Direct naar artikelinhoud
Mobiliteit

Autodelen is hip, maar zorgt vaak voor weinig milieuwinst: hoe kan dat?

Autodeelsysteem Poppy in de straten van Antwerpen.Beeld Damon De Backer

In de tocht richting schone lucht en klimaatneutraliteit moedigt ook onze overheid deelauto’s aan. Maar dat leidt niet vanzelf tot minder uitstoot. ‘Autodelen geeft alleen milieuwinst als je autobezit afremt. Dat gebeurt nu niet expliciet’, concluderen Vlaamse onderzoekers.

Een auto niet meer bezitten maar delen is hip en lijkt ook erg groen. In werkelijkheid blijkt echter dat dat soms maar zeker niet altijd het geval is. Zeven op de tien mensen die af en toe in een deelauto stappen, doen dat namelijk vooral omdat het sneller is dan het openbaar vervoer te nemen. Ook wil zo’n zestig procent de eigen auto behouden en de deelauto daarbovenop gebruiken.

Dat blijkt uit een bevraging bij ruim 2.000 Vlaamse chauffeurs door het Steunpunt Circulaire Economie. De chauffeurs die de vragen in de enquête beantwoordden zijn geen perfecte afspiegeling van de bevolking omdat de onderzoekers rekruteerden via autodeelbedrijven. “Maar hun antwoorden geven wel een goed beeld van wat Vlamingen motiveert om te gaan autodelen en wat de hindernissen zijn”, zegt onderzoeker Donald Chapman.

Iedereen associeert autodelen onomwonden met milieuvoordelen. Die blijken de tweede belangrijkste motivatie om te gaan autodelen (voor 94 procent van de autodelers). Nog iets belangrijker (98%) is gewoon de mogelijkheid af en toe een auto te kunnen gebruiken. Ook het goedkopere prijskaartje in vergelijking met een auto bezitten (91%) en dat je geen gedoe hebt met verzekeringen en onderhoud (89%) zijn doorslaggevende motivaties, net dus zoals het feit dat het sneller is dan het openbaar vervoer (70%).

Ook blijkt dat autodelers minder vaak een auto bezitten en vaker een abonnement op openbaar vervoer dan niet-autodelers. Wie aan autodelen doet verplaatst zich bovendien vaker te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer dan wie een eigen wagen heeft en driekwart van de autodelers rijdt nooit met een privé-of bedrijfswagen. En als ze dat al doen, dan is het voor kortere afstanden dan de chauffeurs met een eigen wagen.

Milieudruk

De intenties voor de toekomst zien er bij autodelers ook een pak groener uit dan die van autobezitters: de kans dat ze nog een auto zullen kopen in de komende vijf jaar is zowat tien keer kleiner dan bij mensen die niet aan autodelen doen.

Toch luidt de belangrijkste conclusie van de onderzoekers dat autodelen riskeert bij te dragen aan de milieudruk in plaats van dat ze die lichter maakt.

Zestig procent ziet deelautosystemen namelijk als een extra transportoptie en reduceert zijn autobezit niet. “Het plaatje ziet er wel iets rooskleuriger uit als je de mensen meetelt die op die vraag met ‘ik ben het hier een beetje mee eens’ antwoordden”, zegt Chapman. “Dan beschouwt 69 procent autodelen als iets dat een eigen auto vervangt.”

Nog een pijnpunt is het ambigue effect op het openbaar vervoer. “Dat zeventig procent van de autodeelgebruikers het gebruikt omdat het sneller is dan het openbaar vervoer, suggereert dat het voor velen in de plaats komt van openbaar vervoer, wat nefast is voor het milieu”, zegt onderzoeker Luc Alaerts (KULeuven). “Autodelen is dus niet per definitie positief.”

Milieudruk
Beeld Damon De Backer

Dat tonen ook berekeningen over de hoeveelheid uitgespaarde broeikasgassen. In het meest positieve scenario, waarbij autodelers in totaal minder kilometers vreten, gaat het om 1064 kilo minder per week. Maar in een scenario waarbij de deelauto bovenop andere autogebruik komt, krijg je 238 kilo meer uitstoot per week.

De boodschap van de onderzoekers aan de overheid luidt dan ook om autodelen niet zomaar te promoten. “Het brengt alleen voordelen voor milieu en klimaat wanneer het ten koste gaat van autobezit en dat gebeurt nu niet”, zegt Alaerts. `

Vooral de bedrijfswagens houden mensen tegen om te gaan autodelen, zo toont de statistische analyse nog. Ook gebrek aan parkeerplaatsen voor deelauto’s en te weinig beschikbaarheid zijn een remmende factor. Zo geeft bijna veertig procent van de mensen die niet aan autodelen doen aan dat ze dat wel zouden doen mocht ermee parkeren makkelijker zijn.

Chapman en Alaerts raden beleidsmakers echter af om beide hindernissen weg te nemen.“Wanneer parkeren met deelauto’s erg makkelijk wordt zonder dat parkeren met privéwagens moeilijker wordt, bijvoorbeeld omdat het duurder wordt, riskeer je gewoon meer autogebruik”, zegt Alaerts. “Meer auto’s voorzien geeft eveneens een pak meer autogebruik als je niet tegelijkertijd privé-autobezit tegengaat.”

Ook de enthousiaste beleidsmaker die denkt dat autodelen goedkoper maken een puik idee is, trapt volgens de vorsers in een valkuil. Want negen op tien van de autodelers doet dat nu al omdat het goedkoper is dan een privé-auto bezitten. En voor wie niet deelt, is de kostprijs de minst belangrijke factor om het niet te doen. “Wordt autodelen goedkoper door subsidies”, zegt Chapman, “dan ontstaat een groter risico op toenemend autogebruik. Het beleid moet subsidies voor autodelen, zowel voor bedrijven als voor consumenten, dan ook vermijden.”

Hoe moet het dan wel? Chapman: “Beter openbaar vervoer, minder autobezit en vooral minder bedrijfswagens zijn de belangrijkste voorwaarden om autodelen zinvol te maken en te vermijden dat je het milieu nog meer belast. Doe je dan niet, dan is het eerder een grijze dan een groene nieuwigheid.”