Direct naar artikelinhoud
Vier vragen

Arbeidseconoom Stijn Baert over de financiering van de sociale zekerheid: ‘Dit probleem lost zichzelf niet op’

Professor Stijn Baert (UGent).Beeld RV

Op dinsdag boog de Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen zich samen met tal van experten over een prangend vraagstuk: de financiering van de sociale zekerheid. Volgens arbeidseconoom Stijn Baert (UGent) ontkennen sommige parlementsleden nog steeds het licht van de zon.

In 2024 kan het tekort volgens de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid oplopen tot 5,84 miljard euro. Merkt u een urgentie in de Kamer?

“De wil om er mee aan de slag te gaan, lijkt me zeker aanwezig, maar urgentie is nog iets anders. Op korte termijn begint dat toch vooral met een regeringsvorming. Bovendien wordt een soort basisprincipe, namelijk dat dit probleem zichzelf niet gaat oplossen, nog steeds door sommige parlementsleden niet aanvaard. Dat is het licht van de zon ontkennen. Als je de projecties ziet van bijkomende uitgaven, dan gaan die procenten in termen van bbp vlot over de tongen: 3, 4 à 5 procent. Maar in realiteit gaat het hier om een bijkomend gat van miljarden euro.”

De discussie lijkt zich vaak uit te spinnen in een tweestrijd tussen ‘spilzieke uitgaven’ en ‘te weinig middelen’. Was dat opnieuw de insteek?

“Aangezien vooral de experts het woord hebben genomen, kan je niet echt van een levendig debat spreken op politiek niveau. Maar ook onder collega’s merk je een verschil in klemtonen. Er is een deel dat heel sterk focust op een budgettaire logica, zoals ikzelf: het financiële plaatje moet gewoon kloppen, en daarvoor zijn meer sterke schouders nodig om de uitgaven te dragen. Anderen vinden dat we daar voorbij moeten kijken: de uitgaven moeten zich aanpassen aan de noden.”

De christelijke mutualiteit (CM) wil een ‘structurele en duurzame herfinanciering’. Hoe zou die er kunnen uitzien?

“Ook daar zijn verschillende voorstellen. Zo kijkt Bea Cantillon (professor sociaal beleid aan de UAntwerpen, MM) naar een CO2-heffing, een alternatieve vorm van financiering die strookt met de klimaatdoelstellingen. Anderzijds worden heffingen op kapitaal geponeerd als oplossing, maar daar zie ik persoonlijk minder heil in. We weten dat zo’n belastingverhoging nefast is voor de economische groei, en die zorgt dan weer voor het creëren van werkgelegenheid. Daar ligt mijns inziens de sleutel, want in essentie gaat een duurzame financiering om een goede balans tussen inkomsten van mensen die aan het werk en uitgaven naar mensen die dat niet zijn.

“Ik pleit al langer voor een versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering: de eerste maanden hoger dan nu, maar nadien sneller afnemend. Maar ook de grote groep inactieven, die momenteel ook geen baan zoeken, zal aangesproken moeten worden. Vooral 55-plussers en mensen met een migratieachtergrond blijven een moeilijk te activeren groep.”

Moet de pensioenleeftijd al sneller dan 2025 opgetrokken worden naar 66 jaar, zoals econoom Gert Peersman (UGent) in De Standaard stelt?

“In landen waar dat al is doorgevoerd, zie je een enorme verbetering, maar ik vraag me vooral af: is dat politiek wel haalbaar? Zolang de lijst van zware beroepen er niet is, zit dat debat compleet strop. Onder experts is er trouwens een groot draagvlak om op langere termijn de pensioenleeftijd te koppelen aan de gezonde levensverwachting. Dat Bart De Wever (N-VA) dat in aanloop naar de verkiezingen als een van de weinigen poneerde, was niet het probleem. Wel dat hij die uitspraak heeft teruggetrokken.”