Direct naar artikelinhoud
Samenleving

CM-voorzitter Luc Van Gorp: ‘Het lijkt alsof CD&V de brandstichters soms helpt’

Luc Van Gorp, voorzitter van het grootste ziekenfonds van ons land, is hard voor de politiek.Beeld Tim Dirven

‘We zijn steeds meer aan het bepalen wie er mag zijn en wie er niet mag zijn.’ Het zit Luc Van Gorp, voorzitter van de CM, hoog. De brand in het asielcentrum was de druppel, maar zijn ongenoegen gaat verder dan dat. En hij acht de politiek mee verantwoordelijk.

Hij wilde spreken over enkele ethische kwesties, zoals euthanasie bij voltooid leven en abortus. Maar eerst moest er Luc Van Gorp nog iets anders, iets veel fundamentelers, van het hart. Een dag voor het gesprek zei hij in een opmerkelijke tweet dat hem een ‘fundamenteel niet-pluisgevoel’ bekruipt. Het was een reactie op een aantal gebeurtenissen van de afgelopen weken. Denk aan de brandstichting in het asielcentrum van Bilzen, de besparingen op cultuur en de plannen voor de VRT. “Ik stel vast dat we in een verfoeilijke afbraakpolitiek zijn beland die van binnenuit wordt gevoed en aangewakkerd.”

Dat moet u toch even uitleggen. Wat is dat precies, uw fundamenteel niet-pluis gevoel?

Luc Van Gorp: “Ik zal u een verhaal vertellen. Vroeger zat ik in een klas met een jongen die continu achter de rug van de leerkracht de hele klas meesleurde in een spelletje. Proppen gooien naar de leerkracht, die dan niet wist wie het gedaan had. De jongen kon anderen ook ophitsen om mee te doen. Tot op een bepaald moment een leerkracht zijn spelletje doorhad, zag hoe het systeem in elkaar stak en ingreep.

“Ik heb vandaag het gevoel dat er amper nog mensen als die leerkrachten rondlopen. Dat er veel te weinig zijn, of het nu verantwoordelijke politici of gewone mensen zijn die zeggen: nu is het genoeg geweest. Vooral uit schrik voor represailles. Want wie iets zegt, dreigt het volgende mikpunt te worden. Ik vind dat niet correct. Ik verdraag gewoon niet meer dat ‘de politiek’ zegt dat ze weten wat ‘dé Vlaming’ denkt. Want wat zij zeggen, dat denk ik helemáál niet. Er zijn politici die zeggen: de Vlaming vindt cultuur niet interessant. Ik vind cultuur juist heel interessant. Cultuur heeft me geleerd om naar mezelf te kijken, kritisch te zijn, mezelf vragen te stellen.”

Wat bedoelde u met ‘een afbraakpolitiek die van binnenuit gevoed wordt’?

“Kijk wat er vandaag met De Lijn gebeurt. En eerder al met de NMBS gebeurd is. Van binnenuit trekken ze het leeg, om dan te zeggen: privatiseren is het enige wat we nog kunnen doen. Idem dito met de VRT. Als ik het Vlaamse regeerakkoord lees, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat men ook van het hele middenveld af wil. In het regeerakkoord valt het woord ‘middenveld’ nauwelijks. Dan denk ik: ben ik vies of zo? Doen wij iets verkeerd dan? Dat middenveld doet niets anders dan alle mensen een plaats proberen te geven in de maatschappij.

“Maar het regeerakkoord vergist zich: hoe harder men dat niet-pluisgevoel voedt, hoe harder er volgens mij een tegenreactie zal komen. De stoute leerling in de klas mag je echt wel in de hoek zetten.”

Is dat niet wat naïef? De andere leerlingen hebben in dit geval wel voor die stoute leerling gestemd.

