Jos D’Haese (PVDA): ‘Het regeerakkoord: ik word er rázend van’

Jos D'Haese: 'Parlementsleden verdienen te veel.' © Franky Verdickt
Walter Pauli

Jos D’Haese is zevenentwintig jaar oud en leidt inmiddels de vierkoppige PVDA-fractie in het Vlaams Parlement. Het zelfvertrouwen is groot: ‘Zonder dikkenekkerig te doen: wij PVDA’ers brengen opnieuw vuur in de debatten.’

Elke reclame is goede reclame, dat heeft Jos D’Haese aan den lijve ondervonden tijdens zijn eerste echte debat in het Vlaams Parlement, bij de investituur van de regering-Jambon. Toen de linkse oppositie hem bleef bestoken met vragen over uitblijvende cijfers, bulderde de nieuwe minister-president ineens: ‘ Da gade gij niet bepalen‘ – Jan Jambon (N-VA) en zijn vrienden hebben een ongewoon talent om citaten te leveren die hem tegen heug en meug blijven achtervolgen, denk aan ‘Ik ken Jan Jambon’ of aan de ‘dansende moslims’ van Sint-Jans-Molenbeek. Op de tv-beelden lijkt het alsof de minister-president de piepjonge PVDA-fractieleider de levieten leest, in werkelijkheid wond hij zich op over die andere luis in de pels van de N-VA, Groen-voorzitter Meyrem Almaci.

We zien het overal om ons heen in de Wetstraat: ook progressieve politici laten zich gemakkelijk meezuigen in een luxueuzer bestaan.

Jos D’Haese lacht. ‘Jambon heeft nadien gezegd dat ook ik het “serieus had uitgehangen”. Dat beschouw ik als een compliment. Wij wilden natuurlijk praten over een regeerakkoord als we cijfers hadden, zij wilden ons laten debatteren over een mooie tekst zonder cijfers. Achteraf bleek waarom: deze Vlaamse regering zal de volgende regeerperiode 8 miljard euro besparen en wilde dat nog niet zeggen. Wij hadden dus goede redenen om heibel te maken.’

De PVDA heeft het parlement jarenlang afgedaan als een instelling van de bourgeoisie die bedoeld was om de mensen schijninspraak te geven.

Jos D’Haese: Rechtenstudenten leren toch al in hun eerste jaar dat de echte macht niet daar ligt? Een parlement moet goedkeuren wat de regering voorstelt. Verder mogen we actualiteitsdebatten houden. Dat is het. Vorige week was er een debat over De Lijn. Ik had vooraf niet de minste illusie dat ik de minister zou kunnen overtuigen.

Wij geloven trouwens niet dat er politieke verandering kan komen na een debat in het parlement. Dat gebeurt pas als mensen hun toekomst zelf in handen nemen. We hebben de Turteltaks (de Vlaamse energieheffing op elektriciteit, nvdr) afgeschaft van buiten het parlement – we hadden er toen nog geen zetels. Of kijk naar het klimaatprotest. Als er iets in beweging komt, is dat niet het gevolg van een paar klimaatresoluties die een of ander parlement heeft goedgekeurd. Het komt doordat jongeren de straat zijn gaan bezetten.

U riskeert als parlementslid dus eerder vroeg dan laat een identiteitscrisis, want u speelt mee in een voorstelling die in wezen zinloos is.

D’Haese: Ik vraag me inderdaad nu al af hoe sommige politici het zo lang uithouden in het parlement. Maar we merken wel dat ons optreden als storend wordt ervaren door wie het liever bij het rustige, kabbelende oude bestaan had gelaten. In de commissies van het Vlaams Parlement lezen collega’s hun vragen af van hun papieren. En de ministers lezen ook nog eens hun antwoorden voor. Wat is het verschil nog met een schriftelijke vraag? Maar als wij het woord nemen, klagen ze dat we te luid spreken. (Verheft zijn stem) Echt waar! Ze nemen het ons kwalijk dat we animo in de debatten proberen te brengen.

Bij uw verkiezing op 26 mei heette het nog dat u het Vlaams Parlement ‘op stelten’ zou zetten.

