Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

Niet voor gevoelige neuzen: voor een op de drie mensen zit er een strontvervelend luchtje aan parfum

Niet voor gevoelige neuzen: voor een op de drie mensen zit er een strontvervelend luchtje aan parfum
Beeld Levi Jacobs

Geparfumeerde producten kunnen knallende hoofdpijn, oeverloos gesnotter of kortademigheid veroorzaken. Moeten we chemische geuren uit het publieke leven bannen, zoals Canada?

“Ik was dertien en ging nog naar school toen ik mijn oom geregeld hielp om schuurtjes te schilderen”, vertelt Evert Coenen (51). “Telkens weer stond ik achter de schuur over te geven. Ik voelde me zo misselijk. Uiteindelijk heb ik 35 jaar als schilder gewerkt, maar elke dag opnieuw was ik beroerd en moest ik braken. Soms viel ik zelfs flauw. Dan was ik het ene moment aan het verven en het volgende werd ik wakker in het ziekenhuis. Maar ik had geen idee hoe of wat.”

Pas achteraf zag Coenen de puzzelstukken in elkaar vallen: het waren de chemische stoffen die hem zwaar ziek maakten. “Zelfs toen ik nog werkte, hadden we al geen aftershave, deodorant of haarlak meer in huis. Mijn vrouw maakte ook niet langer schoon met agressieve spullen. ‘Wat een stinkzooi is me dat’, zei ik altijd. ‘Ik word er niet goed van.’ Maar ik had er geen flauw idee van dat dit een aandoening was.”

Coenens verhaal is een extreem voorbeeld van hoe geuren – of de chemische stoffen – je compleet omver kunnen blazen en onderuithalen.

Overlast

Maar, zo toont onderzoek, wel meer neuzen zijn gevoelig voor parfum. En al zijn die synthetische aroma’s volgens experts “niet schadelijk”, ze berokkenen wel een hoop overlast. Misschien stapt u zelf al eens een parfumerie buiten met een zeurend hoofd? Snijdt de wc-eend u haast de adem af? Of prikken uw ogen alsof u net een ui heeft gesneden bij het aanzetten van de autoruitensproeiers?

Voor liefst een op de drie mensen zit er een vervelend luchtje aan parfum, meent onderzoeker Anne Steinemann (University of Melbourne), gespecialiseerd in binnenluchtkwaliteit en zelf overgevoelig aan chemische geuren. Voor haar onderzoek, opgenomen in het vakblad Air Quality, Atmosphere & Health, bevroeg ze 4.300 Amerikanen, Australiërs, Britten en Zweden. Wat blijkt? Wie last heeft van geparfumeerde producten klaagt vooral over ademhalingsproblemen. Andere veelvoorkomende symptomen zijn migraine, prikkende of tranende ogen, een loom gevoel, huiduitslag of een krop in de keel. “Dit is een epidemie waar we de omvang nog niet goed van kennen”, zo betoogt Steinemann in New Scientist.

Geen les meer geven

Bij die een op de drie zitten ongetwijfeld een pak patiënten met astma of een andere aandoening aan de luchtwegen, meent longspecialist Lowie Vanfleteren, verbonden aan de universiteit van Göteborg, Zweden. Maar niet iedereen die gevoelig is voor geuren heeft astma. Meer nog: een kleine groep patiënten is lam van de minste walm, zonder dat artsen een oorzaak vinden. Keer hun lijf binnenstebuiten en je vindt niets: geen allergie, geen lichamelijk defect. Precies dat drijft patiënten vaak naar de noemer ‘multiple chemical sensitivity’ (MCS) of ‘meervoudige chemische overgevoeligheid’.

“Bij deze patiënten kan het heel ver gaan”, zegt arts-toxicoloog Benoit Nemery (KU Leuven). “Wie gewoon parfumgevoelig is, kan daar doorgaans goed mee leven. Maar sommige mensen voelen zich echt slecht van geurende of prikkelende stoffen. Dit zijn diegenen die zeggen: ‘Dokter, ik leef niet meer, ik durf mijn huis niet meer uit.’ Denk aan een vrouw die de bus niet meer in durft uit angst voor de parfums van medereizigers, of aan een leraar die geen les meer kan geven, omdat de deo’s van de pubers hem zo veel last berokkenen.”

