Direct naar artikelinhoud
Interview

Prinses Esmeralda: ‘Soms is wat burgerlijke ongehoorzaamheid nodig’

‘Over het tijdstip van het huwelijk van mijn ouders, in volle oorlogstijd, zei mijn moeder me in alle eerlijkheid dat het een vergissing was.’

Onlangs belandde een lid van onze koninklijke familie in de cel, en nee, het was níét prins Laurent. Prinses Esmeralda (63), dochter van koning Leopold III en Lilian Baels, werd in Londen opgepakt tijdens een manifestatie van de ecologische protestbeweging Extinction Rebellion.

Wie afspreekt met een prinses, verwacht een protocollaire omgang, een kasteel op een weids domein, jachthonden, glazen muiltjes en voorzichtige conversaties. In werkelijkheid niets van dat alles: we ontmoeten prinses Esmeralda in een trendy bakkerij in haar thuisbasis Londen, waar ze als een volleerde hipster van een chai latte nipt en ons vrank en vrij vertelt over haar engagement.

“Ik ben zó blij dat ik geen koningin ben. Ik ben deel van de familie, maar ik ben wel vrij om zelf te kiezen waar ik woon, om te doen wat ik wil, en vooral om mijn mening te uiten. Die vrijheid zou ik niet kunnen missen.”

U doet wel meer dan enkel uw mening verkondigen. U belandde onlangs in een Londense cel na een protestactie. Wat was er precies gebeurd?

“Het was niet de eerste keer dat ik deelnam aan een actie van Extinction Rebellion. Met enkele honderden actievoerders hadden we Trafalgar Square bezet. Zittend en geweldloos, zoals altijd. Na enkele dagen kwam een indrukwekkende politiemacht aanzetten. De agenten lieten ons rustig weten dat we mochten protesteren, maar dat we een inbreuk begingen door de rijbaan te blokkeren. Ze vroegen of we ons naar het trottoir wilden begeven. We kregen één minuut om te vertrekken, anders zouden ze ons oppakken. Sommige actievoerders hebben geluisterd, anderen, onder wie ikzelf, zijn blijven zitten. We zijn één voor één gearresteerd.

“Niet ver van mij zat een vrouw die heel aangedaan was. Ze huilde, ze was zichtbaar bang om opgepakt te worden, maar toch bleef ze zitten, in tranen. Dat vond ik zo’n sterk beeld. Ik herkende me in haar. Ik wist dat ik gearresteerd zou worden, maar ben blijven zitten. We werden opgepakt onder luid applaus van de andere actievoerders: ‘We love you!’ (lacht) Die sfeer geeft je de moed om de arrestatie te ondergaan.

‘Het is goed dat ik in de cel ben beland. Zo toon ik dat het klimaat ons allemaal aangaat.’

“We waren natuurlijk met heel veel actievoerders: er waren gewoonweg te weinig politiewagens voor zo veel criminelen. (ironisch lachje) We hebben meer dan een uur moeten wachten om weggevoerd te worden. De sfeer was rustig, maar tegelijk was het surreëel: honderden vreedzame mensen stonden te wachten om meegenomen te worden in politiewagens. Intussen passeerden er twee typisch Britse oude dames die enkel van de politiemannen wilden weten of ze Trafalgar Square wel konden oversteken: ze hadden namelijk afgesproken om aan de overkant van het plein thee te drinken. (lacht) Dat is Groot-Brittannië.

“In tussentijd sprak ik met de agenten. Ze toonden begrip voor onze actie, zeiden dat ze begrepen waarom we er zaten en dat ook zij ongerust waren over de toekomst. ‘Maar orders zijn orders: wij móéten jullie meenemen.’ Over de politieaanpak hebben we niet te klagen gehad. Alles is rustig verlopen.”

Hoe voelde het om in een cel te belanden?

“Ik ben op geen enkel moment bang geweest, omdat ik wist dat ik niets te vrezen had. De details zullen me wel altijd bijblijven. Zo moest ik mijn schoenen uitdoen – een standaardprocedure, zodat mensen zichzelf niets aandoen met hun veters. In totaal heb ik zo’n twee uur in een cel gezeten. Wat ik gedaan heb? Nagedacht. Op het bed gezeten. Meer kon ik niet doen. Uiteindelijk ben ik vrijgelaten zonder vervolging.”

Een prinses in gevangenschap: op Twitter werd u vergeleken met sprookjesfiguur Rapunzel.