D’Haese: Zonder dikkenekkerig te doen: wij PVDA’ers brengen opnieuw vuur in de debatten. Tot nu werden ministers niet echt tegengesproken, het debat in het Vlaams Parlement is best wel mak. Ik kan u beloven: met ons zal dat niet zo blijven.

Mijn eerste interventie in een commissie ging over de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg. Ik bracht de getuigenis van de veertienjarige Janosch en zijn vader, die al tien jaar op een persoonlijkeassistentiebudget wachten. Er werd me verweten dat ik persoonlijke dossiers en medische gegevens van die mensen op tafel smeet. Maar Janosch is het gezicht van de #ikwachtmee-campagne: zijn getuigenis staat overal in de pers. In het parlement hebben ze er al problemen mee dat het nog maar benóémd wordt hoe iemand in de problemen komt omdat hij al tien jaar op zo’n wachtlijst staat. Wel, wij PVDA’ers zullen niet meedoen met die business as usual.

Jan Jambon gaat onderwijs inzetten om ervoor te zorgen dat de Vlamingen separatisten worden. Het is Vlaams-nationalisme op speed.

U probeert, naar het woord van de minister-president, het debat wél te bepalen.

D’Haese: Ja. Dat maakt veel politici van de oude stijl nerveus en boos. In het plenaire debat over De Lijn begon ik mijn interventie met een getuigenis van Katrien, iemand die ik ken uit Hoboken. Ineens begonnen de parlementsleden van de meerderheid, met de steun van Vlaams Belang, gewoon te joelen. Ze pikten het niet dat ik een getuigenis van buiten het parlement naar binnen probeerde te brengen. Ze hebben zelf in geen jaren de binnenkant van een bus gezien. Ze worden echt nijdig als je dan verhalen brengt van mensen die elke dag staan te wachten op een bus die afgeschaft wordt. Dat klopt niet met hun wereldbeeld.

Zij noemen dat ‘populisme’ van ons. Ik noem het echte volksvertegenwoordiging. Wij nemen de problemen van de mensen mee. Onze rol is om vanuit het parlement hun megafoon te zijn en zo hun eisen te versterken.

Dat andere parlementsleden boos zijn op de PVDA, komt natuurlijk omdat Raoul Hedebouw, de fractieleider van uw partij in de Kamer, hen vijf jaar lang als poenpakkers heeft afgeschilderd. Is het niet logisch dat ze u enig populisme verwijten?

D’Haese: Het mediane loon in België ligt op ongeveer 1900 euro. Parlementsleden verdienen 6000 euro. Als fractievoorzitter krijg ik nog ongevraagd 2500 euro erbij. Vind ik dat parlementsleden niet meer dan het mediaaninkomen mogen verdienen, zoals wij PVDA’ers onszelf opleggen? Nee. Ik vind wél dat ze te veel verdienen, dat het met minder moet. Parlementsleden hebben geen idee van het land waarin gewone mensen leven. Je hebt onze PVDA-slagzin waarschijnlijk al te vaak gehoord, maar ik ken er nog altijd geen betere: ‘Als je niet leeft zoals je denkt, ga je snel denken zoals je leeft.’

Jos D'Haese: 'Het juiste evenwicht tussen
Jos D’Haese: ‘Het juiste evenwicht tussen “de wereld redden” en “de mensen vooruithelpen” vind ik bij de PVDA en niet bij de groenen of de SP.A.’© Franky Verdickt

Moet iedereen die meer verdient dan een arbeider zich schuldig voelen?

D’Haese: Wij zeggen niet dat mensen niet veel mogen verdienen. Zolang u netjes uw belastingen betaalt, hebben we daar geen probleem mee. We hebben wel een probleem met politici die zich laten overbetalen. Wij hebben op de bovenste verdieping van het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers twee restaurants: een voor het personeel – waar een aantal parlementsleden eten, zoals wij – en dan het chique restaurant waar je voor 60 euro ’s middags gerechten als bosduif en hertensteak kunt krijgen, met aangepaste wijnen. We zien het overal om ons heen in de Wetstraat: ook progressieve politici laten zich gemakkelijk meezuigen in een luxueuzer bestaan. Dat hoeft niet te verwonderen, het kader is daar ook voor gemaakt. Ik denk dat mensen appreciëren dat PVDA’ers niet meedraaien in dat wereldje. Raoul Hedebouw hanteert ook een smakelijke taal om dat duidelijk te maken.