Diane Peeters (67), bezieler van de Facebook-groep Multiple Chemical Sensitivity Belgium, kan ervan mee spreken. Meer dan dertig jaar lang was ze ziek, en de eerste twintig jaar had ze er het raden naar. “Op een bepaald moment zat mijn ene neusgat potdicht. Máánden heeft dat geduurd. Ik kreeg ook vlammende hoofdpijn, zo erg dat het leek alsof er breinaalden in mijn sinussen werden gestoken. Dat werd alleen maar erger. Alsof mijn lijf voortdurend uitriep: ‘Ik moet hier weg, ik ga hier lopen.’”

Lopen deed ze, maar dan van het kastje naar de muur. Drie dokters zetten haar botweg aan de deur: ‘Sorry mevrouw, ik kan u niet helpen.’ Pas tien jaar geleden, na een grondig rondje googelen, herkende ze zichzelf in MCS. “Toen besefte ik dat ik moest stoppen met al die geparfumeerde producten in huis. Dat maakte mijn lichaam rustiger en de pijn stukken minder. Maar werd ik buitenshuis overvallen door sigarettenrook of luchtverfrissers, dan begon mijn hoofd weer te tollen. Alleen thuis leek ik veilig.”

Peeters staat niet alleen met haar verhaal. Naar schatting plakt zowat 5 procent van de Belgen zichzelf het etiket MCS op. Slechts in 2 à 3 procent van de gevallen is het een dokter die de diagnose stelt – precies omdat zo weinigen het kennen.

Chemische producten

“Bovendien zijn veel dokters overtuigd dat een klacht pas ontstaat als er een lichamelijke oorzaak is”, duidt gezondheidspsycholoog Omer Van den Bergh, die zelf MCS-patiënten begeleidt en er onderzoek naar voerde. “Maar laat deze patiënten tests ondergaan bij een toxicoloog of een allergoloog, en de meesten scoren normaal. Het merkwaardige is dat ze al klachten vertonen bij heel kleine doseringen, bij prikkels waar de overgrote meerderheid van de bevolking geen last van heeft. En dit bij producten die chemisch niet verwant zijn. Hoe langer ze hiermee rondlopen, hoe erger hun klachten, en hoe uitgebreider de lijst aan chemische producten die ze niet meer verdragen.”

Een standaardtest om meervoudige chemische overgevoeligheid vast te stellen, is er voorlopig niet. Er bestaat dus nog geen test die kan uitmaken of klachten om lichamelijke of psychische redenen ontstaan.

Het is iets wat wel meer MCS-patiënten te horen krijgen: dat het wellicht ‘tussen de oren zit’. “Patiënten steigeren als ze dat horen”, zegt Van den Bergh. “Ze denken dan dat je hen gek verklaart. Maar je moet weten: àlle klachten zitten tussen onze oren. Je kunt geen klachten hebben zonder hersenen. Als ik tegen je schenen stamp, dan zul jij naar je been grijpen, ook al komt de pijn eigenlijk tot stand in je brein.”

Bij MCS gaan de hersenen bepaalde prikkels – chemische geuren – overdreven interpreteren, stellen experts. Zodra patiënten iets ruiken, moeten ze hoesten, krijgen ze hoofdpijn of spierpijn. Daarin speelt het verwachtingseffect een rol, zo staaft onderzoek. Denk aan de studie waarbij geurgevoelige patiënten in een geïsoleerde kamer werden gezet. Zolang zij er geen weet van hadden dat er chemische stoffen naar binnen zouden stromen, hadden ze geen klachten. Maar zodra ze wel op de hoogte waren, kwamen de symptomen.

“Die klachten zijn echt”, benadrukt Van den Bergh. “Alleen schrijven patiënten ze volledig toe aan chemische geuren, en niet aan hun verwachtingen of stressreacties. Terwijl die vaak een bepalende rol spelen. Want zodra geuren een bron van stress zijn, zul je ook heel snel ademhalingsmanoeuvres uitvoeren wanneer je zo’n prikkel opvangt: je begint te kuchen, te snuiven, te hoesten. Vaak ga je onbewust hyperventileren, wat de klachten in gang zet. Op die manier krijg je een kluwen van mechanismen die symptomen uitlokken in een reactie op parfums.”