(lacht) Het grote verschil is dat Rapunzel een slachtoffer was van haar situatie. Ik heb ervoor gekózen om in die cel te zitten. Voor mij is het belangrijk om te tonen dat de klimaatkwestie mensen uit alle lagen van de samenleving aanbelangt. Ik heb in dat politiebureau veel nagedacht over de mensen die al voor de tweede of derde keer opgepakt waren, mensen die misschien hun werk verliezen, voor wie de gevolgen zwaarder zijn dan voor mij. Zij moeten weten dat ze steun krijgen van iedereen. Daarom was het belangrijk dat ook ik in een cel belandde. En daarom geef ik nu ook graag dit interview.”

U bent voorstander van de werkwijze van Extinction Rebellion, al is die volgens sommigen radicaal. Waarom?

“We hebben in het verleden alles al geprobeerd: klimaatmarsen, gelobby bij politici en bedrijven... Dat brengt geen zoden aan de dijk. Hoe hebben politici tot dusver gereageerd? Ze nemen halve maatregelen of zetten enkel symbolische stappen. In Engeland is de klimaatnoodtoestand uitgeroepen, maar ook dat is niet meer dan wat symboliek. Er wordt wereldwijd nauwelijks actie ondernomen om het probleem bij de wortel aan te pakken. Veel verbintenissen, veel beloftes, maar échte maatregelen? De politiek voelt geen urgentie, terwijl de tijd wel degelijk dringt.

“Extinction Rebellion is een geweldloze milieuorganisatie die in Londen opgericht is. De activisten zijn burgerlijk ongehoorzaam en worden daardoor dikwijls opgepakt. Ze bezetten belangrijke pleinen door er gewoonweg te gaan zitten. Extinction Rebellion wil een internationale burgerbeweging voor het klimaat creëren, zoals we in de vorige eeuw de vrouwen- en de burgerrechtenbeweging hadden. Het idee is dat zulke groepen veel druk kunnen zetten op politici. Om dat doel te bereiken, zijn opvallende protestacties van groot belang. We willen de vollédige publieke opinie wijzigen, en niet steeds maar dezelfde mensen bereiken. Zo raakte ik onlangs met een taxichauffeur aan de praat over onze protesten. Hij had erover gelezen in de populaire Britse krant The Sun, niet meteen een wetenschappelijk blad. Die chauffeur had nooit echt nagedacht over het klimaatprobleem, en al helemaal niet over de biodiversiteitscrisis en al haar gevolgen.

“De organisatie eist van overheden dat ze de klimaatcrisis erkennen en binnen de tien jaar volledig afstappen van fossiele brandstoffen.”

Zoals wel vaker bij groene bewegingen klinken de eisen mooi in theorie. Maar voor veel mensen die niet naar hun werk kunnen door de protesten, lijken de actievoerders hippies zonder verantwoordelijkheidsgevoel.

“Dat beeld bestaat inderdaad, van de dromers op blote voeten die niets beters te doen hebben. Nogal wat politici en bedrijven willen het ook in stand houden, want het trekt de beweging in het belachelijke. Maar ik zie tijdens de acties mensen uit alle lagen van de samenleving: arbeiders, studenten, dokters, wetenschappers, advocaten... Jong en oud. Dat is precies waarom ik mij liet arresteren: door mijn positie en naam veroorzaak ik controverse, en dat toont heel concreet aan dat het Extinction Rebellion menens is: het is geen beweging voor hippies, maar een netwerk voor iedereen. Net zoals de klimaatcrisis een crisis is van iedereen. We zullen allemáál getroffen worden door de gevolgen ervan.

“Extinction Rebellion moet zich wél beter inleven in de mensen die meer bezig zijn met het einde van de maand dan met het einde van de wereld. De beweging maakt nog fouten, vind ik, zoals het blokkeren van de Londense metro. De metro is ecologisch: door die te blokkeren, verwar je de mensen en vervreemd je ze van de klimaatzaak.”

‘Veel politici stereotyperen de klimaat­beweging als een bende hippies. Zo trekken ze ons in het belachelijke.’

Uw engagement leverde u online de nodige beledigingen op.

