Direct naar artikelinhoud
InterviewWellesnietes

GAS-boetes uitdelen aan gebruikers van lachgas. Goed idee, of niet?

Kevin Vereecken (l) en Matti Vandemaele.Beeld RV /Bob Van Mol

Een voor- en tegenstander gaan in duel over een hot issue. Deze week: het bezit en gebruik van lachgas als roesmiddel kan in Antwerpen sinds kort worden bestraft met een GAS-boete. Een goede zaak?  

Kevin Vereecken: ‘Boete voor bezit lachgas is goed signaal’

Op de spoeddienst van ZNA Stuivenberg komen wekelijks patiënten binnen met klachten na het gebruik van lachgas. Een GAS-boete maakt gebruikers duidelijk dat ze verkeerd bezig zijn’, zegt urgentiearts Kevin Vereecken.

“Zeker één keer per week, soms vaker, zien we op de spoed iemand van wie het geheugen of de ledematen niet meer meewillen. Dat kunnen banale symptomen zijn: hoofdpijn, moeite om zich te concentreren of spieren die niet functioneren. Maar het kan ook veel erger uitdraaien. Van patiënten die het verschil tussen een potlood of puntenslijper niet meer kennen en jong dement worden, tot benen die volledig verlamd zijn. Als je vraagt of er drugs in het spel zijn, antwoorden ze negatief. Zelfs geen lachgas? Aha, dat wel.

“De overheid moet een sterk signaal geven dat lachgas slecht is voor de gezondheid. Als dat niet op federaal niveau gebeurt, nemen steden het heft in eigen handen. Een GAS-boete maakt gebruikers duidelijk dat ze verkeerd bezig zijn. Want velen denken dat het gas een onschuldig roes-middel is. Je neemt een gaspatroon voor slagroomspuiten, vult een ballonnetje, inhaleert het gas en krijgt een korte roes. Meestal duurt die niet meer dan twee minuten. Wat kan daar nu fout aan zijn?

“Veel. Dat is ook wetenschappelijk bewezen. De stof tast het metabolisme van vitamine B12 aan. Die vitamine is enerzijds onmisbaar voor de aanmaak van witte bloedcellen (voor DNA), en anderzijds voor het isolatieweefsel van onze zenuwbanen, zodat elektrische signalen doorgestuurd kunnen worden naar de hersenen en spieren. Als dat proces verstoord wordt, begin je bij hoofdpijn, maar kun je eindigen bij een volledige verlamming.

“Daar zijn de meeste gebruikers zich niet van bewust. Lachgas is populair, omdat het bekendstaat als goedkoop, toegankelijk en onschadelijk.”

Achttiende eeuw

“Wie vijf pinten drinkt, voelt dat meteen. Rijden mag niet meer en de volgende dag is een kleine kater niet uitgesloten. In tegenstelling tot cocaïne of methamfetamine kent lachgas geen fysieke afhankelijkheid. Als er een psychologische afhankelijkheid ontstaat, komt dat doorgaans door iemands aanleg voor verslavingen. Bovendien beïnvloedt lachgas het sociale functioneren niet echt, meer nog: het wordt vaak in groep gedaan. Dat wisten ze in de 18de eeuw al. Toen bestonden ‘lachgasfeestjes’ vol euforische en lachende feestbeesten. Een van de aanwezigen, een tandarts, zag hoe een persoon zich aan een glas sneed en geen pijn voelde. Zo ontdekte men de verdovende werking van lachgas. In die tijd werden tanden nog getrokken op de kermis. Voor die man was dat dus een echte goudmijn. (lacht)

“Hoe groot het lachgasprobleem is, kan ik niet met zekerheid zeggen. Er is geen test om het gas op te sporen in het bloed. We kunnen alleen voortgaan op een afwijking in het aantal witte bloedcellen van een patiënt en een elektroneurogram dat de elektrische activiteit in het centrale zenuwstelsel meet. Het is dus een erg moeilijke diagnose die regelmatig gemist wordt.

