Direct naar artikelinhoud
Wat hebben Vlaams-nationalisten toch met het openluchtmuseum van Bokrijk?
Erfgoed

Wat hebben Vlaams-nationalisten toch met het openluchtmuseum van Bokrijk?

Beeld BAS BOGAERTS

De hele cultuursector moet besparen, maar niet het openluchtdomein van Bokrijk. De vorige regering gooide er al 14,5 miljoen euro tegenaan, en nu krijgt het domein alweer een financieel duwtje in de rug. Waarom? Dat krijgen ze ook in Bokrijk niet goed uitgelegd.

Toen de latere koning Albert II op 12 april 1958 plechtig het lint van het openluchtmuseum van Bokrijk doorknipte, bestond het woord omvolking nog niet. Omvolking, naar het boek van de Franse schrijver Renaud Camus, draait om het geloof dat het een kwestie van twee generaties is voor wij onder de sharia leven.

Het openluchtmuseum van Bokrijk is destijds gebouwd op een gelijksoortig en niet veel minder hardnekkig geloof. Dat besef sijpelt binnen als je aan het mailen bent met Katelijne Weyns (64). Zij is de dochter van Jozef Weyns, de bezieler en tot aan zijn dood in 1974 de conservator van het openluchtmuseum. Want ja, beaamt ze, haar vader was een uitgesproken flamingant, dat kun je wel zeggen. Waarna ze schrijft: “Het is dankzij de flaminganten dat wij onderling hier en nu in het Nederlands kunnen communiceren. Zij hebben ervoor gestreden dat onze Vlaamse taal het hier heeft overleefd.”

Anti-Expo 58

Op haar website bezigt de vzw Domein Bokrijk omtrent haar ontstaan in 1958 een cryptisch zinnetje: “Volgens sommige bronnen gebeurde dat niet toevallig in hetzelfde jaar als de Wereldtentoonstelling die in Brussel plaatsvond.”

Het openluchtmuseum opende zijn deuren exact vijf dagen voor op de Brusselse Heizelvlakte de iconische Expo 58 dat deed. Expo 58 was een langgerekte ode aan nieuwe technologie, moderne architectuur en vredevolle globalisering. Alleen: de officiële benaming was ‘Exposition Universelle de Bruxelles 1958'.

De latere Belgische premier Wilfried Martens drong kort na de opening met enkele andere Gentse studenten het Franse paviljoen binnen met een spandoek: “In dit paviljoen geen Nederlandstaligen gewenst.” Ze eisten tweetalige naamplaatjes én een Vlaamse dag op Expo 58. Toen duidelijk werd dat geen van beide er zouden komen, riepen Vlaamse pastoors en leerkrachten op tot een boycot van Expo 58. Ze raadden aan voor een dagje Bokrijk te gaan.

Toeval of niet: het openluchtmuseum in Bokrijk opende de deuren vijf dagen voor Expo 58.Beeld Expo58

De kans dat je daar Marilyn Monroe of Charlie Chaplin zou ontmoeten, was natuurlijk iets kleiner, maar je kon er gaan kijken naar de uit 1800 daterende molen van Schulen. Steen per steen afgebroken in 1954 en daar weer opgebouwd. Er stond ook een 17de-eeuwse boerderij uit Vochtig Haspengouw, een watermolen uit Lummen en een schuur uit Mol-Sluis. De dag kon worden afgerond met een pintje in de vanuit Lier verhuisde herberg In Sint-Gummarus uit 1750.

De provincie Limburg had het domein van de failliete Boerenbond al in 1938 aangekocht onder impuls van gouverneur Hubert Verwilghen. Onder zijn opvolger Louis Roppe mocht Jozef Weyns in 1953, als een van de allereerste in het Nederlands afgestudeerde doctors in de kunstgeschiedenis en de oudheidkunde, beginnen aan zijn levenswerk.

Katelijne Weyns: “Het was zo’n groot succes dat wij na een tijdje met ons hele gezin daar zijn gaan wonen. Mijn vader was overdag in de weer met altijd maar nieuwe bouwsels. Hij werd in die jaren bedolven onder de aanbiedingen. In onze dorpen dreigde ontzettend veel unieks verloren te gaan.”

Vlaams Belang

Onlangs raakte bekend dat Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) de projectsubsidies voor jonge kunstenaars terugschroeft van 8,5 naar 3,5 miljoen euro en zowat de hele theaterwereld een besparing van 6 procent oplegt. In een en dezelfde beweging wordt het budget voor erfgoed, vooral dan voor het domein in Bokrijk en de landcommanderij van Alden Biesen in Bilzen, verhoogd met 878.000 euro.

Gevraagd naar wat uitleg over waarom plotseling zoveel extra geld nodig is voor Bokrijk, antwoordt communicatieverantwoordelijke Miet Feytons: “Het openluchtmuseum is momenteel gesloten, het gaat pas weer open in april. U kunt hier niets komen doen. Er is niemand die u te woord kan staan.”

We proberen het in Alden Biesen. Wat dachten ze in de landcommanderij te gaan doen met de berg geld? Communicatieverantwoordelijke Pat Vincent houdt het bij een kort mailtje: “Tot mijn spijt is de directeur van Alden Biesen deze week niet aanwezig en er is niemand anders beschikbaar voor commentaar. Misschien kan u met Bokrijk contact opnemen.”