“Door mijn discours, maar ook door wie ik ben. Engelsen zeiden me dat ik moest terugkeren naar België om daar wat te gaan actievoeren, Belgen vonden me een slecht voorbeeld en stelden dat een prinses niet hoort te rebelleren. Maar wat ik te horen krijg, valt nog wel mee. De gewelddadige kritiek op Greta Thunberg, díé choqueert mij. Ze is zestien jaar, dat vergeten mensen soms. Ik heb het geluk gehad haar te ontmoeten. Ze is een overtuigde jonge vrouw. Een eerlijke vrouw ook, en dus geen speelbal of spreekbuis, zoals sommigen beweren. Wat me ook frustreert, is hoe zij en andere vrouwen telkens ‘hysterisch’ genoemd worden, gewoon omdat ze gepassioneerd zijn en een punt maken. Neem het maar van mij aan: als Thunberg een jongen was geweest, zou ze nooit hysterisch genoemd zijn. Vrouwen worden meer beledigd op sociale media dan mannen, zeker als ze een kleurtje hebben.

“Die discussies rond de persoon van Greta Thunberg leiden ook de aandacht af van de feiten: wat ze zegt, en wat Extinction Rebellion zegt, wordt ondersteund door de wetenschap. De acties en het discours lijken soms overdreven, maar dat is allemaal een peulschil vergeleken met wat de klimaatverandering zal teweegbrengen.”

Hebt u gezien wat er gebeurde tijdens de manifestatie van Extinction Rebellion in Brussel?

“Het was totaal disproportioneel: waterkanonnen, traangas, pepperspray... En dat is enkel wat we konden zien op de beelden. Allemaal om een vreedzame manifestatie af te breken. Dat de actievoerders bevelen negeerden? Tja, het is altijd zoeken naar een evenwicht. Ik weet ook wel dat we de publieke opinie niet zullen keren door bij wijze van spreken hele economieën plat te leggen, maar soms is wat burgerlijke ongehoorzaamheid nodig om een boodschap over te brengen. Dat geeft ordediensten allerminst een vrijgeleide om zich zo te gedragen. Gelukkig zijn er al onderzoeken ingesteld. Ik denk trouwens dat zulke reacties van overheden wereldwijd averechts zullen werken. Duizenden mensen oppakken, geweld gebruiken tegen vreedzame actievoerders: dat alles zal het onrechtvaardigheidsgevoel versterken en nog méér mensen mobiliseren. De beweging zal blijven groeien.”

Overschat u het draagvlak van Extinction Rebellion niet? Heel wat Vlamingen liggen niet wakker van het klimaat. Ze zijn verknocht aan hun biefstuk of hun goedkope vliegtuigreisje.

“Ik voel dat draagvlak nochtans groeien. De beledigingen van tegenstanders zijn volgens mij een verdedigingsmechanisme. Mensen willen hun vrijheid niet verliezen, en dat is normaal. Maar iedereen moet zich ervan bewust worden dat we zo niet verder kunnen leven. We moeten allemáál inspanningen doen. Inderdaad: minder vlees eten, het vliegtuig mijden, onze ecologische voetafdruk verkleinen. Dat is de nieuwe realiteit.”

Uw ecologische voetafdruk zal, als globetrotter, ook geen maatje 35 zijn.

(glimlacht) Daarvan ben ik mij bewust. Maar ik doe mijn best: ik eet al tien jaar geen rood vlees meer en mijn verre reizen doe ik zo veel mogelijk met de trein. In Londen doe ik alles te voet of met het openbaar vervoer. Ik heb hier zelfs geen auto. Maar niemand is perfect. Het is trouwens goedkope kritiek, vind ik: ook wie iets wil doen voor het klimaat kan leren schoenen dragen of af en toe eens het vliegtuig nemen. Anders raken we niet vooruit. Je kunt binnen ons huidige economisch systeem niet de perfecte voetafdruk hebben, tenzij je écht rijk bent. Maar niet iedereen kan zich duurzaam geproduceerde sneakers veroorloven.

“Wij vechten voor een systeem waarin we ecologisch verantwoord kunnen leven. Daarom moeten we druk zetten op de machthebbers. Op overheden en op grote bedrijven. Bedrijven moeten minder uitstoten, overheden moeten vol inzetten op hernieuwbare energie. De economie moet een omwenteling maken, en dat moet sneller. Dat benadrukken is niet communistisch, vind ik.”

Wat denkt onze koning, uw neef Filip, er allemaal van?

“De koning is, net als de rest van de koninklijke familie, erg begaan met het klimaat en de natuur. Hij toont dat op politiek minder gevoelige manieren, via symbolische acties voor het natuurbehoud bijvoorbeeld. Maar je kunt hem natuurlijk niet vragen om aan manifestaties deel te nemen.”

Onlangs nam de vorst de trein naar Luxemburg. De trein!

