Liesbet Stevens over zaak-Coolsaet: ‘De gevoeligheid voor seksueel geweld vertaalt zich in betere onderzoeken, niet in de veroordeling’

Was u verbaasd dat een zaak van woord tegen woord dan toch resulteerde in een veroordeling?

“Dit is geen zaak van woord tegen woord. In zaken van seksueel geweld is het belangrijk om zeer nauwkeurig het slachtoffer en de dader te verhoren. Een goed onderzoek gaat dan op zoek naar de elementen in die verhoren die wél objectief beoordeeld kunnen worden, bijvoorbeeld het tijdsverloop van zo’n zaak.

“Nu begeef ik me op glad ijs, maar op basis van wat er in de media is verschenen, is dat hier gebeurd. Men heeft de betrokkenen verhoord en is bijkomend een aantal onderzoeksdaden gaan stellen. Als woord tegen woord betekent dat er geen getuigen aanwezig waren, dan moeten we ons geen illusies maken over de strijd tegen seksueel geweld. In de meeste gevallen van seksueel geweld zijn er immers geen getuigen.”

Toont dit vonnis dat er een bocht gemaakt is in de beoordeling van zaken van seksueel geweld?

“Dat lijkt mij niet de juiste analyse. Dan suggereer je dat er nu veroordelingen zullen volgen in zaken die vroeger niet tot een veroordeling zouden leiden. Maar dat de strijd tegen seksueel geweld belangrijker is geworden, hoop ik wel. Ik hoop dat de verhoogde aandacht ertoe leidt dat er betere onderzoeken zijn en dat díe leiden tot correctere uitspraken.

“Vroeger zou dat soort zaak niet tot een onderzoek hebben geleid. Of erger, zouden ouders hun kind niet hebben geloofd bij zo’n verhaal. Het verschil zit dus in een grote evolutie van meer aandacht voor dit soort zaken. Niet omdat het nu zo zou zijn dat het in woord tegen woord toch tot veroordelingen zal komen. Dan suggereer je dat het vermoeden van onschuld de deur uit gaat.”

Is deze zaak dan geen illustratie van die verhoogde gevoeligheid?

“Een illustratie van, ja. Maar niet omwille van deze zaak of omwille van #MeToo. Dat is een evolutie die al een paar decennia aan de gang is. We moeten er wel vanuit blijven gaan dat er een veroordeling is omdat de bewijzen op tafel liggen. Als we ervan uitgaan dat er een veroordeling is omwille van de publieke commotie, zou dat een aanfluiting zijn van ons rechtssysteem. Er is overigens ook niets dat daarop wijst. Er is gewoon grondig onderzoek gebeurd en in het licht daarvan heeft de rechter geoordeeld.”