Direct naar artikelinhoud
Ruimtevaart

Ruimtesonde Voyager 2 verlaat zonnestelsel, op weg naar het grote onbekende

1977: de Vogayer wordt uitgerust met een Amerikaanse vlag en gouden plaat. Beeld NASA/JPL-Caltech

Terwijl de gemiddelde smartphone er na een jaar of drie de brui aan geeft, werkt ruimtesonde Voyager 2 – inmiddels de 40 gepasseerd – nog altijd. De sonde heeft nu zelfs officieel het zonnestelsel verlaten. Dat levert nieuwe inzichten op over de ijle buitengrens van onze kosmische thuis.

De val van de muur, de ramp bij Tsjernobyl en de introductie van het world wide web: het zijn zomaar wat historische gebeurtenissen die plaatsvonden terwijl Voyager 2 met ruim 55.000 kilometer per uur door het zonnestelsel vloog. In 1989 passeerde de sonde ijsreus Neptunus, de buitenste planeet van het zonnestelsel. Sindsdien zet hij koers naar de uitgang.

In die missie is hij nu geslaagd. Voyager 2 verruilde op 5 november 2018 ons zonnestelsel voor de zogeheten interstellaire ruimte, de kosmische wildernis tussen de sterren. Dat schrijven wetenschappers maandag in vijf wetenschappelijke artikelen in het vakblad Nature Astronomy. Tweelingbroer Voyager 1 ging hem in 2012 al voor. Beide sondes zijn de enige door mensen gemaakte voorwerpen die zo ver in de lonkende diepte van de kosmos zijn afgezakt.

Grenspost

Bepalen wanneer een voorwerp het zonnestelsel verlaat, is overigens niet gemakkelijk. Aan het eind van het zonnestelsel staat geen grenspost en we beschikken niet over een Google Solar System waarop een heldere grens is getekend. Sterker nog: over hoe de buitengrens eruitziet, en waar die precies ligt, was tot voor kort nog weinig bekend.

Waar je de grens van het zonnestelsel precies legt, is dus enigszins arbitrair. Sommige astronomen leggen hem bij de zogeheten Oortwolk – een gebied vol rondzwervende ruimtestenen op zo’n 300 miljard kilometer van de zon, die nog wel de zwaartekracht van de zon voelen. Het team van de Voyager-missie hanteert daarentegen een grens iets dichter bij huis: het punt waar je de zonnewind – een uitwaaierende stroom van geladen deeltjes afkomstig van het oppervlak van de zon – niet meer kunt voelen.

De reis van de 42-jarige Voyager-sonde levert daarom zeldzame nieuwe inzichten in de buitenwijken van onze kosmische thuis. Zo bleek de buitengrens onder meer dunner dan verwacht, terwijl de magnetische velden net voorbij die grens juist sterker waren. Sterrenkundigen zijn in die details geïnteresseerd omdat ze ons meer kunnen leren over dergelijke grenzen rond andere sterren dan de zon.

Dat Voyager 2 in 2018 vermoedelijk het zonnestelsel verliet, maakte de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA afgelopen december al bekend. De artikelen in Nature Astronomy vormen daarvan nu de definitieve bevestiging en leveren een eerste wetenschappelijke analyse van de door de sonde verzamelde meetgegevens.

De gouden platen die de Voyager-sondes mee de ruimte in namen, toonden beelden die iets moesten zeggen over het leven op aarde.Beeld NASA

Gouden plaat

De Voyager-sondes werden wereldberoemd dankzij de gouden platen die zij aan boord hebben, vol muziek, geluiden en beelden van de aarde, bedoeld als een soort tijdcapsule die het verhaal van onze wereld vertelt aan eventuele buitenaardse wezens die zij onderweg zouden tegenkomen.

Hoewel de kans klein lijkt dat de sondes in de uitgestrekte leegte van het heelal plotsklaps op een beschaving zullen stuiten, hebben ze voorlopig nog de tijd. De batterijen in de sondes zullen het naar verwachting nog maar een jaar of vijf volhouden – waarna het verzamelen van meetgegevens noodgedwongen stopt – maar daarna vervolgen ze gewoon hun trektocht door de kosmos.

De eerstvolgende kosmische ontmoeting staat over zo’n 40.000 jaar op de planning. Dan vliegt Voyager 1 langs ster Gliese 445, op 17,6 lichtjaren van de aarde. Maar zelfs dan is het nog niet voorbij. De twee Voyager-sondes zullen naar verwachting nog miljarden jaren door de kosmos vliegen. 

Een foto van de aarde (omcirkeld), gemaakt op een afstand van 6 miljard kilometer.Beeld AP