“Echt? Dat is een formidabel voorbeeld. En zo ken ik hem: hij is echt bezig met de klimaatcrisis. In de familie wordt erover gesproken, het thema leeft. Al lang trouwens: in de vorige eeuw, lang voor er sprake was van klimaatverandering, bekommerde de familie zich al over het verlies aan biodiversiteit.”

U bent de jongste dochter van Leopold III en Lilian Baels, de tweede vrouw van uw vader. Toen u in 1956 geboren werd, had uw vader al troonsafstand gedaan. Hoe herinnert u zich uw jeugd?

“Als warm en familiaal. Aangezien we niet meer in Laken woonden – dat geluk had ik – was er geen sprake meer van koninklijke protocollen. Ik groeide op in een hecht gezin, met twee lieve ouders die veel tijd hadden voor mij. We hadden een heel hechte band. Mijn vader was 55 bij mijn geboorte, dus was hij tegelijk ook een grootvader voor mij. Hij noemde mij ‘TP’: mon tout-petit.

“Ik herinner mij nog een spel dat we speelden: les amis inséparables. We hielden elkaars handen vast en moesten elkaar recht in de ogen kijken. Zo moesten we door de kamer manoeuvreren zonder meubels te raken of te vallen. Ik was toen heel klein. Mijn broer (prins Alexander, red.) was veertien jaar ouder dan ik, hij was al snel het huis uit toen ik opgroeide. Eigenlijk ben ik opgevoed als enig kind. Ik was altijd thuis, ik ging zelfs niet naar school. Ik was steeds bij mijn ouders.

“Mijn vader heeft mij de wereld leren kennen. We reisden de planeet rond en leerden samen ontelbare landen, talen en volkeren kennen. Hij heeft mij de liefde voor de natuur geschonken, maar ook voor reizen en voor andere culturen. Hij deed me nadenken over de ongelijkheid in de wereld. Zo was hij zelf ook opgevoed: zijn vader, Albert I, was de eerste koning die er een bescheiden levensstijl op nahield.”

Ooit liet u uw vader de beroemde vragenlijst van schrijver Marcel Proust beantwoorden. Hij vertelde u dat hij het liefst plantkundige geworden was.

“Zijn passie voor de natuur was grenzeloos. Ik herinner me nog hoe hij me meenam naar de tuin en uren kon praten over planten en bomen, over de bloemen en de bladeren. En over het belang van de biodiversiteit, van ecosystemen, over hoe alles in de natuur samenhangt. Daar, als klein meisje bij mijn vader in de tuin, is mijn engagement begonnen. In de jaren 70 heeft hij zijn organisatie opgericht ter bevordering van het natuurbehoud. Het Leopold III-fonds draagt bij aan studie-expedities over de hele wereld. Sinds 1983 ben ik er de trotse voorzitter van. We hebben onlangs de jongeren gesponsord die met de zeilboot naar de klimaatconferentie gereisd zijn.”

U werd als kind ondergedompeld in een bijzonder stimulerende omgeving. Er kwam haast elke dag een Nobelprijs-winnaar op bezoek.

“Mijn ouders, vooral mijn moeder, waren gepassioneerd door wetenschap. Moeder organiseerde wetenschappelijke conferenties bij ons in Argenteuil. Albert Einstein is op bezoek geweest in Laken, maar ik leerde vooral geleerden kennen als Paul-Émile Victor (poolonderzoeker en schrijver, red.), Haroun Tazieff (geoloog en vulkanoloog, red.), en Christian de Duve, die de Nobelprijs voor Geneeskunde had gewonnen. Vooral De Duve was een goede vriend van mijn ouders. Toen mijn ouders stierven, is hij een tweede vader geworden voor mij. Zes jaar geleden is hij zelf gestorven. Hij had beslist om euthanasie te ondergaan. Ik heb nog de kans gekregen om afscheid te nemen, dat heeft een diepe indruk op mij nagelaten. Hij was de 90 voorbij en heeft bewust en helder de beslissing genomen om er een punt achter te zetten. Ça m’a frappée. De Duve was, naast mijn ouders, degene die mijn interesse voor wetenschap en natuur het meest heeft aangewakkerd.

“Ik heb formidabele mensen ontmoet, van kleins af aan. Het enige minpunt: ik maakte weinig vrienden, omdat ik niet naar school ging. Ik had enkele neven en nichten, maar ik zag weinig mensen van mijn eigen leeftijd. Naar de universiteit gaan was een schok: zo veel mensen! (lacht) Ik heb gelukkig snel veel vrienden gemaakt en geprofiteerd van de vrijheid, maar het was iets waar ik mijn kinderen voor wilde behoeden: hen heb ik al vanaf hun 3 jaar naar de kleuterschool gestuurd, zodat ze vriendjes konden maken. Maar eenzaam ben ik nooit geweest. Ik reisde de wereld rond met mijn ouders. Ik wist niet wat ‘normaal’ was, wat ik miste.”