“Mijn analyse van de samenleving is toch anders. Veel mensen voelen zich niet meer geconnecteerd. Hebben het gevoel dat ze niet meetellen, dat ze niet graag gezien worden. Die kwaadheid gaat naar de uiteinden, de extremen. En eigenlijk maakt het niet veel uit of die links of rechts zijn.

“Mijn ogen zijn opengegaan op de dag dat waarheid en leugen niet meer te onderscheiden waren. Een grap is daarbij vaak de beste vermomming. De voorzitter van het Vlaams Parlement (destijds minister-president Liesbet Homans (N-VA), CG) noemde mijn Belgische vlag een vod. Daarop zei ze: maar dat is een grapje, hè. Dat heeft me diep geraakt. En ik slaap nochtans niet met een Belgische vlag in mijn bed. Er is ook nauwelijks reactie op gekomen. Maar dat iemand in zo’n positie zoiets mag zeggen, dat vind ik niet oké. Daar is voor mij een grens overschreden.

“Nog zoiets: na de brandstichting in het asielcentrum van Bilzen hoor je een discussie met Theo Francken (N-VA). Neen, hij heeft de mensen niet opgestookt, zei hij. Maar wat doet een verkozene uit Lubbeek in Lommel? Natuurlijk heeft hij die mensen niet rechtstreeks opgestookt tijdens zijn speech. Maar het is wel het voortdurende framende discours dat hen de lucifers heeft gegeven.”

U heeft het nu over N-VA, maar de besparingen op cultuur, bij De Lijn en de VRT zijn zaken die door een regering met CD&V zijn beslist.

(onverstoorbaar) “Wij zijn geen politieke partij. Onze leden hebben ook geen kleur, enkel zorgvragen.”

Maar u kunt toch niet ontkennen dat die partij het dichtst aanleunt bij uw organisatie?

“Ik zal even citeren uit een opiniestuk dat recent bij uw collega’s van De Standaard is verschenen, van een student filosofie. Dat ging over een theaterstuk van de Zwitserse auteur Max Frisch uit 1953. Het stuk gaat over hoe een man uit angst probeert brandstichters ter wille te zijn en hen zelfs de lucifers aanreikt waarmee ze nadien zijn huis in brand steken.

“Wat CD&V betreft: ik heb het gevoel dat ze soms net als die man de brandstichters uit het toneelstuk helpen, omdat dat niet doen hun gevaarlijker lijkt. ‘We doen mee, want niet meedoen is nog erger.’ Dat klopt, maar dan moet je wel een vuist durven te maken als er een taal wordt gesproken die niet de jouwe is. Want op zo’n moment meeheulen is ook gevaarlijk.

“Soms vraag ik me af: wat hebben we de laatste jaren nu echt bereikt met onze regering? Is onze samenleving warmer geworden? Is de werkdruk in het onderwijs zoveel verminderd? Zijn de wachtlijsten in de zorg weg? Ondanks het harde werk op die twee laatste domeinen, toch niet. En als we het Vlaamse regeerakkoord bekijken, zal zeker dat laatste ook niet snel gebeuren.

“Weet u wat er bezig is? We zijn steeds meer aan het bepalen wie er mag zijn en wie er niet mag zijn. En de groep die er mag zijn, wordt steeds minder divers. Hij mag niet gekleurd zijn, hij mag niet zonder werk zitten, liefst niet al te veel mankementjes hebben. Dat merk je aan heel wat ethische discussies die momenteel woeden.”

Heeft u het nu over die over abortus en euthanasie?

“Ja. Ik ben niet tegen abortus of euthanasie, maar wel tegen het feit dat we een maatschappij creëren waarin iedereen die er niet in past eruit gaat. Over abortus heb ik een wiskundige stelling: als abortus gelijk is aan euthanasie, dan is er geen leven en dus ook geen lijden meer. Dan is er dus geen probleem meer. (cynisch) Voilà, opgelost.”

