Direct naar artikelinhoud
Recensie

Omstreden Jeanne d’Arc-opera verdient meer dan jubelend applaus ★★★★★

Audrey Bonnet als Jeanne d’Arc in ‘Jeanne d’Arc au bûcher’ van Romeo Castellucci.Beeld rv/B.Uhlig

Nee, de première van Jeanne d’Arc au bûcher werd niet verstoord door extreemrechtse Franse katholieken. De discrete veiligheidsmaatregelen waren blijkbaar voldoende. Maar de voorstelling zelf is op weldoende wijze verstorend. Zij duwt ons met de neus op onze eigen middelmatigheid.

Wie kan er in het hoofd kijken van een vrouw die op het punt staat levend verbrand te worden? Paul Claudel en Arthur Honegger gaven woorden en klanken aan de wilde caleidoscoop van gedachten en herinneringen die in die laatste minuten door Jeanne d’Arcs brein flitsen. Hersentovenaar Romeo Castellucci vindt er een beeld voor: een klaslokaal (het toonbeeld van orde en regelmaat!) dat door de schoonmaker in een rijzende koorts wordt leeggehaald en vernield, waarna hij zich ontdoet van zijn kleren en Jeanne blijkt te zijn. De soldaat in mannenkleren is weer het meisje geworden en is klaar voor haar laatste tocht. En die leidt, zoals bij ons allen, naar onszelf.

Afgezien nog van de historische nauwkeurigheid – Jeanne d’Arc droeg mannenkleren op het slagveld en werd door haar beulen ontkleed – betekent haar naaktheid precies die terugwerping op zichzelf, de zuiverheid van de pasgeborene in het aanschijn van de dood. En terwijl het stuk van Claudel en Honegger de verschillende fases van haar herinnering doorloopt – het proces als bestiarium, het politieke verraad als kaartspel, de hereniging van Frankrijk als die van brood en wijn, het zwaard als jeugdig ideaal – zien we Jeanne graven in haar verleden en zich tooien met de parafernalia van haar diverse historische recuperaties: de blote borsten van de republikeinse Marianne, de herderinnenwaan van de achttiende eeuw, de heksenborstel uit de katholieke haatpropaganda, het reusachtige slagzwaard van de reactionaire standbeelden, een dood wit paard, een verbleekte Franse vlag. En telkens opnieuw de heroïek van de naakte huid. In haar laatste uren is Jeanne alles: vrouw en man, sterk en breekbaar, verlosser en meisje.

Engagement opnemen

Wat de fenomenale actrice Audrey Bonnet hier klaarspeelt, verdient niet alleen het jubelende applaus dat haar op het einde te beurt valt. Het vraagt vooral om een zelfkritische reflectie van het publiek. Gelukkig laat de voorstelling voor een groot deel open welke. Toch twee suggesties: Jeanne vraagt ons welk engagement wij willen opnemen en hoe radicaal wij dat durven in te vullen. En: Jeanne staat ook voor al die vrouwen van wie het vurige engagement nu nog altijd door de goegemeente wordt geridiculiseerd omdat het ‘emotioneel’ zou zijn.

Tot slot: niets van dat alles zou mogelijk zijn zonder een even naakte, krachtige, transparante lezing van Honeggers muziek. Ex-muziekdirecteur Kazushi Ono staat voor het eerst sinds zijn afscheid weer in de orkestbak van de Munt en maakt van de partituur weer wat ze in 1938 was (en wat ondertussen soms in valse heroïek was ondergesneeuwd): een revolutionair psychologisch portret, een blik in het hoofd van een stervende.

Tot 12 november in De Munt, Brussel.