U leerde uw vader kennen na de zwaarste periode uit zijn leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel hij in handen van de Duitse bezetter en verbleef hij onder huisarrest in Laken. In die periode trouwde hij met uw moeder, die al zwanger was. Leopold werd door de pers en de regering gezien als de zondebok en verrader van het land, en zou na de heftige Koningskwestie troonsafstand doen. Was hij niet verbitterd?

“Het is evident dat zijn verleden hem veel heeft doen lijden. Maar ik heb hem gekend als een rustige man. Hij had vrede met zijn verleden. Eigenlijk praatte hij zelden over zijn periode als koning. Hij haalde het soms kort aan, maar het beheerste ons huishouden niet. Ik vroeg er ook nauwelijks naar. Nu heb ik daar wel spijt van. Ik herinner mij mijn vader als een man die een nieuw leven leidde. Hij wilde de wereld verkennen, reizen, foto’s maken, en hij was volledig vrij om dat allemaal te doen. Ik heb mijn vader enkel zo gekend: gepassioneerd, niet verbitterd.”

Hoe beoordeelt u het koningschap van uw vader?

“Hij was koning in een zeer onrustig en ingewikkeld tijdperk. Ik ben er zeker van dat hij enkel dacht aan het belang van het land en de Belgen, bij alles wat hij deed. Hij liet zich tijdens de oorlogsperiode ook steevast leiden door het voorbeeld van zijn vader, koning Albert I, die tijdens de Eerste Wereldoorlog in het land was gebleven – dat was toen de juiste keuze gebleken. Helaas was de situatie in 1940 niet dezelfde als in 1918.

“Over het tijdstip van hun huwelijk, in het midden van de oorlog, vertelde mijn moeder me in alle eerlijkheid dat het een vergissing was. Ze was zich er achteraf gezien van bewust, maar op dat moment waren mijn ouders verliefd. Ze wisten uiteraard niet wat er daarna allemaal zou gebeuren.”

Uw vader en moeder zijn hard aangepakt door de pers. Dat moet zwaar geweest zijn.

“Ik denk dat mijn ouders nooit echt een kans gekregen hebben van de pers. Zeker mijn moeder niet. Ze hebben geleden onder de berichtgeving. Mijn vader had het er ook moeilijk mee dat hij zich niet kon verdedigen. Net daarom stond hij ook achter mijn idee om journaliste te worden. Hij wist dat het een belangrijk beroep was – en een mooi beroep, als je het maar eerlijk en correct uitvoert.

“Later heb ik boeken geschreven en documentaires gemaakt over mijn beide ouders. Ik wilde het beeld dat in de loop der jaren van hen geschetst was, wat bijstellen. Mijn vader heeft mij uitdrukkelijk gevraagd om zijn foto’s te laten zien aan het grote publiek. Zijn leven ná die lastige periode als koning. Zijn passies, zijn talenten, zijn foto’s en zijn reizen: dat was mijn vader, en dat mochten de mensen niet vergeten. Mijn moeder heeft me nooit gevraagd om postuum iets te doen, maar ik wilde dat zelf wel. Er is een heel donker beeld geschetst van haar, terwijl ze een elegante vrouw was met een rijke persoonlijkheid. Ik wilde dat nog delen met de wereld.”

‘Ik ben zó blij dat ik geen koningin ben, en zelf kan kiezen waar ik woon, wat ik doe en wat ik zeg. Die vrijheid zou ik niet kunnen missen.’

Wat hebt u uw kinderen verteld over het verleden van de koninklijke familie in Congo?

“Ik heb er véél over gesproken met hen. Ze kennen de geschiedenis. Het is cruciaal om de fouten uit het verleden te erkennen. We moeten als samenleving nog veel meer over de koloniale geschiedenis praten, dat hebben we in Europa nooit voldoende gedaan. Sinds het einde van die sinistere periode wachten nog heel wat Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen op een vorm van erkenning. Ik wil het in alle talen zeggen: erkenning, acknowledgement, reconnaissance. Ook ons land heeft nooit voldoende uitleg gegeven over Congo. Laten we eindelijk als land beginnen onze fouten te erkennen.”