“Wil dat zeggen dat het een marginaal probleem is? Absoluut niet. Als ik op mijn fiets naar het ziekenhuis rij, zie ik voortdurend lege lachgascapsules liggen. En het probleem is ook niet nieuw. In 1999 nam Leona Detiège, toen burgemeester van Antwerpen, het oneigenlijke gebruik van lachgas al op in het politiereglement. Vooral rond dancing Zillion waren de capsules aanwezig. Omdat het probleem een aantal jaren onder controle leek, werden de sancties uit het vernieuwde politiereglement gehaald. Tot nu.”

Matti Vandemaele: ‘Pak niet de koper aan, maar de dealer’

Matti Vandemaele, Kortrijks gemeenteraadslid (Groen), is niet voor administratieve sancties. ‘Met GAS-boetes proberen lokale besturen hun grip op de openbare ruimte te verhogen. Maar even verderop is het gebruik van lachgas wel toegestaan.’

“Voor jongeren die willen experimenteren met roesmiddelen is lachgas een makkelijke en goedkope oplossing. Groothandels, horeca­zaken en nachtwinkels bieden de capsules aan om te gebruiken in een slagroomspuit. En dat is meteen het fundamentele probleem van lachgas. Het is geen drug, kan niet op die manier geclassificeerd worden en is dus ook niet illegaal.

“Maar de oneigenlijke verkoop van lachgas en het gebruik ervan als roes­middel is niet onschuldig. Ondertussen werd voldoende aangetoond dat lachgas schadelijk en gevaarlijk is voor de gezondheid. Aangezien de federale overheid voorlopig een afwachtende houding aanneemt, zijn GAS-boetes het enige instrument dat steden en gemeenten in handen hebben. Zo proberen lokale besturen de grip op de openbare ruimte te verhogen.

“Ik ben doorgaans geen voorstander van GAS-boetes. Allereerst treffen ze meestal personen, zoals jongeren, die de boete toch niet zelf kunnen betalen.

“Ten tweede is het GAS-reglement overal anders. Dat maakt het voor de bevolking moeilijk om te weten wat ergens wel of niet is toegelaten, in tegenstelling tot een echte wet die voor iedereen geldt.

“Ten slotte kunnen GAS-boetes niet alleen een overtreding sanctioneren. Tegenwoordig worden ze in het politiereglement opgenomen om ­allerlei ‘gedragingen’ in de breedste zin van het woord te bestraffen.

“Zoals Antwerpen de GAS-boete nu invoert, vooral gefocust op het oneigenlijk bezit en gebruik van lachgas, lijkt me geen goed idee. In het centrum worden gebruikers beboet, vijf kilometer verder is het gebruik van lachgas wel toegestaan.”

Steekproeven

“Als je het probleem daadwerkelijk wil aanpakken, moet je de ‘dealers’ raken. Als je echt met GAS-boetes wil ­werken, denk ik dat Kortrijk een goed voorbeeld stelt. Het beleid focust vooral op de verkoop van lachgascapsules in de horeca, in nacht­winkels en op festivals. Het is veel makkelijker om daar steekproefgewijs te controleren, dan ­iedereen persoonlijk te inspecteren. Zo’n capsule kan bovendien heel gemakkelijk op de grond gegooid worden. En dan wordt het vrijwel onmogelijk om te bewijzen van wie die capsule precies is.

“Bovendien is lachgas natuurlijk ook geen wereldprobleem. Ik denk niet dat de helft van de Vlaamse jeugd elk weekend een ‘ballonnetje doet’.

“Maar daarmee wil ik niet zeggen dat het gebruik van lachgas doodgezwegen moet worden. De capsules zijn er en ze worden aangetroffen op fuiven of in de publieke ruimte. Dat probleem los je niet op door weg te kijken. Het is dan vooral belangrijk dat ze de gevaren kennen en – hopelijk – een geïnformeerde keuze maken.

“Want als jongeren willen experimenteren met roesmiddelen, dan zullen ze dat ook doen. Dat ze daarvoor lachgas gebruiken, wegens goedkoop en makkelijk verkrijgbaar, is fout.

“Om jongeren te ontmoedigen, moet de verkoop ervan dus strenger geregeld worden. Die capsules hebben industriële doeleinden. Ze zouden au fond al niet makkelijk te krijgen mogen zijn.

“De federale overheid moet de lachgascapsules minder toegankelijk maken. Alleen zo raak je aan de kern van de zaak, zonder anderen hun cappuccino met slagroom te ontzeggen.”