Direct naar artikelinhoud
Corsica

Moordgolf teistert Corsica. Maar iedereen op het eiland zwijgt

Massimu’s grootmoeder en beste vriendin branden een kaars bij zijn graf.Beeld ANDREA MANTOVANI/NYT/HH

Op Corsica wordt moord na moord gepleegd. Volgens bewoners bevindt het Franse eiland zich in een ‘maffia-achtige wurggreep’. Toch heerst er een hardnekkige collectieve omerta. ‘Het rechtssysteem? Ik geloof er geen seconde in.’

Kalm vertelt de vader hoe zijn zoon Massimu is vermoord: daar in die bosjes had de schutter zich verstopt met zijn geweer met richtkijker, daar deed zijn zoon de deuren van zijn restaurant open en negen meter verder werd hij geraakt en zeeg hij ineen, na nog een paar wanhopige stappen.

Massimu Susini leek het zoveelste slachtoffer van een moord op Corsica, het Franse eiland met op dat gebied een kwalijke reputatie. De talloze moorden ter beslechting van duistere vetes worden in afgelegen dorpen zelden opgelost, noch baren ze veel opzien.

Massimu’s vader François wist hoe het werkte. In de ochtend van 12 september had hij de schoten zelfs gehoord. De waarschijnlijke vluchtauto van de moordenaars werd later uitgebrand aangetroffen langs een kustweg in de buurt. Een scenario als zoveel anderen daarvoor.

Protestgolf

Maar de moord op de 36-jarige Massimu was een uitzondering op de regel van een zekere onverschilligheid. Misschien had zijn populariteit daar veel mee te maken, want Massimu was niet alleen een bekend Corsicaans nationalist en milieuactivist, hij blonk ook uit in voetbal en boksen en bezat een drukbezocht restaurant.

Hoe dan ook, zijn dood bracht een voor Corsica ongebruikelijke protestgolf op gang. Burgers richtten comités op om de strijd aan te gaan met de georganiseerde misdaad die, volgens veel Corsicanen, achter de moorden zitten. Nevelige organisaties die zich bezighouden met een keur aan criminele activiteiten: van drugshandel tot speculatie in onroerend goed en het afpersen van restauranteigenaren.

Corsica is met zijn ruwe schoonheid zwaar afhankelijk van het toerisme. Wie openlijk klaagt dat nieuwbouw de kustlijn aantast, kan in de problemen komen. Hetzelfde geldt voor eilandbewoners die, zoals Susini, protesteren tegen illegale bouwprojecten en de plaatselijke drugshandel. Ze riskeren de woede van de op het eiland schijnbaar overal aanwezige duistere krachten die de Corsicanen angst aanjagen en dwingen tot een collectieve omerta.

Maffia hoor je veel

“Er zijn hier mensen die het een en ander weten, maar daarover zwijgen,” zegt François Susini op het strand waar bewonderaars van zijn zoon de Corsicaanse vlag hebben geplant op de plek waar Massimu neerviel. “Ik heb geen antwoorden. Misschien vertel ik u ook niet alles wat ik weet.”

Niemand kan precies zeggen wie deel uitmaken van die niet al te hecht georganiseerde criminele bendes en wat die beogen. De met het oplossen van de moord op Massimu belaste aanklagers blijven het antwoord schuldig, evenals verontwaardigde burgers of familieleden die gerechtigheid eisen.

De schaarste aan processen maakt het fenomeen van de Corsicaanse georganiseerde misdaad extra dubbelzinnig. Het woord ‘maffia’ hoor je veel op het eiland, maar er is tegelijkertijd niemand die beweert dat Corsica zich in de greep bevindt van een op Italiaanse leest geschoeide, centraal geleide structuur van georganiseerde misdaad.

Een keerpunt

In plaats daarvan zijn lokale bendes en onderwereldbazen op veel delen van het eiland geïnfiltreerd in het plaatselijk en regionaal bestuur. De laatste twintig jaar zijn vier burgemeesters vermoord, evenals de deken van de orde van advocaten, de directeur van de Kamer van Koophandel van Ajaccio en een aantal andere zakenmensen. Vaak opereren criminelen vanachter een deugdzame façade die opsporing extra moeilijk maakt.

Toch zijn veel Corsicanen ervan overtuigd dat de moord op Massimu Susini bij zijn strandtent voor een kantelpunt heeft gezorgd. Op een eiland met een bevolking van slechts 330.000 mensen woonden duizenden zijn begrafenis bij. 

Bij een recente herdenkingsdienst in Cargèse droogden in het zwart geklede vrouwen discreet hun tranen in een kerkje aan zee met een rijkelijk beschilderd interieur. En langs de kronkelweg naar Ajaccio en Bastia hebben Corsicanen in grote letters A Massimu op de rotsen gekalkt.

Nationalistische, Frankrijk wantrouwende politici hebben het in Corsica deels voor het zeggen. Ze willen dat het Corsicaanse parlement in Ajaccio een speciale zitting aan het geweld wijdt. Aanklagers op het eiland, bijna allen afkomstig van het Franse vasteland, staan extra onder druk om de moord op Massimu op te lossen.

