Allergisch aan pinda's? Veelbelovend onderzoek komt stapje dichter bij behandeling

Voor hun onderzoek verzamelden de wetenschappers van de Stanford University 20 proefpersonen met een pinda-allergie. Daarvan gaven ze 15 patiënten een injectie met een antilichaam, de overige 5 kregen een placebo toegediend.

Elke deelnemer moest daarna verschillende gezondheidstest ondergaan, waaronder een huidprik en een electrocardiogram of ecg, waarbij de elektrische activiteit van de hartspier wordt geregistreerd. Daarna ondergingen ze enkele tests in het labo.

Zo moesten deelnemers 15 dagen na de toediening van de medicatie kleine dosissen pinda’s eten. Wat bleek? 73% van de groep die het antilichaam kreeg, ofwel 11 van de 15 proefpersonen, was in staat om na een dikke 2 weken een volledige pinda te eten zonder een allergische reactie erop te krijgen. De mensen uit de placebogroep konden daarentegen geen pinda’s verorberen zonder erop te reageren. Op dag 45 werd de test herhaald en toen kon nog 57% van de groep die de injectie kreeg de pinda opeten zonder problemen.

Het antilichaam in de injectie werkt in op een molecuul dat veel voorkomende allergische reacties veroorzaakt zoals zwelling, netelroos en een anafylactische shock. Door die remmende eigenschappen verwachtten de onderzoekers dat het antilichaam de effecten van de allergie zou stoppen, maar ze hadden niet verwacht dat de effecten zo lang zouden aanhouden.

Waarom is de uitvinding van deze injectie nu zo belangrijk? Momenteel zijn de behandelingen voor voedselallergieën nog beperkt. Meestal moeten patiënten het voedsel waar ze allergisch voor zijn in kleine doses innemen totdat ze er uiteindelijk ongevoelig voor worden. Dat proces wordt orale immunotherapie genoemd, maar kan 6 maanden tot een jaar duren. Bovendien bestaat er nog altijd een kans op een dodelijke allergische reactie.

Hoewel er uiteraard nog meer onderzoek nodig is, geven deze resultaten dus wel hoop voor een veiligere en effectievere behandeling.