“Ik vind die uitbreiding van de abortustermijn geen verrijking voor de samenleving. Het debat mag gevoerd worden, maar dat het ideologisch gevoerd wordt en niet vanuit de zorg, vind ik wel spijtig.

“We kiezen nu voor een syndroomvrije samenleving. Syndromen waarvan we vinden dat die niet passen, moeten er eigenlijk niet meer zijn. Denk aan de NIPT-test die, volledig terugbetaald, onder andere het syndroom van Down kan opsporen. De vraag is hoever we hierin willen gaan. Want er zijn nog aandoeningen waar mensen moeite mee hebben. ADHD bijvoorbeeld is knap lastig. Autisme ook. Wat houd je dan uiteindelijk over? Dan kom je heel dicht in de buurt van de übermensch. En dat is een gevaarlijk pad om te bewandelen, vind ik.”

CM-voorzitter Luc Van Gorp: ‘Het lijkt alsof CD&V de brandstichters soms helpt’
Beeld Tim Dirven

Ziet u de discussie over euthanasie uitbreiden naar voltooid leven ook als gevaarlijk?

“Ik begrijp die discussie. Onze geneeskunde doet er eerst alles aan om mensen zo oud mogelijk te laten worden. En als ze eenmaal oud en afhankelijk zijn, stoppen we hen in ‘verpleeghuizen’, waar ze elke connectie dreigen te verliezen. Een mens wil in wezen geconnecteerd zijn. Als je het gevoel hebt dat je met niets nog connectie hebt, dan kan je inderdaad het gevoel hebben dat het mag stoppen.

“De Vlaamse overheid doet geregeld onderzoek naar de kwaliteit van leven in woon-zorgcentra. Dan krijgen de bewoners die nog verstandelijk in orde zijn een hoop vragen voorgelegd. Ook de vraag: heeft iemand u de jongste tijd nog iets gevraagd? Gevraagd als in: wat vindt u nu van de politiek? Vindt u het eten lekker? Zulke dingen. Hoeveel mensen antwoorden daar voluit ja op, denkt u?”

Niet zo veel wellicht.

“Zeven op de honderd! U moet zich eens voorstellen dat u hier straks vertrekt en dat niemand u nog iets vraagt? Wellicht denkt u eerst: yes, even rust. Maar na een maand denkt u: ik ben hier precies te veel.

“Weet u waar het echte probleem zit? We hebben de ouderenzorg volledig gemedicaliseerd. Het personeel wordt medisch geschoold. Die mensen kunnen interventioneel alles. Maar gewoon luisteren naar het verhaal van mensen, dat kunnen ze vaak niet. Dat is een vaardigheid waarop we ons personeel niet selecteren. Maar een mens wil toch enkel maar zijn verhaal vertellen als hij weet dat de ander oprecht geïnteresseerd is en wil luisteren?

“Als wij de sector nog langer hoofdzakelijk invullen met profielen van verpleegkundigen, zorgkundigen enzovoort, en niet met psychologen, pedagogen of sociaal werkers die voor welzijn van mensen zorgen en tijd kunnen maken om te luisteren, dan zal ons systeem crashen en zullen woon-zorgcentra leeg komen te staan. Want er zal geen kat meer in willen gaan. We hebben in de zorgopleidingen nood aan een basisjaar ‘ik word zorgverlener’. Want zorg verlenen, dat is niet makkelijk. Het is een attitude. Een zijns-niveau.

“We worden nu geconfronteerd met een hoop gedeconnecteerde mensen, die dat ook zelf aangeven. Zoals Lutgart Simoens bijvoorbeeld, die onlangs in een interview zei dat het leven voor haar mag stoppen, ook al heeft ze geen ongeneeslijke ziekte. En dan schrikken velen. Terwijl we die mensen daar zelf hebben gebracht. Dan hoor je tegenstanders van zo’n uitbreiding zeggen: het leven is heilig. Maar we hebben er al zoveel aan geprutst en gerepareerd dat ik denk: over welk leven heb je het nog?”