“Ik kan dat verdriet goed begrijpen,” zegt hoofdaanklager Franck Rastoul in het 19e eeuwse gerechtsgebouw in Bastia, onder toezicht van een marmeren buste van Corsica’s beroemdste zoon Napoleon Bonaparte. Rastouls twee lijfwachten zijn steeds dicht in de buurt, zijn voorgangers waren doelwitten van criminelen.

Vaak reageren Corsicanen schouderophalend op de zoveelste moord, alsof ze willen zeggen dat de dode op de een of andere manier zijn lot verdiende. Van zulke reacties was na de moord op Susini geen sprake. “Hij was een harde,” zegt een oom, “en wist dat er mensen waren die hem wilden doden. Maar hij weigerde zich te bewapenen.”

Corsicanen hebben weinig vertrouwen in de Franse justitie en sommigen beschouwen Frankrijk als een koloniale macht. “Wat mij betreft, ik ben voor wraak,” aldus Alphonse Gaffory. Hij groeide op met Susini, een goede vriend, en bezocht de rouwdienst in Cargeese. Gaffory: “Het rechtssysteem op het eiland? Ik geloof er geen seconde in.”

Buiten het kerkje wenden jonge, in het zwart geklede mannen met donkere zonnebrillen het hoofd af bij de vraag wat ze van Susini’s dood vinden. “We spreken niet met journalisten,” was de enige reactie.

Wurggreep

De groeperingen van burgers tegen criminaliteit hebben bezworen dat Susini’s dood – in tegenstelling tot die van al die andere slachtoffers – niet zal worden vergeten. Twee weken na Susini’s gewelddadige dood deden twintig bekende Corsicanen in een open brief een beroep op de bevolking onder de kop: “Nee tegen de maffia, Ja tegen het leven!” 

Onder de ondertekenaars bevonden zich vooraanstaande personen uit de wereld van cultuur en het zakenleven. Onder hen de schrijver Jerôme Ferrari die in 2012 de Prix Goncourt won, Frankrijks belangrijkste literaire onderscheiding.

‘Corsica bevindt zich in een maffia-achtige wurggreep die zijn precedent in de geschiedenis niet kent’ stond in de oproep. De ondertekenaars vragen de bevolking om steun en om deelname aan de strijd tegen ‘maffia-achtige lobby’s’.

In Corte, de historische hoofdstad in het binnenland, waar in 1755 de opstand uitbrak die Corsica een kortstondige onafhankelijkheid bezorgde, waren onlangs zo’n 800 mensen bijeen. Nationalistische politici hadden de burgers opgeroepen om een gezamenlijk antwoord te vinden op de vraag: hoe verder?

“Ik wil niet in een Corsica wonen waar iedereen bang is te zeggen wat hij denkt,” zei studentenactiviste Prescillia Gheraldi op de bijeenkomst.

Frankrijk als koloniale macht

“Zulke initiatieven zijn welkom,” zegt nationalistisch leider Gilles Simeoni, “want de burgers kunnen er hun hart luchten over de verontrustende toestand hier.” 

Nationalistische politici zijn nu vier jaar aan het bewind en volgens sommige Corsicanen hebben ze er weinig van gebakken en zelfs bijgedragen aan de spanningen. De nationalisten beschikten lang over een ‘gewapende vleugel’, die ze ontbonden om voortaan uitsluitend als politici hun idealen na te streven. 

Waarbij wel bedacht moet worden dat de echte macht op het eiland in handen is gebleven van de uiterst gecentraliseerde Franse regering. De felste nationalisten zien Frankrijk een koloniale macht.

“Er heerst hier een soort tastbare ongerustheid,” aldus de Corsicaanse socioloog Jean-Louis Fabiani. “En die houdt verband met ontgoocheling. Het aantreden van de nationalisten bracht hoop, maar inmiddels neemt het onbehagen onder de bevolking weer toe.”

Op een eiland met gewoontes die soms duizenden jaren teruggaan, zijn er grenzen aan de macht van de Franse staat. Corsica wordt door meer dan alleen de Middellandse Zee gescheiden van het vasteland.

Aanklager Rastoul spreekt in dubbelzinnige termen over de uitdagingen waar hij voor staat en antwoordt ontwijkend op concrete vragen over Corsica’s problemen. “In essentie is het moeilijk door te dringen tot de kern van al die afrekeningen,” zegt hij vaag. “Termen als maffia… Ik denk niet dat we daar veel verder mee komen. Zoals ik het zie, zijn niet alle overheidsinstellingen geïnfiltreerd door criminele organisaties.” 

Hij voegt daar snel aan toe: “Wat niet wil zeggen dat er in sommige regio’s geen sprake is van criminele invloeden. Het is afschuwelijk dat restauranteigenaren aan die angst worden blootgesteld.”

Welke angst?

“Om te worden afgeperst. Het heeft onze aandacht.”

® The New York Times
Vertaling René ter Steege