Direct naar artikelinhoud
AchtergrondN-VA

‘Niemand heeft nog vat op Theo Francken’: het rommelt bij N-VA

‘Bart De Wever vindt dat we aan de juiste kant van de muur moeten blijven, maar Francken ligt daar niet meer van wakker’, zegt een partijmedewerker die anoniem wil blijven.Beeld DM

Het valt zelfs buitenstaanders op. De almacht van Bart De Wever is voltooid verleden tijd. En er is één man die de vrijgekomen ruimte met veel bravoure bezet: de voor­malige staatssecretaris van Asiel en Migratie. Een insider: ‘Niemand heeft nog vat op Theo Francken, hij doet vierkant zijn eigen zin. Maar als hij voorzitter wordt, scheurt de partij in twee.’

Het heeft lang geduurd, maar nu is het dan zover. De verhoudingen zijn gekanteld. Was het vroeger Bart De Wever die Theo Francken tijdens het partijbestuur weleens op zijn plaats moest zetten, met een geïrriteerde opmerking over zijn soms rauwe standpunten en dito tweets, dan zijn de rollen nu omgekeerd. De laatste tijd is het Theo Francken die Bart De Wever onderbreekt en openlijk tegenspreekt, ook in het bijzijn van derden, van andere partijen zelfs. “Dat is volledig nieuw”, vertelt een toppoliticus die aanwezig was bij federaal overleg tussen de verschillende partijen. “Soms was De Wever iets aan het uitleggen, en nam Francken het gewoon over, om namens de partij de puntjes op de ‘i’ te zetten. Het is duidelijk dat de positie van De Wever serieus is aangetast.”

Dat Francken vaak het hoge woord voert, en zijn voorzitter overvleugelt, wordt ook door andere bronnen bevestigd. In de krant La Dernière Heure van 12 oktober viel al te lezen dat het ook de PS-gezanten bij die federale besprekingen opviel: hoe De Wever haast in permanente twijfel verkeert, terwijl Francken één brok twijfelvrije zelfverzekerdheid is en niet aarzelt om zijn voorzitter te onderbreken.

Lees nu

Theo Francken reageert: ‘Ik sta open voor kritiek’

Op het Vlaamse niveau zouden zich soortgelijke scènes hebben voorgedaan. Bij die onderhandelingen zat Francken niet in de centrale N-VA-delegatie, maar maakte hij wel deel uit van de werkgroep integratie, bijvoorbeeld. “En ook daar week hij op eigen initiatief vaak af van de partijlijn”, vertelt iemand die namens een andere partij in dezelfde werkgroep zat. “Soms leidde dat zelfs tot spanningen binnen de N-VA-delegatie, en moest de vergadering worden geschorst omdat Francken een zorgvuldig voorbereide N-VA-nota ineens niet meer volgde.”

Wat is er aan de hand? Een partijmedewerker laat er geen twijfel over bestaan: “Het ego van Francken is uit zijn voegen gebarsten. Hij is een loose cannon. Niemand heeft hem nog in de hand. Niemand heeft nog vat op hem. Hij doet vierkant zijn eigen zin. En hij heeft duidelijk de ambitie om partijvoorzitter te worden. Maar als het ooit zover komt, scheurt de partij in twee.”

Ook Jan Peumans, die de nationale politiek inmiddels verlaten heeft en van wie iedereen weet dat hij zich niet kon vinden in de lijn-Francken, heeft er geen goed oog in. “U hebt het zelf ooit voorspeld”, lacht hij. “Dat de problemen voor N-VA zouden beginnen op het moment dat Bart De Wever niet langer voorzitter is. Welnu, dat zal inderdaad zo zijn. En Francken gloeit momenteel van ambitie, dat is duidelijk. Hij heeft het gevoel dat de wereld aan zijn voeten ligt. En hij heeft zeker aanhangers binnen de partij.

Jan Peumans: ‘Francken gloeit momenteel van ambitie, dat is duidelijk. Hij heeft het gevoel dat de wereld aan zijn voeten ligt.’Beeld Thomas Sweertvaegher

“Maar vergis u niet, ook mijn strekking is duidelijk aanwezig, alleen is die niet zo luidruchtig. Ik hoor momenteel van veel mensen dat ze het spijtig vinden dat ik vrijwillig ben opgestapt.”