Maar wat als alles wat welriekend is voor jou walgelijk wordt? De gevolgen zijn niet min, zo wijzen bevragingen uit. Sommige patiënten verhuizen, op de vlucht voor die ‘stinkende’ wasmachine van de buren. Velen wassen en poetsen alleen nog parfumvrij, en vragen ook aan hun omgeving om alle aroma’s te schrappen. Ook al zijn hun klachten niet uit de lucht gegrepen, bij de buitenwereld is het onbegrip vaak groot, vertelt Coenen. Beetje bij beetje zag hij al zijn vrienden en familie afhaken. “‘Sorry Evert’, zeiden ze dan. ‘Maar wij hebben parfum nodig, wij kunnen niet langskomen zonder een luchtje op.’ Alsof ze niet gewassen zijn als hun douchegel niet geurt. In het begin vond ik dat wel kwetsend, maar nu denk ik: ‘Oké, dan kom je maar niet.’ Anders voel ik me weer weken doodziek.”

Klopt, erkent professor Nemery. “Wie overgevoelig is, verdraagt slechts een veel lagere hoeveelheid dan de norm. De belangrijkste boodschap die je zulke patiënten kunt geven is: jullie zijn niet vergiftigd. De concentraties die bij hen symptomen uitlokken zijn niet toxisch. Dat is wel anders voor wie tien jaar of langer beroepshalve is blootgesteld aan oplosmiddelen. Denk aan schilders, kappers of verkopers in een parfumerie. Zij kunnen wel vergiftigd raken en hersenschade oplopen, precies door die lange blootstelling aan oplosmiddelen.”

Reukloze routes

Feit blijft dat veel mensen last hebben van geparfumeerde producten. De cijfers liegen er niet om. Zo wijst onderzoeker Steinemann erop dat een op de tien bevraagden hierdoor het werk moest opgeven of verloor. Een op de vijf had vooral last van parfums in flacons, bij een op de zes waren luchtverfrissers en schoonmaakproducten de boosdoener.

Als zo veel mensen (over)gevoelig zijn voor chemische geuren, moeten we hier dan niet voorzichtiger mee omspringen? Op de luchthavens van Kopenhagen en Helsinki vind je reukloze routes voor geurgevoelige passagiers. Zowel Canada als de Verenigde Staten nemen het probleem al jaren ernstig. In openbare ruimtes hangen posters met slogans als: Your perfume is my poison. Scholen, ziekenhuizen en bibliotheken sporen zo burgers aan om hun luchtje achterwege te laten. Naast restaurants met geurloze zones duiken er ook vaker parfumvrije kantoren op.

Ook de Children’s Aid Society in Toronto, een overheidsinstelling met zowat 900 medewerkers, voert al acht jaar een parfumvrij beleid. Leveranciers of werknemers met een overweldigend eau de toilette komen er niet in, vertelt hr-manager Ruth Schneider. “De overgrote meerderheid was meteen voor het idee gewonnen. Nu vindt iedereen het de normaalste zaak van de wereld.”

“Bij ons staat dit nu niet op de agenda”, stelt woordvoerder Jan Eyckmans van de FOD Volksgezondheid. “Maar onze experts raden het gebruik ervan in openbare gebouwen en op kantoor sterk af. Niet zozeer omdat velen er gevoelig aan zijn. Maar wel omdat die parfums en geurende schoonmaakmiddelen andere problemen kunnen maskeren die ook een gevaar inhouden voor de gezondheid. Denk aan problemen met de ventilatie, vochtigheid of schimmels.”

Longspecialist Vanfleteren vindt het best zinnig om met gevoelige neuzen rekening te houden. “Kinderen die in een rokerige omgeving opgroeien, hebben een verhoogd risico op astma. Hetzelfde geldt voor kinderen die in contact komen met deodorants. Omdat we weten dat het schadelijk is, mag je nu in Zweden ook niet langer buiten roken in het openbaar. Maar geen parfum meer op straat lijkt me wat overdreven.”

Voor Coenen, die niet naar buiten kan zonder masker, komt elke maatregel te laat, vreest hij. “Ik droom ervan om te verhuizen naar Zwitserland of Noorwegen, waar ik echt een frisse neus kan halen. Waar ik kan leven en bewegen, zonder bescherming. Heerlijk lijkt me dat.”