Achtergrond: topvoetballers betalen minder sociale bijdragen dan vuilnisman

© photonews

De afgelopen tien jaar kregen de voetbalspelers uit de Belgische eerste klasse een korting op de sociale zekerheid die opgelopen is tot meer dan een half miljard euro, waarvan alleen al vorig seizoen 70 miljoen euro.

bbd

Er is een ruime politieke meerderheid in de maak om het gunstige RSZ-tarief op lonen van beroepssporters aan te pakken. Na CD&V en SP.A heeft nu ook Open VLD daar een wetsvoorstel voor klaar. (Lees hier)

Vooral de grote voetbalclubs met een miljoenenbudget worden door de politici geviseerd.

Op alle lonen die in België uitbetaald worden, moeten sociale bijdragen betaald worden. Daarmee worden onder andere ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, pensioenen en werkloosheidsuitkeringen bekostigd. Bij een gewone werknemer bedraagt die socialezekerheidsbijdrage 38,07 procent van het brutoloon: de werkgever betaalt 25 procent, de werknemer moet zelf 13,07 procent bijdragen.

Bij sportbeoefenaars worden die sociale lasten berekend op een vast bruto maandloon: 2.281,09 euro, waardoor zij maximum 868 euro per maand moeten betalen. Dit betekent dus ook dat topvoetballers minder bijdragen moeten betalen dan bijvoorbeeld een gemiddelde verpleegster, architect of postbode. Door de hoge lonen in het voetbal – gemiddeld verdient een voetballer in eerste klasse 337.000 euro per jaar – leverde het vorig seizoen een korting op van 70 miljoen euro voor alle eersteklassers samen. Dat berekende Het Nieuwsblad eerder.

Begin dit jaar bleek al dat ook de voetbalwereld besefte dat er iets moest gebeuren in dit dossier. ‘We beseffen dat de huidige RSZ-voordelen maatschappelijk en politiek niet langer verdedigbaar zijn’, zei Stijn Van Bever toen. Hij is de woordvoerder van de Pro League, die de 24 profclubs vertegenwoordigt. ‘We hebben een aantal berekeningen laten maken van wat onze voorstellen voor verschillende lonen zouden betekenen. Het gaat per club om een significant verschil.’