Niet langer almachtig

De opmars van Francken verloopt volgens een ijzeren politieke logica. De N-VA heeft bij de laatste verkiezingen een kwart van haar kiezers verloren. Dat is een dreun waarvan veel partijvoorzitters nooit meer herstellen. Voor De Wever betekent dat niet het einde – per slot van rekening is N-VA nog altijd de grootste partij – maar wel het einde van zijn almacht. Dat Francken de vrijgekomen ruimte wil innemen, spreekt vanzelf: hij was de enige lijsttrekker die alle Kamerzetels in zijn provincie heeft behouden. Wie dat kan, stijgt in de politieke pikorde. De kiezer bepaalt hoeveel iemand weegt.

Behalve Francken en De Wever maakt ook Jan Jambon vandaag deel uit van de heilige drievuldigheid bij N-VA. Op dinsdag 11 juni, dik twee weken na de verkiezingen van 26 mei, probeerde dat drietal tijdens een bijeenkomst de violen te stemmen.

Tijdens die vergadering zou naar verluidt bevestigd zijn dat Jambon de Vlaamse formatie in handen zou nemen – dat De Wever zich kandidaat had gesteld om minister-president te worden, zou een afleidingsmaneuver zijn geweest met een dubbel oogmerk: de kiezer zo massaal mogelijk mobiliseren, en gezichtsverlies vermijden voor de vorige minister-president Geert Bourgeois, die alleen voor De Wever zelf bereid was om een stap opzij te zetten, niet voor Jan Jambon.

Wat het triumviraat die avond verder nog heeft afgesproken, weten uiteraard alleen de betrokkenen zelf. Maar de kans is niet denkbeeldig dat ook de opvolging van De Wever als partijvoorzitterschap er ter sprake is gekomen.

Behalve Francken en De Wever maakt ook Jan Jambon vandaag deel uit van de heilige drievuldigheid bij N-VA.Beeld DM

In elk geval is er beslist dat Francken deel zou uitmaken van de federale onderhandelingsploeg. Terwijl hij niet alleen bij de PS, maar ook bij de MR zeer moeilijk ligt – de Franstalige liberalen schrijven hun enorme verkiezingsnederlaag deels toe aan de factor-Francken, die voormalig premier Charles Michel verschillende keren fameus op de zenuwen heeft gewerkt.

Dat Francken federaal mee aanschuift, kan dus twee dingen betekenen. Ofwel ging De Wever daarmee akkoord, en koos N-VA van meet af aan voor een federale blokkering. Ofwel had De Wever het liever anders aangepakt, maar heeft Francken die plek aan tafel afgedwongen.

Dat Francken meer ruimte opeist, is duidelijk. Maar wil hij ook partijvoorzitter worden? Als N-VA niet in een federale regering stapt, en Peter De Roover fractievoorzitter blijft in de Kamer, zou Francken ‘gedegradeerd’ worden tot gewoon Kamerlid. Zal hij zich in die relatief ondergeschikte rol kunnen vinden? Of wil en kan hij aan het roer komen?

Dat laatste hangt uiteraard af van De Wever zelf. Over een jaar loopt diens vijfde termijn als voorzitter af. Vraagt hij opnieuw een uitzondering op de partijstatuten – die maar twee ambtstermijnen toelaten – of maakt hij plaats voor een opvolger?

In 2012 zei De Wever in P-Magazine nog dat hij niet van plan was om eeuwig voorzitter te blijven: “In 2014 ben ik het tien jaar. Dan moet ik een bos bloemen, een fles porto en een opvolger krijgen.” Zes jaar later zei hij in Humo: “Vroeger zei ik altijd dat het mijn laatste mandaat als voorzitter was. Ik prentte mezelf in dat de partij me niet meer kon overtuigen om verder te doen, terwijl dat telkens wel zo was. Nu heb ik het losgelaten. Misschien stopt het volgend jaar, misschien doe ik nog tien jaar verder.”

