Direct naar artikelinhoud
Zo wil N-VA de staat hervormen
Federale formatie

Zo wil N-VA de staat hervormen

Beeld Wouter Maeckelberghe

In de onderhandelingen met PS heeft N-VA onder meer een ‘voorlopige defederalisering’ op tafel gelegd. Communautaire spitstechnologie waarbij bevoegdheden in theorie federaal blijven, maar in de praktijk gesplitst worden. ‘Wij zijn niet naïef’, reageren de Franstalige socialisten.

en

Leeft paars-geel nog? Niemand die het weet. N-VA en PS hebben de afgelopen weken intensief onderhandeld, maar voorlopig zonder resultaat. Vooral op sociaal-economisch vlak vinden de Vlaams-nationalisten en de Franstalige socialisten te weinig raakpunten. En dan zijn er nog de communautaire eisen van N-VA. De partij wil niet in een regering stappen met de PS zonder communautaire hervormingen. Volgens PS-voorzitter Paul Magnette maakt dit een paars-gele samenwerking zo goed als onmogelijk. “In de onderhandelingen heeft N-VA voorstellen gedaan waarvan de partij weet dat ze voor ons onbespreekbaar zijn”, klinkt het binnen de PS.

Wat zijn die voorstellen? Het communautaire uitgangspunt van N-VA – een confederale big bang – is alvast uitgesloten. Om België om te bouwen tot een land waarin de deelstaten bijna alle bevoegdheden zelf uitoefenen, is een tweederdemeerderheid vereist in het federaal parlement. Die is er niet. Bovendien heeft de afscheidnemende regering-Michel de artikelen van de grondwet die nodig zijn voor een staatshervorming niet voor herziening vatbaar verklaard in de nieuwe regeerperiode. De communautaire speelruimte is bijgevolg klein.

Voorbode

Klein, maar niet onbestaande. Volgens meerdere bronnen heeft de N-VA communautaire voorstellen klaar waarvoor geen tweederdemeerderheid vereist is.

N-VA denkt onder meer aan een ‘voorlopige defederalisering’ van een aantal bevoegdheden. Dit is communautaire spitstechnologie die teruggaat tot de jaren 60 en 70. In een poging om de communautaire spanningen rond onderwijs en cultuur te ontmijnen, beslisten opeenvolgende Belgische regeringen toen om voor elke bevoegdheid een Vlaming en een Franstalige aan te duiden, die elk het eigen landsdeel aanstuurde. Zo werkte de regering-Tindemans I tussen 1974 en 1977 bijvoorbeeld met Herman De Croo als minister voor het Nederlandstalig onderwijs en Antoine Humblet als minister voor het Franstalig onderwijs.

“Bij een voorlopige defederalisering blijven bevoegdheden officieel federaal, maar worden ze de facto gesplitst. De techniek is dan ook altijd de voorbode geweest van een latere regionalisering”, zegt grondwetsspecialist en ex-N-VA’er Hendrik Vuye.

Vuye neemt vooral een voorbeeld aan het dossier van de zogenaamde nationale economische sectoren uit de jaren 80. Daarbij koos de Belgische politiek ervoor om beslissingen over gevoelige sectoren zoals de scheepsbouw en staalindustrie voortaan via speciale ministeriële comités te behandelen, die aangestuurd werden vanuit de deelstaten. Elk comité werkte bovendien met een eigen budget. “Op deze manier kan per gewest een eigen beleid gevoerd worden, met eigen geld”, zegt Vuye.

N-VA zou vooral mikken op een voorlopige defederalisering van het arbeidsmarkt- en gezondheidszorgbeleid. Hier zijn, volgens de partij althans, beide landsdelen het meest gebaat met een beleid op maat. Opvallend is dat ook in de nota van de informateurs Johan Vande Lanotte (sp.a) en Didier Reynders (MR) gelijkaardige voorstellen opduiken. Het duo wijst bijvoorbeeld de ziekenhuisfinanciering aan als een bevoegdheid waar meer regionale autonomie een pluspunt kan zijn. 

Zo zijn er in Vlaanderen veel meer privéziekenhuizen, gegroeid uit de katholieke zuil, terwijl er in Wallonië meer publieke ziekenhuizen zijn. Ook is de demografie helemaal anders. Brussel kent bijvoorbeeld een erg jonge bevolking, met weinig ouderen. De provincie Luxemburg heeft een veel lagere bevolkingsdichtheid.

Chantage

“We hebben meerdere communautaire opties. Voorlopige defederalisering is er daar één van, maar ook niet meer”, luidt het binnen N-VA. 

De partij benadrukt dat er nog niet au fond is onderhandeld over mogelijke communautaire hervormingen. Zolang dat niet gebeurd is, willen de Vlaams-nationalisten niet te veel in hun kaarten laten kijken. Wat ze wel kwijt willen, is dat de PS – in tegenstelling tot de harde communicatie van voorzitter Paul Magnette – niet heel afkerig stond tegenover de N-VA-ideeën. Op vraag van de PS liet N-VA de belangrijkste teksten uit haar confederale programma in het Frans vertalen. “Alleen MR was tegen elke mogelijke communautaire oefening.”

Bij de PS wordt een ander verhaal verteld. “Wij zijn niet naïef. We weten waar N-VA uiteindelijk op uit is. De voorstellen van de partij zouden leiden tot een splitsing van de sociale zekerheid en het einde van de Belgische solidariteit”, vertelt een hooggeplaatste PS’er. De socialisten pikken het niet dat N-VA hen voor het blok wil zetten. “Ze eisen confederalisme of uitvoerige rechtse sociaal-economische hervormingen. Dat is eigenlijk chantage.” 

Veelzeggend: binnen N-VA klinkt precies hetzelfde verwijt over PS. “Je kunt niet vragen dat wij ons programma 100 procent inslikken. Dat is een capitulatie”, vindt N-VA-ondervoorzitter Lorin Parys.