Direct naar artikelinhoud
Bilzen

Het protest in Bilzen is geen unicum: ‘Dit soort bagger krijgen we dagelijks over ons heen’

Het protest in Bilzen is geen unicum: ‘Dit soort bagger krijgen we dagelijks over ons heen’
Beeld Photo News

De brandstichting in Bilzen mag dan een extreme reactie zijn, het is lang niet de enige plek waar buurtbewoners vol afschuw reageren op de komst van een asielcentrum. De angst voor de ander regeert, terwijl volgens Fedasil en het Rode Kruis er relatief weinig problemen opduiken eens zo’n centrum er effectief is.

Het is met asielcentra net als met windmolens: ze mogen er misschien wel komen, maar alleszins niet waar we ze kunnen zien. Not in my backyard, heet het fenomeen in het Engels. Ook veel Belgen die wel willen dat asielzoekers hier menswaardig worden opgevangen, zien een opvangcentrum liever niet in hun buurt verschijnen. Afgelopen weekend kende het verzet tegen een gepland centrum in het Limburgse Bilzen een voorlopig dieptepunt. Het pand werd wellicht met opzet in brand gestoken en op sociale media gingen talloze mensen aan het vieren. Het parket van Limburg opende intussen een onderzoek naar de racistische commentaren.

“Wat in Bilzen gebeurde, hebben we nog nooit gezien”, zegt Ine Tassignon, woordvoerder bij Rode Kruis-Vlaanderen. Samen met Fedasil organiseert het Rode Kruis de opvang van asielzoekers in ons land. “Het loopt niet altijd moeilijk om een nieuw centrum te openen. Maar als dat wel het geval is, dan is het bij de opstart dat het misloopt.”

Lees ook:

Na brandstichting Bilzen: gerechtelijk onderzoek naar racistische commentaren op sociale media

Juichen na brandstichting in Bilzen: ‘Wij moeten hier geen asielcentrum

Hittegolf

Het protest in Bilzen was wat dat betreft absoluut geen unicum. Eind augustus, op de laatste dag van een stevige hittegolf, verzamelden tientallen mensen in het buurthuis van Dormaal, een deelgemeente van Zoutleeuw, op een info-avond over de geplande transformatie van een voormalig woonzorgcentrum tot asielopvang. Burgemeester Boudewijn Herbots (CD&V) mocht vooraan in de zaal spitsroede lopen. Buurtbewoners wezen hem met de vinger en schreeuwden hun onvrede uit met de gang van zaken: zij waren te laat op de hoogte gebracht om het nog tegen te houden, klonk het.

“Die avond werd één scheldpartij, waar we de vreselijkste verwensingen naar onze kop kregen”, herinnert Mieke Candaele, woordvoerder bij Fedasil, zich. “We stellen altijd zo’n infoavond voor, maar wel enkel als het zij aan zij met het stadsbestuur is. Anders sta je sowieso in een schietkraam.” Het centrum in Zoutleeuw kreeg eerder al af te rekenen met vandalisme. Er werd met frituurolie gegooid, de gevel werd beklad met graffiti, en de brievenbus werd afgerukt. Omdat de aannemer zich niet meer veilig voelde, moest een bewakingsfirma ingehuurd worden.

“Na de gebeurtenissen in Bilzen hebben we nog extra politietoezicht bevolen. Het is ook belangrijk dat we de buurtbewoners tegen zichzelf beschermen”, zegt burgemeester Herbots. “Die vandalenstreken creëren een bepaalde sfeer, waarin zou kunnen gebeuren wat in Bilzen gebeurd is. Dat moeten we absoluut vermijden.”

Lang niet overal loopt het zo’n vaart. “In Gent komen binnenkort opvangplaatsen op een oude gevangenisboot. Tot nader order zijn daar geen problemen. Ook in Beveren-Waas start weldra opvang, maar ook daar verloopt het vrij rustig”, zegt Candaele. “Je voelt wel dat er een klimaat gecreëerd wordt waarin het soms moeilijk werken is. Het wordt steeds moeilijker om op een serene manier opvang te organiseren. We begrijpen dat mensen dat niet altijd fijn vinden. Maar in een maatschappij moet je accepteren dat er bepaalde lasten gedeeld moeten worden.”

Vooral op sociale media staan de sluizen helemaal open, klinkt het. Onlangs zag Fedasil zich genoodzaakt om al na één dag een advertentie offline te halen. Die bevatte een oproep om lege gebouwen ter beschikking te stellen. Waarop een man laconiek: “In Breendonk is een leuk kamp waar ze terecht kunnen.” Hij verwijst naar het fort dat de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog gebruikten als doorgangs- en werkkamp, waarop een ander reageert dat “de douches nog even moeten aangesloten worden”. De niet-aflatende stroom denigrerende, racistische en xenofobe uitlatingen weegt op het personeel. Candaele: “Dit soort bagger krijgen we dagelijks over ons heen. We worden op alle mogelijke manieren geviseerd.”

In Bilzen protesteerden buurtbewoners al langer tegen de komst van een asielcentrum.Beeld Photo News

Foute informatie

Ook ronduit foute informatie doet gretig de ronde. Zo circuleren online documenten waaruit moet blijken dat het opvangcentrum in het Klein Kasteeltje in Brussel voor 30.000 euro aan elektrische fietsen wil kopen voor asielzoekers. Daar klopt niets van. Er is inderdaad een openbare aanbesteding uitgeschreven – zoals het hoort voor een overheidsdienst – voor de aankoop van elektrische plooifietsen, maar die zijn voor het personeel bedoeld. Het gaat bovendien slechts om enkele fietsen, waardoor de aanbesteding in de categorie van 0 tot 30.000 euro valt.

De angst voor de ander is bijzonder groot, besluit Tassignon. En vaak ongegrond. “Het is totaal niet onze ervaring dat asielzoekers de buurtbewoners kwaad doen. Op bijna alle plaatsen – we baten nu een kleine 20 centra uit – verloopt het goed, afgezien van enkele schermutselingen.” Hetzelfde gevoel overheerst bij Fedasil: het aantal problemen dat daadwerkelijk opduikt, staat niet in verhouding tot de volkswoede die op sommige plaatsen losbarst voor het centrum er is.

Burgemeester Herbots vraagt dan weer begrip om de frustraties van zijn inwoners. “Zoutleeuw is een vrij homogene gemeenschap. Mensen worden hier minder geconfronteerd met de andere dan bijvoorbeeld in Leuven. Moet dat dan echt hier, of met zoveel mensen tegelijk? Anderzijds: als het geen 130 maar 50 asielzoekers waren, was er ook harde kritiek geweest.”