Tot een open duel zal het nooit komen – als De Wever voorzitter wil blijven, zál hij het blijven. Maar gelet op zijn verzwakte positie en duidelijke vermoeidheid – De Wever was de laatste maanden erg spaarzaam met tussenkomsten die niets met zijn Antwerpse burgemeesterschap te maken hadden – wordt de vraag almaar prangender: wat doet hij volgend jaar? Nog een termijn erbij, of wordt de strijd voor geopend verklaard?

Het lege hoofdkwartier

Dat er een nieuw tijdperk is aangebroken voor de Vlaams-nationalisten, is ook achter de schermen duidelijk merkbaar. In het hoofdkwartier werd de communicatie tot dusver gestroomlijnd onder de strakke leiding van Joachim Pohlmann, die jarenlang een soort Siamese tweeling vormde met Bart De Wever.

Pohlmann, die al enige tijd zelf columnist is in De Morgen, was mede-inspirator en coauteur van heel wat columns die De Wever vroeger zelf in De Morgen en De Standaard publiceerde. In het hoofdkwartier zette hij de lijnen uit en hield hij de falanx, de op welhaast militaire wijze gesloten formatie die de N-VA altijd geweest is, op het goede spoor.

Die Pohlmann is nu, onder licht protest van zijn voorzitter, verhuisd naar het kabinet van Jambon, als kabinetschef cultuur. Pol Van Den Driessche, die andere vertrouweling en communicatieve secondant van De Wever, heeft het hoofdkwartier ook verlaten, om diplomatiek adviseur te worden, ook bij Vlaams minister-president Jambon.

Blijft over van de oude garde: Piet De Zaeger, politiek directeur en al sinds hun studententijd een fellowtraveller van de voorzitter. “Maar die leegloop op het hoofdkwartier is wel degelijk een probleem”, zegt een insider. “De partijmachine is even stilgevallen en zal nu moeten worden heropgebouwd. Dat is niet simpel, want ook Bram Bombeek, de gedoodverfde opvolger van Pohlmann, is recent van functie veranderd.”

Het lege hoofdkwartier
Beeld Franky Verdickt / Johan Jacobs

Tel dat allemaal bij elkaar op – een verzwakte voorzitter, een hyperactieve Francken, een kink in de structuren en het vermoeiende schimmenspel dat de federale formatie tot dusver is – en er ontstaat een ideale voedingsbodem voor iets wat de N-VA altijd goed heeft weten te bedwingen: interne verdeeldheid.

Pijnlijke traditie

Bij partijen zoals sp.a en Open Vld is dat een pijnlijke traditie, bij N-VA is het nieuw: medewerkers en mandatarissen die zich niet meer inhouden om hun ongenoegen te uiten tegenover een journalist, in dit geval van De Morgen, die bereid is om een paar dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan de telefoon te hangen. Alles altijd off the record, dat wel. Zeker als het over Francken gaat. Wie niet op zijn lijn zit, zwijgt, uit angst of opportunisme: “Wie Francken tegen de kar rijdt, komt op de zwarte lijst en heeft het verkorven.”

Maar het ongenoegen zit diep, en is wijdverspreid. Van de onbekende voorzitter van een Oost-Vlaamse afdeling die het beu is zich altijd te moeten verdedigen als Francken weer eens uit de bocht gevlogen is, tot een aantal bekende volksvertegenwoordigers die zich niet kunnen vinden in de lijn van Francken, omdat hij de Chinese Muur tussen N-VA en Vlaams Belang niet altijd even goed bewaakt.

“Bart De Wever vindt dat we aan de juiste kant van die muur moeten blijven”, zegt een partijmedewerker. “Maar Francken ligt daar niet meer van wakker. Hij staat als het ware óp die muur. Het is moeilijk te zeggen hoeveel procent van de partij hij vertegenwoordigt, maar het is een minderheid. Met de natte vinger zou ik zeggen: zo’n 20 tot 30 procent van onze mandatarissen. Maar wie het niet met Francken eens is, zal dat nooit on the record zeggen.”