Toch is het niet gemakkelijk om met beide voeten op de grond te blijven. Daarom begrijp ik het respect van een jonge en linkse politica als Alexandria Ocasio-Cortez voor de oude Bernie Sanders. Sanders zit al tientallen jaren in de Amerikaanse Senaat, ook zo’n instelling die alles in stelling brengt opdat haar leden zich maar zouden confirmeren aan het bestel. Sanders heeft zijn afkomst en ideeën nóóit verloochend.

Bent u toch niet méér politicus dan u zelf wil toegeven? Wie op zijn zevenentwintigste voorzitter wordt van een parlementaire fractie, moet wel brandend ambitieus zijn.

D’Haese: Ik heb nooit gevraagd om lijsttrekker te worden, mijn partij heeft me dat gevraagd nadat ik het woord had gevoerd op een studentenbetoging.

Ik ben altijd een organisator geweest. Eerst bij de Jeugdbond voor Natuur en Milieu, dan bij Comac en als oprichter van Red Fox (respectievelijk de studentenorganisatie en de scholierenorganisatie van de PVDA, nvdr). Ik was initiatiefnemer van Niet in Onze Naam, toen de N-VA voortdurend Vlamingen en Walen tegen elkaar opzette. En ook van de zogenoemde Frietrevolutie, toen de politici in 2010-2011 meer dan een jaar niet in staat waren om een regering te vormen.

Ik heb mijn engagement van thuis meegekregen. Ik kende de PVDA natuurlijk al. Mijn moeder, Mie Branders, was in 2000 de eerste Antwerpse PVDA-verkozene als districtsraadslid in Hoboken, waar ze werkt bij Geneeskunde voor het Volk. Mijn vader, Lebuïn D’Haese, is een kunstenaar die in zijn leven talloze happenings heeft opgezet. Hij is actief binnen Hart Boven Hard, waar hij creatieve ideeën levert. Op de Grote Parade van die beweging werd een reusachtige dobbelsteen voortgeduwd, met daarop de zes eisen van het platform: dat was werk van mijn vader. Een paar jaar daarvoor had hij een van zijn beelden mee in de betogingen tegen de oorlog in Irak: een man staat met zijn handen op de rug; voor hem staat een andere man op zijn handen, met de voeten uitdagend naar boven: De Opstand. Dat was ook mijn vader. (lacht)

Ik heb met veel Vlaams Belang-kiezers gediscussieerd. 15 jaar geleden stemden zij socialistisch. Die stemmen probeert de PVDA terug te winnen.

Ik heb lang getwijfeld of ik biologie wilde studeren – om de wereld te redden – of geneeskunde – om de mensen te helpen. Ik heb mijn bachelor biologie behaald. Dan ben ik toch geneeskunde gaan studeren, maar na tweeënhalf jaar zag ik in dat dat niets voor mij was. Daarna heb ik mijn master biologie voltooid. Het juiste evenwicht tussen ‘de wereld redden’ en ‘de mensen vooruithelpen’ vind ik bij de PVDA en niet bij de groenen of de SP.A.

Hoe ernstig was het plan dat Raoul Hedebouw zich in Antwerpen verkiesbaar zou stellen om de PVDA aan de Vlaamse doorbraak te helpen?

D’Haese: Dat voorstel heeft nooit op tafel gelegen. Het was een roddel om onze partij te destabiliseren. Ze vergelijken Raoul altijd met Peter (Mertens, PVDA/PTB-voorzitter, nvdr). Raoul is dan de superman, Peter de man die in Vlaanderen niet boven de kiesdrempel raakt. Maar Peter was bij de Kamerverkiezingen wel de op elf na populairste politicus in het hele land – Vlaanderen, Wallonië en Brussel samengeteld. In de Antwerpse kieskring kreeg hij meer dan 46.000 voorkeurstemmen en Kristof Calvo als lijsttrekker van Groen ‘maar’ 38.000.

