Direct naar artikelinhoud
Reportage

Windstilte aan de Turks-Syrische grens, maar dat betekent niet dat er niets gebeurt

Over verder nagenoeg een uitgestorven weg verlaat een Syrisch gezin per motor Tal Abyad, nabij de Turks-Syrische grens.Beeld AFP

Verslag van de frontlinie. Op 100 meter van de Syrische grens zijn we ooggetuige van het heetste geopolitieke drama van het moment, het Turkse offensief tegen de Koerdische milities in het noorden van Syrië. Op mortierworp afstand, aan gene zijde van het grenshek, voltrekt zich dat wat eufemistisch Operatie Vredesbron is gedoopt.

Turkse en internationale verslaggevers doen hier, net buiten de grensstad Akçakale, hun stand-upper – microfoon ferm voor de kin, blik strak in de camera. Op de achtergrond de beoogde bufferzone en in de verte de eerste witte huizen van Tal Abyad, de Syrische stad die na het begin van de operatie op 9 oktober het eerste doelwit was van de Turkse troepen.

Bloedstollend is het bepaald niet wat de collega’s te vertellen hebben. Ze maken melding van een telefoongesprek tussen de presidenten van Rusland en Turkije. Ze zeggen dat de Amerikaanse minister van Defensie zojuist zijn Turkse collega heeft ontmoet in Brussel. Hun diplomatieke nieuwtjes overgieten ze met een analytisch sausje.

Van het front bij Akçakale verder geen nieuws. Aan de Syrische kant staat een rij bomen een rij bomen te wezen. Een witte auto beweegt zich in de richting van Tal Abyad. Een kip loopt onverschrokken op de grens af.

Toen Operatie Vredesbron begon, was dat wel anders. Het Turkse leger zette zwaar geschut in tegen de vijand. De Koerdische YPG-militie reageerde met mortiergranaten, lukraak afgevuurd op doelen in Turkije. Twee burgers kwamen om, onder wie een baby van negen maanden. Tanks trokken de grens over, samen met door Turkije gesteunde rebellen. Overal steeg rook op, continu klonk gebulder uit de vuurmonden.

Volhouders

Ruim zevenhonderd journalisten, Turks en buitenlands, meldden zich in het provisorische perscentrum naast de kleine, lichtgroene Fahad al Mahmud-moskee, het laatste gebouw vóór de grens. Maar toen het geweld geluwd was, vertrokken de meesten weer, op acht Turkse en vier internationale televisiezenders na. Volhouders.

De windstilte heerst in de eerste plaats natuurlijk doordat in de grensstrook sinds 17 oktober een staakt-het-vuren geldt, door Recep Tayyip Erdogan afgesproken met achtereenvolgens Donald Trump en Vladimir Poetin. Dinsdag moeten alle Koerdische strijders zich hebben teruggetrokken uit de 32 kilometer brede zone.

Dat betekent niet dat er niets gebeurt. Het Turkse leger is Tal Abyad binnengetrokken en stelt daar orde op zaken. De vraag is alleen: wat betekent dat? Hoe reageren de burgers? En wat hebben de Turkse beschietingen aangericht? Daarnaar is het gissen, vanaf het veld naast de Mahmud-moskee. De internationale pers mag Syrië niet in en Turkse verslaggevers worden mondjesmaat mee op excursie genomen door het leger.

Boobytraps

Sterverslaggever Coskun Basbug van A News was twee dagen geleden even in Tal Abyad. “Een gevaarlijke klus”, zegt hij. “Overal liggen boobytraps. Neergelegd door de Amerikanen, waarschijnlijk. De terroristen zelf kunnen dat niet, de meeste PKK-strijders zijn kinderen.” De burgers verwelkomden het Turkse leger, volgens Basbug. “Ze zijn erg blij.”

Zo gaat dat in de eenstemmige Turkse media. Nationalisme viert hoogtij, niets dan goeds over Operatie Vredesbron. Volgens de reportage van Seyma Nazli Gürbüz in de regeringsgezinde krant Daily Sabah ‘kan Tal Abyad eindelijk van de vrijheid proeven’.

Grimmig wordt beschreven hoe de Koerdische militie huishield in haar ‘achilleshiel’, de vooral door Arabieren bewoonde stad. Nadat de YPG de stad op IS had veroverd, aldus de krant, moesten ook gebedshuizen het ontgelden. De honderd jaar oude orthodoxe kerk in het centrum werd een militaire basis. “Tijdens Operatie Vredesbron schoot de YPG vanaf de kerk, maar het Turkse leger schoot niet terug, uit vrees een historisch gebedshuis te beschadigen”, zo wordt opgetekend uit de mond van Turkse militairen.

Boobytraps
Beeld AFP

Droge ogen

Het is moeilijk het epos met droge ogen te lezen. De soldaten zijn druk met het ruimen van mijnen, door de YPG verborgen in woonwijken, delen voedsel uit en richten een mobiele kliniek in. Meer krijgt de buitenwereld niet te weten over wat zich afspeelt in de ‘veiligheidszone’. Of ook aan Syrische kant baby’s zijn omgekomen, blijft onvermeld.

Tegenwicht biedt alleen het door pro-Koerdische activisten gerunde Rojava Information Center, dat dit weekend melding maakte van gevechten op diverse plekken in de grensstrook. “Het Turkse leger beschoot dorpen en dwong duizenden burgers te vluchten.” Ook zouden veertig IS-strijders zich bij de met Turkije samenwerkende rebellen hebben aangesloten.

Te controleren is het allemaal niet, Operatie Waarheidsvinding zou een betere naam zijn geweest. Journalisten die Syrië niet in mogen, kunnen met eigen ogen alleen vaststellen wat er aan de Turkse kant gebeurt.

Mortiergranaat

Veel is dat niet, ook al maakt Turkije een heel nummer van het door de YPG-terroristen veroorzaakte leed. Zo sloeg op 15 oktober een mortiergranaat in op de tweede verdieping van een pand aan de Mehmet Akif Ersoystraat in Akçakale.

Doden of gewonden vielen er niet, want bewoner Ahmed Dohan was met zijn vrouw en zes kinderen elders op familiebezoek. “Maar mijn ouders, die op de bovenverdieping wonen, waren er wel. Mijn moeder is nog steeds in shock”, zegt de 47-jarige Dohan in zijn kruidenierszaak op de begane grond.

Hij laat een door de buurman gemaakt filmpje zien van het rode, in rookwolken gehulde pand. In de gevel gaapt een gat van 2 meter doorsnee. Het gat is inmiddels gedicht, aan de ravage binnen wordt gewerkt.

Verzekerd is Dohan niet. De regering bood een vergoeding aan, maar die weigerde hij. “De staat moet niet ons helpen, wij moeten de staat helpen”, zegt hij met een Kennedy-achtige oneliner. De kruidenier toont zich, nu het erop aankomt, uit het ware nationalistische hout gesneden. “Wij Turken hebben geen leger, we zijn een leger.”

Mortiergranaat
Beeld AFP