Dat laatste klopt volledig, blijkt tijdens die uitgebreide belronde. “Er zijn inderdaad wel spanningen”, bevestigt een bekende mandataris. “Tegen het Vlaams Belang kun je toch niet op. Als je hun retoriek overneemt, kiezen mensen voor het origineel. Wij zijn altijd een aanbodpartij geweest. Dat was onder Bourgeois zo, dat is onder De Wever nog zo. Francken loopt de VB-kiezer achterna, en dat is niet waar wij voor staan.”

Het verdeelde applaus

Het was een op het eerste gezicht onopvallend, maar bij nader toezien zeer opmerkelijk tafereel, twee weken geleden in het Vlaams Parlement. Na de felle uithaal naar Vlaams Belanger Filip Dewinter werd de liberale minister van Samenleven Bart Somers door de meerderheid getrakteerd op een gul applaus – ook op de voorste banken van de N-VA-fractie, waar onder meer Wilfried Vandaele en Philippe Muyters flink meeklapten.

Nadia Sminate: ‘Ha, u zoekt verdeeldheid bij de N-VA. (lacht) Maar het klopt, ik heb niet mee geapplaudisseerd voor Bart Somers.’Beeld BELGA

Wat sommigen in het halfrond evenwel opviel, was dat niet álle N-VA’ers dat enthousiasme deelden. Nadia Sminate, bijvoorbeeld. “Ha, u zoekt verdeeldheid bij de N-VA”, lacht ze als we haar bellen voor tekst en uitleg. “Maar het klopt, ik heb niet mee geapplaudisseerd voor Bart Somers. Heel bewust. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik vind het ongepast dat een minister die de mond vol heeft over verbinden en bruggen slaan, zo hard uithaalt en op de man speelt. Ik heb een andere politieke overtuiging dan Vlaams Belang, maar ik vind niet dat je mensen moet uitschelden voor nazi.”

Sminate is een van de N-VA-mandatarissen die door waarnemers en kenners eerder in de invloedssfeer van Francken wordt gesitueerd. “Het is de groep die zich weleens durft te bedienen van het hondenfluitje”, zegt een insider. “Tot die groep behoren ook Darya Safai en Assita Kanko, bijvoorbeeld, de exponenten van het zogenaamde Nieuw Vlaams Feminisme.”

Een politicus die zich van een hondenfluitje bedient, stuurt een boodschap uit waar officieel niets mis mee is, maar waarvan de betekenis toch duidelijk aankomt bij de doelgroep – zoals het geluid van een hondenfluitje niet door het menselijk oor kan worden waargenomen. In de politiek gaat het dan bijvoorbeeld om als migratiekritiek vermomde islamofobie.

De verdeeldheid van N-VA op dat punt ligt al jaren open en bloot op straat. Founding father Geert Bourgeois, ondertussen op een zijspoor gezet in het Europees Parlement, staat als inclusief nationalist boven elke twijfel verheven. Als minister-president liet hij altijd luid en duidelijk verstaan dat Vlaamse moslims er gewoon bij horen. Bij Bart De Wever ligt dat al iets moeilijker. Zo noemt hij in zijn boek Over identiteit de islamitische hoofddoek sarcastisch in één adem met de peniskoker en het spaghettivergiet.

Toch is de voorzitter tot nader order duidelijk een inclusief nationalist. In 2004, toen hij Bourgeois opvolgde aan het hoofd van de toen nog minuscule N-VA, was het zelfs zijn grote missie om het Vlaams-nationalisme te redden uit de klauwen van Vlaams Belang, dat het nationalisme had besmeurd en toen een kwart van het Vlaams Parlement innam.

“Ik zal in deze strijd, waarin de vroegere Volksunie veel terrein verloren heeft, desnoods ten onder moeten gaan”, zei De Wever in de zomer van 2006 in Knack. “Het is een soort Stalingrad geworden. Dat gevoel heb ik als voorzitter van N-VA. Ik ben de commandant van de Russen in Stalingrad. En ik moet mij staande houden tegen die overmacht van het Vlaams Belang. Ik kan alleen maar hopen dat mijn strijd ook afloopt zoals in Stalingrad, met een overwinning voor de Russen. Achteruitgaan is alleszins geen optie. Het is winnen of sterven.”