Iedereen zegt wel dat onze partij vooral in Wallonië aanslaat, maar dat klopt niet echt. De PVDA heeft nog altijd meer leden in Vlaanderen. Vandaag behaalt de partij hier meer stemmen dan ze er in 2014 in Wallonië had.

Natuurlijk verschillen de politieke gevoeligheden in Vlaanderen en Wallonië: dat maakt het ook interessant. Dat komt nog altijd door wat er na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. In Vlaanderen ging het al snel meer over de collaboratie dan over het verzet, in Wallonië lag dat helemaal omgekeerd. De gevolgen daarvan merk je nog altijd. Ginds zijn ze veel waakzamer voor de heropleving van extreemrechts.

Ook u, fractieleider van een unitaire partij, erkent de communautaire verschillen in dit land?

D’Haese: Er zijn zeker verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen, maar dat maakt van België nog geen land van ’twee democratieën’. Het verschil tussen Izegem en Antwerpen is oneindig veel groter dan dat tussen Antwerpen en Charleroi, grootsteden die kampen met soortgelijke problematieken. In provinciale stadjes als Izegem liggen ze van andere zaken wakker.

Ik merk dat ook bij schooldebatten. Als ik in Vorselaar bij het Kardinaal Van Roey-instituut debatteer, doe ik het altijd slechter dan in Pius X in Hoboken, waar ik zelf naar school ben gegaan. Je zou ook kunnen zeggen dat de stad Antwerpen en de Antwerpse Kempen twee democratieën zijn.

Pius X is historisch dé modelschool in Vlaanderen van de brede eerste graad. Daar wil deze Vlaamse regering vanaf.

D’Haese: Ik heb pas achteraf gehoord dat Pius X ‘anders’ was. Al in de lagere school vond ik het normaal dat ik in de klas zat met veel jongeren met een migratieachtergrond. Dat was ook zo in die brede eerste graad. Nadien, toen ik moderne wetenschappen volgde, waren er ineens amper nog jaargenoten met een migratieachtergrond. En aan de universiteit dacht ik: waar is de helft van mijn stad gebleven?

Dat falende onderwijssysteem is misschien wel de belangrijkste verklaring voor wat er vandaag fout loopt in onze multiculturele samenleving. Neem die gasten die hun middelbare studie beginnen in de economische afdeling: ze zijn net niet goed genoeg in wiskunde, en thuis is er niemand om hen bij te spijkeren. Al heeft dat niets met het engagement van hun ouders te maken, laat dat duidelijk zijn. Ze zakken af naar handel, een technische richting. Maar daar moet je kunnen boekhouden, en dat hebben ze in de economische afdeling niet geleerd. Dus wordt het kantoor en verkoop, in het beroepsonderwijs, zeer tegen hun zin. Op het einde hebben ze zo veel studievertraging opgelopen dat het allemaal niet meer hoeft. Ze stoppen zonder diploma. Ze hebben lak aan iedereen die hun nog iets wil zeggen of bijbrengen, ‘want niemand heeft het ooit goed met mij voorgehad’. Dat creëert een hele generatie die ‘ Fuck you!‘ zegt tegen de samenleving.

Daarom vind ik het nieuwe Vlaamse regeerakkoord ook zo wraakroepend. Deze regering breekt alles af wat die tweedeling kan tegenhouden. Ze wil nog meer elitescholen. Ik word er rázend van. Ze zet de kansen van tienduizenden jongeren op de tocht. Het oude ideaal van toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen is vergruizeld en verbrand in een akkoord dat vertrekt van een zeer elitaire visie op de samenleving. Ik noem het: Vlaams-nationalisme op speed. Dat heeft Jan Jambon tijdens zijn openingscollege politologie aan de Universiteit Gent beter gezegd dan ik het zelf ooit had kunnen formuleren. De minister-president wil Vlaanderen onafhankelijk, als het kan al in 2024. De Vlamingen zijn jammer genoeg nog niet mee met zijn verhaal, en dus gaat hij de hele regeerperiode onderwijs, cultuur en de openbare omroep inzetten om ervoor te zorgen dat ze separatisten worden. Zijn regering zet de inwoners van dit land tegen elkaar op.

