Het onderzoek startte toen de politie een man controleerde die het café maar heel kort had bezocht. “Hij had twee dosissen cocaïne op zak en verklaarde die te hebben gekocht van de barvrouw van het café”, zegt Johan Vermant, woordvoerder van Bart De Wever. “Daarop controleerde de politie de zaak. De barvrouw, die ook de zaakvoerster is, was aanwezig en had 2.000 euro cash geld bij zich. In de vuilnisbak werd een sigarettenverpakking gevonden met meer dan drie gram cocaïne, verdeeld over vier eenheden. De zaakvoerster had eenzelfde sigarettenverpakking op zak. De drughond reageerde op verschillende plaatsen in het café, maar daar werden verder geen drugs meer gevonden.”

Geen drank

De zaak gaf volgens Vermant een verloederde en vuile indruk en de toiletten waren zeer onhygiënisch. “Er stond nergens drank of voedsel op de tafels en in de kassa zat weinig geld. Omdat de zaakvoerster het hele gebouw huurde, controleerde de politie ook de kelder en de eerste verdieping. Daar vonden ze 16 opgerolde zakjes waar verdovende middelen in verpakt worden, een mes dat positief testte op cocaïne, restanten van cocaïne op een tafel, en een kussen met verpakkingsmateriaal voor verdovende middelen in de vulling. Ook hier reageerde de drughond op verschillende plaatsen.”

De zaak werd gerechtelijk verzegeld. Tijdens de controle van de politie kwamen meerdere mensen aan bij het café die wilden binnenkomen, maar zij keerden op hun passen terug toen ze de politie zagen.

Gevaar

“De vaststellingen van de politie wijzen erop dat het café enkel dienst doet als uitvalsbasis voor drughandel”, aldus Vermant. “Het ligt in een buurt van scholen, winkels, een speelplein en haltes voor openbaar vervoer. De aanwezigheid van deze zaak zorgt voor een duidelijk gevaar voor verstoring van de openbare orde. Een sluiting van drie maanden is noodzakelijk om de drughandel te ontmoedigen en de openbare veiligheid te garanderen.”