Ironisch genoeg is vandaag Theo Francken, de man die het dichtste aanleunt bij de retoriek van Vlaams Belang, de enige N-VA’er die standhoudt. En ook de N-VA’er die het minste moeite zou hebben met een samenwerking. Denk aan zijn fameuze opmerking voor de camera van Jambers in de politiek, op zondagavond 26 mei, toen hij verheugd vaststelde dat N-VA en Vlaams Belang op een bepaalde plek “samen een meerderheid” leken te zullen hebben.

Twitter bericht wordt geladen...

Bij insiders valt te horen dat Francken vindt dat De Wever nog langer had moeten praten met Vlaams Belang bij de vorming van een Vlaamse regering. Een bevoorrecht waarnemer: “Francken vindt dat De Wever nog veel langer had moeten wachten, tot CD&V of Open Vld bereid waren geweest om een minderheidsregering te vormen in Vlaanderen, met gedoogsteun van Vlaams Belang.”

Het charisma van Salvini

“De partij is gespleten”, zegt een actief lid van Jong N-VA. “Dat was al meteen te merken op de avond na de verkiezingen. Er is een deel dat zaken wil doen met Vlaams Belang, er is een deel dat daar nooit mee akkoord zal gaan. Die strubbelingen zijn duidelijk. Bij Jong N-VA hebben we daarover gestemd, en – een beetje tot mijn verbazing – hebben wij ons op de lijn gezet dat er met Vlaams Belang niet kan worden samengewerkt.”

Bij Jong N-VA is de irritatie over sommige uitspraken van Francken groot. “Wij zijn erg geschrokken van wat we maandag in De Morgen lazen over zijn toespraak in Beveren. Vooral dat hij naar eigen zeggen ‘creatief’ was in het terugsturen van illegale criminelen, en dat hij in de problemen zou geraken als hij zou vertellen hoe hij dat deed, vinden wij zeer problematisch. Ik vermoed dat velen bij Jong N-VA het geen goed idee zouden vinden mocht Francken ooit partijvoorzitter worden.”

Undercover bij speech Theo Francken: ‘Eerst onze eigen mensen’

Twee buitenstaanders, die Francken allebei erg goed kennen, willen wel on the record. Philip Roose, publicist op Doorbraak.be en goed ingevoerd in de interne keuken, ziet dat Francken iets heeft wat De Wever niet heeft. “Ik zeg niet dat hij op dezelfde lijn zit als de Italiaanse populist Matteo Salvini, maar hij heeft in sommige opzichten dezelfde stijl en hetzelfde effect op mensen”, aldus Roose. “Men zegt nogal vaak dat Francken het moet hebben van zijn sociale media, maar dat klopt niet. Hij gaat elke week een paar keer spreken voor de lokale afdelingen, en brengt mensen op de been. Hij heeft duidelijk leiderskwaliteiten, is een harde werker en kan een ploeg motiveren. Hij heeft een speciaal charisma, mensen willen een selfie met hem, ze willen hem aanraken. Ik denk ook dat hij de ambitie heeft om ooit voorzitter te worden.”

Karl Drabbe, drijvende kracht achter Doorbraak.be en uitgever van de boeken van Theo Francken, is het daarmee eens. “Theo heeft de carrure om voorzitter te worden”, zegt hij. “Hij zou aan de rechterkant zeker zieltjes kunnen terugwinnen, en zo opnieuw een dam opwerpen tegen Vlaams Belang. De man is niet zo rechts als de perceptie soms wil. Hij is bijvoorbeeld bijzonder sociaal, veel meer dan De Wever. Herinner u dat De Wever ooit zei dat de Vlaamse werkgeversvereniging Voka zijn baas is? Wel, dat zou Francken nooit zeggen. Een bijkomend pluspunt is dat hij al heel wat politieke kopstoten heeft gekregen en dus wel bestand is tegen wat kritiek.”

