Direct naar artikelinhoud
Hongkong

Verkiezingen als referendum over de protesten

Verkiezingen als referendum over de protesten
Beeld AFP

Het gebeurt niet vaak dat lokale verkiezingen in Hongkong de aandacht van de wereldpers trekken. De districtsraden gaan over verkeerslichten, vuilnisbakken en geluidsoverlast, en hebben nauwelijks macht. Maar deze zondag is het anders en gelden de verkiezingen als graadmeter van de steun voor de protesten. En misschien zelfs als uitweg uit de impasse.

Hoe belangrijk de verkiezingen worden geacht, blijkt alleen al uit het feit dat het al drie dagen rustig is in de Hongkongse straten, best uitzonderlijk na meer dan vijf maanden van aanzwellend protest. In sociale mediagroepen sporen demonstranten elkaar aan om zeker tot en met zondag geen geweld te gebruiken, zodat de verkiezingen niet worden uitgesteld. 

Ook de regering doet haar best voor een vlekkeloze stembusslag, met 31.000 politieagenten die zich paraat moeten houden.

Het is een welkome adempauze, na tien dagen van zware escalatie, die de Hongkongse protesten tot een kookpunt hebben gebracht. Jonge demonstranten bezetten universiteiten, zwaarbewapende politie belegerde een campus, en in de straten van Hongkong braken hevige gevechten uit. 

Met het toenemende geweld groeiden ook de wanhoop en de radicalisering. Steeds meer demonstranten lijken bereid tot zelfdestructie, onder het motto: als wij branden, branden jullie mee.

Amerikaanse wet

Dat bleek ook uit de reacties op de Amerikaanse ‘Hong Kong Human Rights and Democracy Act’. Die werd, na televisiebeelden van met traangas bestookte universiteiten, woensdag in ijltempo door de Senaat en het Huis van Afgevaardigden geloodst en ligt nu bij president Trump om binnen tien dagen te vetoën of te tekenen. Hongkongse demonstranten dringen al maanden op zo’n wet aan en vierden de goedkeuring in het Congres als een grote zege.

De Amerikaanse wet vergroot de druk op Peking om de Hongkongse autonomie te respecteren, zoals vastgelegd in het principe van ‘één land, twee systemen’. Als Peking het principe met de voeten treedt, verliest Hongkong volgens de nieuwe wet zijn recht op een Amerikaanse voorkeursbehandeling en daarmee ook zijn waarde als internationaal handelscentrum. Dat zou een groot verlies zijn voor China, maar ook een pyrrusoverwinning voor de Hongkongers, ten koste van hun eigen economie.

Dat de Hongkongse actievoerders bereid zijn zichzelf in de vingers te snijden, laat zien hoe existentieel het conflict geworden is. Het gaat niet langer alleen over Hongkong, maar over een botsing tussen ideologieën en tussen bijbehorende machtsblokken. Over een onafhankelijke rechtsstaat en politieke inspraak tegenover totalitarisme. Over westerse sympathie voor voorvechters van democratie en mensenrechten tegenover Chinese aversie voor al wie zich met zijn territorium bemoeit.

Eigen waarden

De kiem voor die waardestrijd werd in 1997 gelegd, toen Hongkong bij de overdracht aan China de belofte kreeg dat het vijftig jaar lang zijn eigen systeem zou kunnen behouden. Het achterliggend idee was dat communistisch China pijlsnel oprukte in de vaart der volkeren en vast ook steeds meer als Hongkong zou willen worden. 

22 jaar later blijkt het tegendeel het geval: het is Hongkong dat steeds meer in de richting van China moet schuiven en zijn democratische aspiraties verloren ziet gaan.

Vanuit Chinees standpunt is dat logisch. Als tweede economie ter wereld en opkomende politieke macht wil China steeds meer zijn eigen waarden uitdragen, en moet ‘één land, twee systemen’ dus zo beperkt mogelijk worden geïnterpreteerd. 

Dat Hongkongers zich daartegen verzetten, zelfs met geweld, is onaanvaardbaar, net als de Amerikaanse bemoeienis daarmee. In Chinese staatsmedia worden democratie en mensenrechten steevast voorgesteld als ‘werktuigen van de VS’.

Rustpunt

Vanuit Peking wordt dus geen centimeter toegegeven. Integendeel, toen het Hongkongse hooggerechtshof deze week oordeelde dat het eerder ingestelde maskerverbod ongrondwettelijk was, kondigden Chinese politici meteen tegenactie aan. Het was precies het soort Chinese inmenging in de Hongkongse rechtspraak waarover de demonstranten zo woedend zijn. Dat Peking er vervolgens doodleuk nog een schepje bovenop deed, toont hoe onverzoenbaar de posities zijn.

Dat verklaart ook hoe de protesten in vijf maanden tijd konden evolueren van vreedzame miljoenenmarsen naar universiteitsbezettingen en grootschalig straatgeweld. De Hongkongse regering houdt zich Oost-Indisch doof voor alle eisen van de actievoerders, en de politie – ingeschakeld als stootkussen tussen de woedende bevolking en de onbuigzame regering – heeft zich gehaat gemaakt met haar keiharde aanpak. Een bloedbad werd afgelopen week vermeden, maar het scheelde niet veel.

In die hoogst ontvlambare situatie lijken de lokale verkiezingen nu een rustpunt te vormen. De districtsraden worden vooral bevolkt door pro-Peking-politici, maar sinds het begin van de protesten heeft zich een recordaantal pro-democratische kandidaten gemeld. 

Referendum

Daarmee fungeren de verkiezingen als een referendum over de protesten. Voor het eerst kan duidelijk worden hoeveel draagvlak er is voor de demonstranten en voor de regering, die allebei beweren de zwijgende meerderheid van de burgers achter zich te hebben.

Het is de vraag of de rust lang zal duren. Alleen als de pro-democratische kandidaten, die nu 118 van de 452 districtszetels in handen hebben, nauwelijks winst behalen, is een scenario denkbaar waarin de protesten langzaam uitdoven. Maar behaalt het pro-democratische kamp een klinkende overwinning en blijft de regering onvermurwbaar, dan volgt ongetwijfeld een nieuwe geweldsspiraal. Dan is het eindpunt – en te vrezen valt, het dieptepunt – van het Hongkongse protest nog lang niet in zicht.