Vroeger was Bokrijk de plek waarvan je je herinnerde dat je er in het vijfde leerjaar op schoolreis was geweest. Vandaag is het een lastig gespreksonderwerp. Het was de plek, ook, waar Vlaams Belang een maand voor de verkiezingen van 26 mei zowat 3.000 mensen op de been kreeg voor een gezinsdag.

“Omdat Vlaams Belang een nationalistische partij is die onze tradities koestert”, sprak voorzitter Tom Van Grieken zijn gehoor toe. “Want liever de oer-Vlaamse tradities die u hier vandaag zal zien, dan de nieuwe fenomenen van de multiculturele samenleving waarmee de andere partijen ons hebben opgezadeld.”

Verdinaso

Er is dus een tijd geweest, amper twee generaties geleden, dat de politieke voorvaderen van Van Grieken de mensen deden geloven dat de Nederlandse taal in België in haar voortbestaan bedreigd was. Dat toen, net als nu, geheime destructieve krachten aan het werk waren om de taal en dat hele Vlaamse culturele erfgoed te vernietigen. Dat het een kwestie was van te redden wat er nog te redden viel.

Verdinaso
Beeld BAS BOGAERTS

Katelijne Weyns: “U moet de tijdsgeest zien. Mijn vader deed zijn dienstplicht bij het Belgische leger in de jaren 30 van de vorige eeuw. Hij vertelde ons graag hoe hij ooit als soldaat het bevel van een Franstalige superieur had genegeerd, puur uit principe. Men heeft hem daarvoor zijn graad van officier ontnomen. Hij was daar eigenlijk wel trots op. Hij was een van de eerste Nederlandstalige studenten aan de tot dan toe volledig Franstalige universiteit van Gent. Hij groeide op in een tijd waarin de verfransing alomtegenwoordig was en alleen maar bedreigend kan hebben aangevoeld.”

Jozef Weyns was, weten we, in de jaren 30 actief bij Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen dat in 1941 zou opgaan in het collaborerende VNV. Wikipedia noemt Verdinaso een “antisemitische en antiparlementaire organisatie” die vanaf 1934 streefde naar “het samengaan van Nederland met geheel België en Luxemburg in een nieuw op te richten staat: de Dietsche Volksstaat”.

Katelijne Weyns: “Mijn vader heeft zich altijd gedistantieerd van het extreme nationaal-socialistische gedachtegoed. Eens de oorlog uitbrak, heeft hij zich afzijdig gehouden. Hij was als wetenschapper gewoon erg begaan met ons culturele erfgoed. Bokrijk is van iedereen, en het mag niet de bedoeling zijn dat religieuze, filosofische of politieke groeperingen de ziel ervan capteren.”

De schaapskooi

Wat Jozef Weyns deed – gebouwen afbreken en in Bokrijk weer opbouwen – is inmiddels onwettig. Als een bouwwerk tot te beschermen erfgoed wordt verklaard, dient het allereerst op dezelfde plaats te blijven staan en te worden onderhouden. Erg bevorderlijk voor het conserveren van dat erfgoed blijkt restaureren op locatie ook niet echt. De molen van Schulen moest in 1984 grondig worden gerestaureerd en in 2017 al opnieuw.

Onder de vorige minister van Onroerend Erfgoed, Geert Bourgeois (N-VA), sloot de Vlaamse regering een meerjarige overeenkomst met de vzw Domein Bokrijk. Tussen 2017 en 2021 wordt 14,5 miljoen euro uitgetrokken voor de restauratie van onder meer de Neerpeltse schaapskooi, de Kalmthoutse turfschob, het zwingelkot van Leisele en de klompenmakersoven van Vrasene.

Nu komt er nog eens 200.000 euro extra bij.

Ook bij Igor Philtjens, gedeputeerde voor Toerisme en Erfgoed bij de provincie Limburg en voorzitter van de vzw Domein Bokrijk namens Open Vld, kun je niet terecht voor de bij andere onderwerpen zo vanzelfsprekende vraag-antwoorddialoog.

Philtjens wenst enkel schriftelijk te reageren. Met een kort mailtje. Dat zegt: “We begrijpen dat dit een conceptnota betreft waarover de beleidscommissie zich nog moet buigen. Na lectuur blijkt het te gaan over het pas opgerichte CRAFTS. CRAFTS is het landelijk erfgoedplatform voor historisch en hedendaags vakmanschap in Vlaanderen. Het Openluchtmuseum Bokrijk is hiervan de initiatiefnemer en de centrale partner. CRAFTS zal kleinere en grotere spelers in heel Vlaanderen bij elkaar brengen om samen meer impact te genereren binnen de betrokken erfgoedgemeenschappen. Hierdoor gaat de kennis van huidige vakmanschappen niet verloren. De geborgen kennis kan parallel hertaald worden naar hedendaagse toepassingen van vakmanschap die voor onze samenleving vandaag relevant zijn.”

Als beginnende dramaturg of regisseur hoef je je dus nergens zorgen over te maken. Gewoon jezelf omscholen tot klompenmaker.

Borstbeeld van gouverneur Louis Roppe in Bokrijk. Onder zijn impuls ging het openluchtmuseum echt van start.Beeld BAS BOGAERTS