Walter Pauli over de nieuwe SP.A-voorzitter: ‘Via Conner Rousseau kan John Crombez de fakkel een beetje gecontroleerd doorgeven’

© Belga
Walter Pauli

Conner Rousseau is verkozen tot nieuwe voorzitter van de SP.A. In september schreef Knack-redacteur Walter Pauli al een portret over de jonge politicus. ‘Zou hij echt Louis Tobback durven buiten te gooien?’

Dit stuk verscheen eerder in Knack van 20 september 2019

26 jaar. De voorbije dagen was de jeugdige leeftijd van Conner Rousseau, kandidaat-voorzitter van de SP.A, hét punt waar het debat om draaide. Sinds de voorbije verkiezingscampagne heeft de partij erg haar best gedaan om Rousseau naar voren te schuiven en zijn naam te lanceren in politiek geïnteresseerd Vlaanderen.

Officieel is er nog een tweede kandidaat-voorzitter, Hannes De Reu, maar Rousseau is de grote favoriet. Op het eerste gezicht lijkt het op een naar boven gekatapulteerde fils à maman: zijn moeder is Christel Geerts, oud-burgemeester van Sint-Niklaas, en hij leerde de Wetstraat beter kennen als medewerker op het kabinet van Freya Van den Bossche, toen Vlaams minister van Energie.

Rousseaus passage op het kabinet-Van den Bossche had weinig te maken met brandende ambitie. Het was een geval van nooddruft: zijn universitaire studie liep niet zoals gepland, zijn ouders hadden de geldkraan dichtgedraaid, en hij zocht een baan. Die kreeg hij bij Van den Bossche, als medewerker op de persdienst, en de jonge cabinetard kreeg het consigne om zijn tijd te verdelen tussen zijn politieke werk en het behalen van zijn diploma. Wat ook gebeurde: Rousseau mag zich intussen fiscaal jurist noemen.

Tegelijk was hij beland in het (krimpende) netwerk van socialistische kabinetten en het bijbehorende partijapparaat. Hij viel nogal op door als communicatieadviseur vooral op sociale media onconventionele pogingen te ondernemen om de SP.A-boodschap verstaanbaar over te brengen in kringen waar ze John Crombez niet begrijpen. Het begon met een snel vergeten internetcreatie als ‘Jos de Sos’, latere pogingen maakten al wat meer indruk. Het leverde hem de bijnaam ‘de Stevaert van Instagram’ op.

Geprepareerd door partijtop

Hoe dan ook was Conner Rousseau een van de jonge gezichten toen John Crombez zijn ‘operatie verjonging’ doorvoerde. Die was het resultaat van de plicht om voldoende nieuwe namen op de lijst te zetten en van het fel bediscussieerde cumulverbod. Daardoor moesten gevestigde SP.A’ers kiezen welk mandaat ze zouden opnemen, en welk ze zouden overlaten aan een nieuwe (en dus vaak jongere) naam.

Maanden voor de verkiezingen was al duidelijk dat Crombez, en wellicht ook Van den Bossche, hoog mikten met Rousseau.

Maanden voor de verkiezingen was al duidelijk dat Crombez, en wellicht ook Freya Van den Bossche, hoog mikten met Rousseau. Van alle jonge kandidaten werd hij veruit het best begeleid, gepromoot, haast opgeleid. Tijdens de campagne kreeg hij Johan Van Hoecke mee als roadie voor de dagelijkse besognes en voor de persoonlijke communicatie – Van Hoecke was woordvoerder van uitlopende voorzitters als Steve Stevaert, Caroline Gennez en Bruno Tobback – en tussendoor ook van Freya Van den Bossche. Intussen werd hij inhoudelijk bijgespijkerd door de man die op de persdienst van het kabinet-Van den Bossche zijn eerste ‘baas’ was geweest: Gorik Van Holen. Deze ex-journalist van De Morgen klom via de studiedienst van de SP.A op tot woordvoerder en adjunct-kabinetschef van Pascal Smet en Freya Van den Bossche, en is intussen politiek directeur van de partij.

‘De gewone man’

Rousseau is opgegroeid in Sint-Niklaas, met working class-vrienden. Vandaar zijn soms bijzonder volkse taal en omgangsvormen, en het begrip dat hij heeft voor de noden en angsten van ‘de gewone man’. Zeker, hij is de zoon van een burgemeester (die voorts ook hoogleraar is aan de VUB). Maar tegelijk kreeg Rousseau enig wantrouwen ingelepeld tegenover de partijwerking. Zijn moeder gold immers als een al te ernstig parlementslid, niet sexy genoeg – toch niet naar de smaak van veel nationale SP.A-kopstukken. Zij namen wel contact op met Christel Geerts als ze standpunten wilden innemen over vergrijzing of veroudering, maar verder was haar lot zoals dat van zoveel parlementsleden: op veel sympathie, warmte of aandacht van de echte top hoeven ze niet te rekenen. Enige onverschilligheid is hun deel.