In een uitgebreide reactie – die u onderaan dit verhaal kunt lezen – drukt Francken alle speculaties over zijn eventuele voorzittersambities de kop in. Maar een jaar is lang in de politiek. “En Francken gelooft dat hij het recept heeft om de partij opnieuw te doen groeien, ten koste van Vlaams Belang”, zegt een partijmedewerker. “Hij zal De Wever nooit rechtstreeks uitdagen, maar De Wever oogt erg vermoeid”, zegt een andere bevoorrechte waarnemer. “De komende maanden zijn dus onvoorspelbaar. Maar De Wever zal zich vroeg of laat helemaal willen terugplooien op Antwerpen. Als hij over vijf jaar het burgemeesterschap wil behouden, zal hij daar hard moeten werken. Vergeet niet dat de demografische evolutie in die stad momenteel niet in zijn voordeel speelt.”

Eén grote angst

Er zijn de voorbije jaren al een paar kroonprinsen de revue gepasseerd in de zoektocht van De Wever naar een eventuele opvolger. Zo liepen Jan Jambon en Ben Weyts even in de kijker, maar was snel duidelijk dat zij niet het geknipte profiel hebben: Weyts vond zelf ook dat hij te veel een specialist is, een goed vakminister dus, en niet de generalist die een voorzitter nu eenmaal moet zijn. Jambon werd de bestuurder bij uitstek van de partij. De West-Vlaming Sander Loones, die door De Wever een paar jaar geleden heel expliciet tot opvolger werd gekroond, heeft de verwachtingen niet ingelost.

Blijft over: Theo Francken, die eerder al in de running leek te zijn. Heeft vele kwaliteiten, daarover zijn vriend en vijand het eens. Maar is ook een ongeleid projectiel. Er circuleert een anekdote over de avond waarop De Wever de federale ploeg voor de regering-Michel I voorstelde aan het partijbestuur, met Francken als staatssecretaris en Steven Vandeput als minister van Defensie. De Wever zou toen gegrapt hebben: “Als ik Theo minister van Defensie maak, hebben we morgen oorlog met een van de buurlanden.”

Er is nog één naam die voortdurend opduikt tijdens gesprekken met mensen in de buik van de partij: Valerie Van Peel. “Ze is mediatiek heel sterk”, aldus een insider. “Ze is ook altijd fatsoenlijk in haar standpunten en communicatie, bijzonder ambitieus en zeker in staat om een extra kiezersmarkt aan te boren.”

Anderen maken zich sterk dat het nooit zover zal komen. Tussen haakjes: zelf suggereerde Van Peel in een interview met De Morgen twee jaar geleden om stichter Geert Bourgeois als een soort tussenpaus aan te duiden, zodat de nieuwe voorzitter niet met onmiddellijke ingang de schoenen van De Wever zou moeten vullen – want dat lijkt haast ondoenbaar. Maar nu Bourgeois uit het centrum van de macht verdwenen is, lijkt dat scenario verder weg dan ooit.

En zo ligt een oude vraag nog altijd op tafel: hoelang houdt De Wever dit vol, en wat ná De Wever? Hoe luider die vraag klinkt, hoe groter de interne spanningen en hoe vaker u dit soort verhalen zult lezen – over een verdeelde N-VA. Het is de ultieme nachtmerrie van zowel Bourgeois als De Wever: een herhaling van de Volksunie-crash in 2001, toen die partij explodeerde na onhoudbare spanningen tussen de verschillende vleugels en strekkingen, met Bert Anciaux als splijtstof.

De ironie van de geschiedenis wil dat de rol die Anciaux toen speelde, nu – in het worstcasescenario voor de partij – wordt gespeeld door Theo Francken. Alleen trok Anciaux de Volksunie volgens velen te hard naar links, en trekt Francken de N-VA volgens velen te hard naar rechts. Nationalisme heeft geen vaste plaats op de as van links naar rechts, dus verdeeldheid is nooit verrassend.

Als De Wever de eenheid wil bewaren, moet hij de Gerry Adams van de N-VA worden en er vanaf volgend najaar nog eens twintig jaar bijdoen. Het wordt een spannend jaar in het hoofdkwartier van de grootste partij van Vlaanderen.

Dit artikel kwam tot stand op basis van gesprekken met meer dan twintig medewerkers, mandatarissen en kenners van de N-VA. De meesten wilden alleen off the record praten.

