Direct naar artikelinhoud
Klimaat

VN: doelstellingen uit Klimaatakkoord van Parijs in 2018 nog wat verder weg

Jongeren tijdens een van de klimaatmarsen dit voorjaar.Beeld Tim Dirven

De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is in 2018 verder gestegen naar een nieuw record, waarmee de hoofddoelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs, om de opwarming van de aarde onder 2 graden Celsius en mogelijk 1,5 graden Celsius te houden, wordt gehypothekeerd. Dat blijkt uit een nieuw VN-rapport, één week voor de start van de klimaattop COP25 in Madrid (2-13 december).

en

De uitstoot van broeikasgassen was het afgelopen decennium gestegen tot gemiddeld 1,5 graden Celsius. In 2018 stegen ze tot een nieuw record van 55,3 gigaton CO2-equivalent.

De klimaatverbintenissen die tot dusver zijn aangegaan door de staten in het kader van de Akkoord van Parijs, ervan uitgaand dat ze worden nagekomen, leiden de planeet naar een stijging van de temperatuur van 3,2 graden Celsius.

Die ontsporing kan alleen worden gecorrigeerd door nu een piek van emissies te bereiken en die uitstoot de komende jaren drastisch te verminderen. “Dit vertaalt zich in een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 2,7 procent per jaar tussen 2020 en 2030 voor de doelstelling van 2 graden Celsius en van 7,6 procent per jaar voor de doelstelling van 1,5 graden Celsius”, vat het jaarverslag van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) samen. Dit jaarlijkse document, dat zijn tiende editie kent, beoordeelt de kloof tussen de huidige klimaatinspanningen en die we moeten halen om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te bereiken.

Verdrievoudiging

Met andere woorden: het niveau van de verbintenissen die tot dusver door de staten zijn aangegaan, zal zowat moeten verdrievoudigd worden om de doelstelling van 2 graden Celsius te bereiken en minste vervijfvoudigen om de doelstelling van 1,5 graden Celsius te halen.

Elke vertraging maakt de doelstellingen van het Akkoord van Parijs nog minder haalbaar, waarschuwt het rapport.

Het jaar 2020 zal in dit opzicht beslissend zijn, aangezien een opwaartse herzieningscyclus van de nationale verbintenissen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen voor volgend jaar is gepland, voor COP26 in Glasgow.

Maar het UNEP-rapport toont “dat landen gewoon niet kunnen wachten tot eind 2020 om meer te doen. De landen - en elke stad, regio, bedrijf en individu - moeten nu handelen”, waarschuwt Inger Andersen, uitvoerend directeur van het VN-milieuprogramma, in een verklaring.

Extreme weersomstandigheden

Volgens het speciale rapport van de IPCC-klimaatwetenschappers dat vorig jaar werd gepubliceerd, zou een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 graden Celsius resulteren in extreme weersomstandigheden (hittegolven, cyclonen, ...) die intenser en frequenter zijn.

Op korte termijn zullen de ontwikkelde landen hun emissies sneller moeten verminderen dan de ontwikkelingslanden, maar alle staten zullen moeten bijdragen aan de collectieve inspanning. De ontwikkelde landen mogen daarbij hun broeikasgasemissies niet exporteren naar ontwikkelingslanden. “De afdrukken zullen moeten dalen, wat veranderingen van levensstijl betekent”, houdt UNEP voor.