Als Rousseau een politieke boodschap brengt, wil hij dat zijn oude vrienden uit Sint-Niklaas of Gent begrijpen wat hij wil zeggen.

Zijn omgeving zegt dat Rousseau daardoor de voeten op de grond houdt: als hij een politieke boodschap brengt, wil hij dat zijn oude ‘maten’ uit Sint-Niklaas of Gent begrijpen wat hij wil zeggen, en als het even kan: zich erin herkennen. Tegelijk heeft hij in zijn hoofd een en ander uitgeklaard: om gehoord te kunnen worden, moet je je uitgangspositie afdwingen. Hoe groter de afstand van het politieke centrum, hoe minder je te zeggen hebt, hoe minder je kunt doen.

Het is dan ook geen toeval dat hij zich opwerkte tot de favoriete pupil van de vooral Oost- en West-Vlaamse groep die het voorbije jaren voor het zeggen had op het Brusselse SP.A-hoofdkwartier. Die draait rond Freya Van den Bossche en haar gewezen kabinetsmedewerkers – haar oud-kabinetschef John Crombez is er één van.

Niet dat Rousseau zomaar a puppet on a string is. In januari 2019, helemaal aan het begin van de verkiezingscampagne, zorgde SP.A-voorzitter Crombez voor ongenoegen in eigen rangen toen hij zonder ruggespraak in Humo een lans brak om de overheid de mogelijkheid te geven sommige mensen (bijvoorbeeld zware drugsverslaafden) ‘minstens tijdelijk’ te beletten kinderen te krijgen. Veel socialisten vonden dat de voorzitter er niet goed aan deed zijn eigen dada’s in de verkiezingsstrijd te gooien.

Vraag is of het wel zijn dada’s waren. Al een half jaar eerder, op 15 mei 2018, was naar aanleiding van de Dag van het Gezin een merkwaardig opiniestuk verschenen op hln.be: ‘Alle kinderen hebben recht op een gezin. Maar hebben alle gezinnen recht op kinderen. Nee!’ De auteur werd voorgesteld als een jurist en een hoofdleider op kampen die openstaan voor kinderen uit de Bijzondere Jeugdzorg. ‘Daarnaast werkt hij op social media en als eventmanager voor de SP.A: Conner Rousseau’. Was Rousseau met zulke niet-conventionele uitspraken en optredens al bezig de kroonprins van John Crombez te worden, nog voor hijzelf of zeker de buitenwereld er erg in had?

Krabbenmand

Want dat Crombez met Rousseau zijn man vooruitgeschoven heeft in de krabbenmand die de SP.A de voorbije jaren was geworden, staat buiten kijf. Crombez heeft nog altijd niet uitgesproken of hij al dan niet kandidaat is om zichzelf op te volgen, maar alles wijst erop dat Rousseau door Crombez en zijn omgeving al maanden geleden in stelling werd gebracht als nieuwe SP.A-voorzitter. Via Rousseau kan Crombez de fakkel een beetje gecontroleerd doorgeven, en blijft er in de persoon van zijn opvolger toch iets over van de nalatenschap van zijn voorzitterschap: de verjonging.

Via Rousseau kan Crombez de fakkel een beetje gecontroleerd doorgeven, en blijft er toch íéts over van zijn nalatenschap: de verjonging.

Rousseau zal alle moeite hebben van de wereld hebben om te herstellen wat er voorbije jaren – en vaak al lang daarvoor – fout is gelopen bij de SP.A. De partijdiscipline, bijvoorbeeld. Vooral vader en zoon Tobback benoemden keihard wat er misliep op het eigen partijhoofdkwartier. John Crombez kreeg ermee te maken, maar ook tijdens het voorzitterschap van Caroline Gennez (2007-2011) sneden de Leuvense aanvallen diep. Rousseau liet al weten dat met hem als voorzitter eerst samen een partijlijn wordt uitgezet. Voor wie zich vervolgens niet aan de collectieve afspraken houdt, is geen plaats meer in de partij.

Zou hij echt Louis Tobback durven buiten te gooien? Of zal dat niet nodig zijn? Zowel vader als zoon Tobback heeft zich immers al positief uitgelaten over Rousseau. En natuurlijk is de volgorde van zijn uitspraak niet onbelangrijk: ‘Eérst samen een partijlijn uitzetten.’ De eerste taak van de nieuwe voorzitter wordt de hereniging van een hopeloos verdeelde partij. De kameraden hoeven heus niet allemaal elkaars vrienden te zijn, maar een minimum aan camaraderie helpt wel.

De bodem is weg

Conner Rousseau zal ook oudere socialisten en Vlamingen moeten overtuigen van de leiderschapskwaliteiten van een 26-jarige. Over zijn prille leeftijd wordt vooral meewarig gedaan. Natuurlijk is 26 jaar piepjong om een partij als de SP.A te leiden. Rousseau was amper 7 jaar toen Steve Stevaert in 1999 met Paars-Groen begon. Hij was 11 bij de triomf van Stevaert in 2003.

