpse haven.

Vlaanderen kleurt rood, behalve in het uiterste zuidoosten.Beeld DM

Hoe komt het dat de Voerstreek en het zuiden van Limburg betere concentraties laten optekenen? “Simpel: er is heel weinig verkeer en er zijn weinig emissiebronnen”, zegt Frans Fierens van de Cel voor het leefmilieu IRCEL en VMM. “Daarnaast ligt de bevolkingsdichtheid er ook een pak lager.” Dat klopt ook volgens Dewael. “Hier is inderdaad nog veel open ruimte. De regio heeft wel steden, maar is vooral opgebouwd uit een conglomeraat van gemeenten. Je rijdt hier dus van kerktoren naar kerktoren.” Maar ook West-Vlaanderen is toch landelijk? “Klopt, maar de landbouw is er een pak intensiever”, zegt Nawrot. “De West-Vlaamse veeteelt zorgt voor een pak meer amoniak, dat later neerdaalt als fijnstof.”

‘De lucht smaakt hier beter’

Enige nuance is wel op zijn plaats. De VMM werkt op basis van modellen, gebaseerd op metingen die ze doen over heel Vlaanderen. “Ook al zijn het de beste cijfers die we hebben, er zit dus wel een foutenmarge op”, zegt Fierens. Het verklaart ook waarom de kaarten geen rekening kunnen houden met hyperlokale uitstoot, zoals die van kachels. “Zelfs als je in die groene zone woont en een buurman hebt die heel veel stookt, dan kan het nog zijn dat je meer fijnstof inademt. Dan zit je eigenlijk slechter dan in het centrum van Antwerpen.”

Tweede nuance is dat de VMM de grens van de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert (10 µg/m³) en niet de minder strenge norm die de Europese Unie (25 µg/m³) gebruikt. Zouden we die laatste gebruiken, dan was er nergens in Vlaanderen een probleem. “De norm van de Wereldgezondheidsorganisatie kijkt enkel naar de impact op gezondheid, niet naar wat economisch en technisch haalbaar is”, zegt Katrien Smet, woordvoerster van de VMM.

De Hoge Kempen in Lanaken.Beeld © Raes Johan

Toch blijft het zuidoosten van Vlaanderen het groenst kleuren. “Ik ben alle dagen blij dat ik in de groene long woon”, lacht burgemeester van Lanaken Marino Keulen (Open Vld). “De lucht smaakt hier beter. In Brussel ruik en proef je de uitlaatgassen.” Met zijn allen naar Limburg dan? Dat zal weinig uitmaken. Verhuizen omwille van de luchtkwaliteit heeft niet zoveel zin. Dat leerde het vervolgonderzoek van de CurieuzeNeuzen Vlaanderen, het burgeronderzoek naar luchtkwaliteit, onlangs nog. Wie op een groene plek woont maar dagelijks met de auto naar Brussel trekt, kan een hele dag slechtere lucht inademen dan wie in een autoluw deel van de stad woont en gewoon het blokje om moet naar zijn werk.

Deken van fijnstof 

“Ik vind het altijd zo triest als mensen opperen dat ze willen verhuizen omwille van de luchtkwaliteit”, zegt Nawrot. “Dan leg ik hen altijd uit dat dat niet zoveel zin heeft omwille van het deken van stikstof dat over ons land ligt.” Het zit zo: fijnstof heeft twee componenten. De primaire component zijn emissiebronnen als verkeer, landbouw, industrie en huishoudens. Een tweede deel en grootste deel van het fijnstof is natuurlijk en vormt zich in de atmosfeer om daarna weer neer te dalen.

“De verschillen tussen regio’s in Vlaanderen zijn niet zo groot voor stikstof”, zegt Nawrot. “Dat komt door die secundaire component van fijnstof. Die daalt als een deken neer over heel Vlaanderen.” Dat beaamt ook Fierens. “Een groot deel van het fijnstof komt ook overgewaaid uit het buitenland. Al exporteren we nog altijd meer dan we importeren.”