Theo Francken reageert: ‘Ik sta open voor kritiek’

Bart De Wever, aldus zijn woordvoerder, houdt “een mediastilte” in acht. Ook Kamerlid Valerie Van Peel en Europees Parlementslid Geert Bourgeois, wier namen vallen in verband met de opvolging van De Wever, wilden niet reageren. Theo Francken wel.

Wilt u partijvoorzitter worden?

Theo Francken: “Dat is niet aan de orde.”

Maar hebt u de ambitie?

“Ik heb vooral veel bewondering voor Bart De Wever. Ik vind hem de verstandigste en scherpste en sterkste partijvoorzitter van België. Zelfs buiten België zie ik weinig politici die zich met hem kunnen meten. Wat mij betreft is Gerry Adams een goed voorbeeld: die is 35 jaar de leider geweest van de Noord-Ierse politieke partij Sinn Féin, en heeft met die partij zowel hoogtepunten als dieptepunten beleefd.”

Maar de positie van De Wever is nu verzwakt.

“Bart heeft nog altijd alle steun binnen de partij. En hij zal zelf beslissen wanneer hij het voorzitterschap wil doorgeven. Wij zijn een partij waarin alles op een erg ordelijke wijze verloopt, zoals u weet.”

Maar naar verluidt spreekt u De Wever tegen tijdens regeringsonderhandelingen.

“Dat is dan een zeer selectieve lezing van de feiten. Ik probeer altijd beleefd te zijn en zal mensen nooit onderbreken. Zeker mijn voorzitter niet tijdens formatiegesprekken. Maar vraag hem dat zelf vooral eens.”

Hij wil niet met mij praten. Bent u zich bewust van de gespletenheid in uw partij tussen de zachte, inclusieve flank en de harde strekking die, onder uw invloed, richting Vlaams Belang leunt?

“Dat is uw eigen overtuiging, die u probeert te bevestigen.”

Ik heb heel wat mensen gebeld en noteer gewoon wat zij mij vertellen.

“Ik vind het een kwalijke framing. U, en uw krant, schilderen mij af als een soort van extreemrechtse idioot. Dat ben ik niet. Ik ben een sociale, inclusieve Vlaams-nationalist, die trouw blijft aan de lijn die Geert Bourgeois en Bart De Wever hebben uitgezet.”

Toch hebben heel wat partijgenoten problemen met uw lijn. Zo hoor ik bij Jong N-VA dat ze schrokken van uw uitspraken over de “creatieve” praktijken die u als staatssecretaris toepaste om illegale criminelen het land uit te krijgen. De Morgen bracht daar maandag nog verslag over uit.

“Uw collega was naar een lezing in Beveren gekomen om aan te tonen dat ik mensen zou ophitsen tegen een asielcentrum. Toen dat niet het geval bleek te zijn, heeft hij een paar uitspraken los uit de context gehaald. Opnieuw zeer kwalijke framing. Misschien had ik het anders moeten formuleren, maar mijn uitspraak verwees niet naar onwettige praktijken, maar naar afspraken die ik moest maken met Buitenlandse Zaken.”

Ook uw cijfers over alleenstaande mannen klopte niet.

“Dat heb ik ondertussen dan ook rechtgezet. Iedereen maakt fouten. Maar laat mij u eens iets vragen: gaat uw krant voortaan bij elke toespraak van elke politicus een journalist zetten om elke uitspraak en elk cijfer te checken? Ik begrijp dat hoge bomen veel wind vangen, maar ik zie bij sommige journalisten toch twee maten en gewichten.”

Maar ook binnen uw partij is er kritiek, hoor.

“Dat is mogelijk. Ik weet dat Jan Peumans het bijvoorbeeld soms moeilijk heeft met mijn stijl. En ik maak fouten en ga soms kort door de bocht, dat weet ik. Maar ik sta open voor kritiek en wil van iedereen leren. En ik ben wel een asset, een troef, voor mijn partij. Ik heb goed werk geleverd, in de regering, als burgemeester en nu als Kamerlid. Dus ik laat mij door al die negatieve stemmingmakerij in de pers niet van de wijs brengen.”