Maar was Tom Van Grieken ook niet pas 28 jaar toen hij in 2014 de leiding van het Vlaams Belang op zich nam? Voor zijn partij was dat trouwens de juiste keuze om de problemen, de spanningen en de na-ijver van de oudere generatie Dewinter/Annemans definitief achter zich te laten.

Ze zullen het in de Volkshuizen niet graag horen, maar eigenlijk bevindt de SP.A zich vandaag in een soortgelijke situatie als het Vlaams Belang vijf jaar geleden. Het VB had net de kiesdrempel gehaald. In de jongste peiling zitten de Vlaamse socialisten op goed 8 procent – met een foutenmarge van 3 procent komt de kiesdrempel dus akelig dichtbij. De bodem is weggeslagen onder de SP.A. Haast geen enkele stem is nog ‘zeker’, oude en eventuele nieuwe keizers zullen allemaal overtuigd moeten worden van hun stem.

Net als bij het VB heeft de ‘oude’ SP.A-generatie een vermolmde partij achtergelaten, en daar hebben alle kopstukken op één of andere manier toe bijgedragen. Dan lijkt er maar één mogelijke uitweg – zonder garantie op succes, maar tenminste met kans op verandering en verbetering: een fikse verjonging.

Net als bij het VB heeft de ‘oude’ SP.A-generatie een vermolmde partij achtergelaten, en daar hebben alle kopstukken op één of andere manier toe bijgedragen.

‘Oud’ betekent in het geval van de SP.A de generatie van veertigers en vijftigers. Het is ondenkbaar dat er een nieuw voorzitterschap zou komen van Caroline Gennez (44), Bruno Tobback (50) of John Crombez (46). Net zoals parlementsleden als Kathleen Van Brempt (49), Freya Van den Bossche (44) of figuren als Peter Vanvelthoven (56) beseffen dat de jaren om hun partij te kunnen leiden voorbij zijn.

Anderen – Meryame Kitir (39), Mohamed Ridouani (40) of Yasmine Kherbache (47), wellicht ook Hans Bonte (57) – hebben erover nagedacht, maar besloten voor zichzelf dat ze beter zouden renderen in een andere functie. Andere SP.A’ers zoals Jan Cornillie (42), wie weet Joris Vandenbroucke (42) of… Tom Meeuws (49) hadden misschien overwogen om zich kandidaat te stellen als ze werden gevraagd, maar misten de noodzakelijke steun. Hoe dan ook waren zij de voorbije jaren met z’n allen gezichten van een partij en vertolkers van een politiek verhaal dat zelfs verstokte linkse kiezers naar andere partijen heeft gejaagd.

Afscheid van een generatie

De SP.A moet afscheid nemen van ‘een generatie’. Niet zozeer van de mensen (die hoeven echt niet allemaal tegelijk met pensioen) maar vooral van ideeën, van vijandschappen, van een train de vie, van hoe men in het leven staat. Als Conner Rousseau straks kandidaat is voor het voorzitterschap is de SP.A wel verplicht om het over de toekomst te hebben – met Rousseau ga te toch niet meer zaniken over de onenigheid tussen Crombez en de Tobbacks?

In die zin staat de SP.A er wat het voorzitterschap betreft mogelijk beter voor dan Groen, waar de strijd gestreden wordt tussen de aftredende voorzitter Meyrem Almaci en de aftredende Vlaamse fractievoorzitter Björn Rzoska. De kans is daar veel groter dat het debat over het verleden gaat, en waarom de partij op 26 mei veel minder vooruitging dan verwacht, zodat iedereen van een nederlaag sprak. Als Almaci wint, vaart Groen morgen min of meer dezelfde koers als gisteren. Als Rzoska wint in feite ook, op enkele bijsturingen en een andere persoonlijke toets na.

Rousseau deed in de aanloop naar de verkiezingen wat weinig socialisten konden: schooldebatten winnen.

Kan Rousseau het beter en anders doen dan zijn voorgangers? Evident wordt het niet, want de sociaaldemocratie ligt in heel Europa op apegapen, en elke grafiek leert dat de partij al 40 jaar stelselmatig stemmen verliest bij parlementsverkiezingen – op occasionele opstekers na. Anderzijds deed hij in de aanloop naar de verkiezingen een paar keer wat weinig socialisten konden: schooldebatten winnen, met duidelijk verschil. Scholieren (ook van het technisch onderwijs) ervan overtuigen dat de socialistische remedies beter zijn dan die van het Vlaams Belang of van Groen: dat was voor 90 procent van zijn partijgenoten een schier onmogelijke klus geweest. Zeker, scholieren zijn niet stemgerechtigd. Maar straks worden ze dat wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content