Jos D'Haese: 'De man in de straat weet intussen wel dat PVDA'ers geen kinderen opeten maar gratis geneeskunde verstrekken.'
Jos D’Haese: ‘De man in de straat weet intussen wel dat PVDA’ers geen kinderen opeten maar gratis geneeskunde verstrekken.’© Franky Verdickt

Het regeerakkoord mikt toch expliciet op een ‘inclusief’ en ‘verbindend’ verhaal?

D’Haese: Merhaba, een van de organisaties achter het Minderhedenforum, werkt speciaal rond holebi’s met een achtergrond uit de Maghreb, Turkije of het Midden-Oosten. Kunt u één organisatie vinden die meer doet voor inclusiviteit en het samenbrengen van mensen? Toch wil de Vlaamse regering ook de subsidies van Merhaba afnemen. Dit regeringsbeleid heeft niets te maken met inclusief nationalisme en alles met uitsluiting.

Partijen als de N-VA en natuurlijk Vlaams Belang spelen een dubbelzinnige rol. Ze verwijten de Turken dat ze een buitenlands conflict importeren, terwijl zijzelf intussen hun best doen om de tegenstellingen tussen Turken en Koerden in Vlaanderen op scherp te zetten. De PVDA-fractie heeft zich onthouden bij de stemming over een N-VA-resolutie in het Vlaams Parlement om het geweld en de militaire inval tegen de Koerden te veroordelen. Die was gericht tégen de Turkse organisaties in België. Wij veroordelen de militaire operatie vanuit Ankara, maar wij willen die veroordeling niet misbruiken om de Turken in Limburg nog eens extra te stigmatiseren.

Bijna de helft van de Vlamingen stemt op de N-VA en Vlaams Belang: hun discours wordt breed gedragen.

D’Haese: Rechts heeft inderdaad de debatten gedomineerd, heeft zijn dogma’s kunnen opleggen. Er is veel te weinig weerwerk gekomen. Links heeft jarenlang te weinig met de vuist op tafel geslagen. Sinds Margaret Thatcher en Ronald Reagan is links aan het opschuiven naar het centrum. Het heeft niet geholpen, nietwaar? Daardoor is de SP.A zeer verzwakt, en dat is natuurlijk niet goed voor links.

Meent u dat echt?

D’Haese: Ze zeggen wel dat linkse partijen elkaars concurrenten zijn, maar ik focus me liever op rechts. Ik heb met veel Vlaams Belang-kiezers gediscussieerd. Vijftien jaar geleden stemden zij nog socialistisch. Die stemmen probeert de PVDA terug te winnen.

Dat wordt niet gemakkelijk. Uw eis van 1500 euro pensioen is overgenomen door de SP.A én Vlaams Belang. Zelfs ondernemer Herman De Bode, de ex-kabinetschef van Jan Jambon, vindt die eis gegrond: Vlamingen die langer werken verdienen een goed pensioen.

D’Haese: Dat is zo. Ik kon het me eerst ook niet echt voorstellen, mensen die hun hele leven hard gewerkt hebben en dan amper 570 euro pensioen per maand krijgen.

Vaak zijn dat zelfstandigen. Volgens de vakbonden is dat hun eigen fout: ze dragen onvoldoende bij aan de sociale zekerheid.

D’Haese: Het PVDA-voorstel om het pensioen op te trekken tot 1500 euro netto geldt óók voor zelfstandigen. Die mensen werken keihard, maar zitten in een slecht systeem.