Hoe moeten we dat zien? Op een persconferentie excuses aanbieden?

“Dat kan heel gericht, zoals met de metissen, de kinderen van Congolese moeders en Belgische vaders. Die werden nooit formeel erkend, ze werden in België bekeken als buitenlanders en hadden soms zelfs geen geboorteakte. Vaak kwamen ze terecht in weeshuizen of pleeggezinnen. Sommigen kennen hun ouders nog steeds niet. Het Congolese parlement heeft enkele jaren geleden excuses geëist van de Belgische regering, en de premier heeft die dit jaar ook aangeboden. Dát is erkenning, en dat moet nog veel vaker gebeuren. Anders blijven de relaties vergiftigd.”

Sprak u over Congo met uw vader?

“Zeker. Hij is dikwijls in Congo geweest, vooral in de jaren 20, nog voor hij koning was. Toen al was hij zeer kritisch over de Belgische administratie, over de manier waarop de lokale bevolking behandeld werd. Ik heb brieven gelezen tussen hem en zijn vader, waarin hij bijzonder scherp was. Maar Albert I waarschuwde hem: ‘Pas op, je gaat hiermee niet enkel vrienden maken.’ Het was toen nog erg controversieel om openlijk kritiek te uiten op de rol van België in Congo. Mijn vader was zeer bezorgd om het lot van de Congolezen, dat weet ik zeker. Maar het was netelig. Zelfs vandaag, honderd jaar later, is dat nog een moeilijk debat.”

Was het uw kinderdroom om journaliste te worden? De meeste meisjes dromen ervan om prinses te worden, maar u wás dat al.

(lacht) Mijn droom was actrice worden. Ik wilde net géén prinses zijn. Ik wilde me anders kunnen kleden, zeker als jongvolwassene, en ontsnappen uit die veilige omgeving. Daarom was ik zo gelukkig aan de universiteit, en nu als freelancejournaliste. Die onafhankelijkheid wil ik nooit meer kwijt. Ik ben niet gebonden aan één bureau, één land of één plek.”

Aangezien u toch een onafhankelijke en weldenkende journaliste bent: wat vindt u van de monarchie?

(lacht) Dat is een héél moeilijke vraag voor mij. De rol van de monarchieën in de wereld is bijna overal zeer klein geworden, maar soms vind ik hun rol echt positief. Hier in Groot-Brittanië, bijvoorbeeld, trekt het koningshuis enorm veel toeristen aan. (lacht) Amerikanen smullen ervan: het is Hollywood in het echt. Ik ben blij dat ik er geen deel van uitmaak.

“Zeker in België heeft de monarchie nog een positieve functie. Het politieke systeem is bijzonder complex, en net daarom heb je een neutrale, onverkozen figuur nodig om die verschillen te overbruggen. Het zou moeilijk zijn om een president te hebben in ons land. Bij de laatste regeringsonderhandelingen heeft de koning toch weer zijn rol gespeeld.

“Dat wil niet zeggen dat ik geen begrip heb voor de kritiek op het systeem van de monarchie. Er vloeit geld naar het koningshuis en ik begrijp dat dat controverse opwekt. Maar een president verdient óók veel geld, al is die natuurlijk wel verkozen.”

Bestaat België over vijftig jaar nog?

(denkt na) Eerlijk: ik weet het niet. Ik heb intussen al zo vaak gehoord dat het einde van België er zit aan te komen, maar ça tient toujours.

In mei stemde bijna één Vlaming op de vijf voor Vlaams Belang.

“Een spijtige zaak. Dat harde nationalisme is een tendens die we overal in Europa zien – overal ter wereld eigenlijk. Men plooit terug op zichzelf. Ik vind dat spijtig. De grote problemen van vandaag, zoals de klimaatcrisis, los je daarmee niet op. Dat kan enkel door samenwerking. Ik associeer het nationalisme ook niet met de Belgen. Ik vind dat wij een gastvrij volk zijn.”

Vindt u dat echt?

“Jij niet, dan? Zeker in Brussel zie je dat, met al die nationaliteiten samen. Dat wérkt. Ik woon nu al enkele jaren in Londen, maar ik keer nog dikwijls terug naar België, en dan eet ik graag mosselen met frieten. We zijn een speciaal volk, we hebben humor en we kunnen pronken met een bruisende cultuur. Ik woonde een tijdje in Parijs, en zelfs daar krijgen we complimenten over onze mentaliteit en cultuur. En als de Fransen zoiets al toegeven, tja, dan moet het wel waar zijn.”

© Humo