Daar ligt volgens mij dé oorzaak van de opgang van extreemrechts. Ik herinner me een tv-reportage in een West-Vlaams stadje waar onverwacht veel mensen voor Vlaams Belang hadden gestemd. En waarom? ‘Ik heb heel mijn leven hard gewerkt, maar ik hou niets over.’ Rechts gooit er dan racisme tegenaan om die mensen voor hen te winnen: ‘U hebt recht op die sociale woning, maar nu wonen er vreemden.‘ Toch zijn de sociale problemen die al tientallen jaren liggen te rotten de hoofdoorzaak van het succes van rechts. ‘Schop naar beneden’, zeggen zij. Tegen diezelfde mensen zeggen wij: ‘Schop naar boven.’

Wat heeft Venezuela met De Lijn te maken? Ik ben toch niet verantwoordelijk voor wat daar gebeurt?

U krijgt zelf ook schoppen.

D’Haese: Ik heb het al ondervonden. Als de argumenten tegen ons helemaal op zijn, vroeger in schooldebatten en nu in het Vlaams Parlement, beginnen onze tegenstrevers over het communisme en Venezuela. Wat een onzin.

Waarom zou dat onzin zijn?

D’Haese: Omdat het gebeurde tijdens het debat over De Lijn. Wat heeft Venezuela met De Lijn te maken? Ook bij het debat over de wachtlijsten had ik mijn mond nog niet geopend of de rechterzijde riep al lukraak: ‘Communisme!’ (zucht) Voor de honderdste keer: ik ben geboren in 1992. Ik heb de Val van de Muur niet eens meegemaakt. En waarom vragen ze mij naar Venezuela? Ik ben geen ambassadeur, hè. Ik ben toch niet verantwoordelijk voor wat daar gebeurt?

Op de PVDA-website staan heel wat artikels over Venezuela. En het is niet zo dat u de kant van de Venezolaanse oppositie kiest.

D’Haese: Uiteraard. Ik ga echt niet meehuilen met de wolven in het bos die uiteindelijk aandringen op een militaire interventie van Donald Trump, waardoor de Verenigde Staten de petroleumhandel weer kunnen controleren. De Venezolanen hebben zelf het recht om hun koers te bepalen. Niet dat ik een fan ben van een hyperinflatie van een miljoen procent, zoals je vorig jaar had in dat land. Er is op dit moment trouwens al een akkoord tussen de regering en een deel van de oppositie. Hoe minder conflict, hoe beter.

Gelukkig is de man in de straat daar niet mee bezig. Hij ziet de PVDA al twintig jaar aan het werk en weet intussen wel dat wij geen kinderen opeten maar gratis geneeskunde verstrekken. In mijn inbox zitten mails met lastige, kritische vragen, en ook veel hatemail waarin mensen me uitschelden. Maar het gaat nooit over Stalin.

U hoopt op een links en progressief politiek reveil, maar in zekere zin heeft de PVDA links verder verdeeld: u zit nu met drie kleine linkse partijen in het Vlaams Parlement. En allemaal in de oppositie.

D’Haese: Links heeft nu in totaal meer zetels dan vijf jaar geleden. Daardoor kunnen we een vrijere abortuswetgeving goedkeuren in het federaal parlement. Met de PVDA is er linkse vuurkracht bij gekomen in het parlement. Peter Mertens zit pas in de Kamer en heeft zijn amendement al goedgekeurd gekregen waardoor er 67 miljoen euro meer uitgetrokken wordt voor de verpleegkundigen. Dat was ónze eis: de andere progressieve politici zijn moeten volgen. Vlaams Belang heeft nog snel zijn karretje vastgehaakt aan een trein die onherroepelijk vertrokken was. Centrumrechts staat erbij en reageert woedend. En toch is er geen stoppen meer aan.

Jos D’Haese

– 24 augustus 1992: geboren in Sint-Niklaas

– Studie: biologie (Universiteit Antwerpen)

– 2018: wordt als PVDA-lijsttrekker bij de lokale verkiezingen verkozen in de districtsraad van Borgerhout

– 2019: wordt als PVDA-lijsttrekker in Antwerpen bij de Vlaamse verkiezingen verkozen in het Vlaams Parlement. Is daar fractievoorzitter van zijn partij

Partner Content