Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Opdoffer voor Vlaams onderwijs: nu ook koppositie voor wiskunde kwijt

Archiefbeeld.Beeld Wouter Van Vooren

Het Vlaamse onderwijs boert opnieuw achteruit. Onze leerlingen scoren in de nieuwste PISA-studie van de OESO alweer minder goed dan drie jaar geleden. Ze verliezen hun Europese koppositie voor wiskunde. Ook is de kloof tussen rijke en arme leerlingen nog steeds nergens zo groot als hier.

Voor leesvaardigheid, wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid scoren de Vlaamse 15-jarige leerlingen opnieuw minder goed dan drie jaar geleden. Dat blijkt uit het PISA-rapport van de OESO dat De Morgen kon inkijken.

Wat is PISA?

 Het Programme for International Student Assesment (PISA) is de driejaarlijkse internationale ranking die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) afneemt bij 15-jarigen in geïndustrialiseerde landen. De test is een van de belangrijkste maatstaven om uitspraken te kunnen doen over onderwijskwaliteit op de lange termijn.

De daling die Vlaanderen maakt, is het sterkst voor lezen. In 2015 moesten we Canada, Singapore, Hongkong, Finland, Ierland, Estland, Zuid-Korea en Japan laten voorgaan. Voor 2018 – het jaar waarin de testen werden afgenomen – bengelt Vlaanderen tussen de 11de en 22ste plaats: tien landen scoren significant beter dan wij, elf landen hebben een vergelijkbare score. Bijna een op de vijf leerlingen haalt het minimumniveau niet.

Lees ook:

‘Er gaan steeds meer rode lichten branden’: PISA-resultaten zijn nieuwe opdoffer voor Vlaams onderwijs

Nergens zo’n sterke daling

Voor wetenschap is de daling minder uitgesproken. Vlaamse 15-jarigen moeten binnen Europa enkel Estland, Finland, Polen en de Spaanse regio Galicië laten voorgaan. Op het vlak van wiskunde behoort het Vlaamse onderwijs nog steeds tot de subtop. Het slechte nieuws is dat we de koppositie in Europa wel kwijt zijn doordat Estland en Nederland over ons sprongen. Ook Polen benadert ons niveau. Verontrustend is ook dat in geen enkel ander land het aantal toppresteerders voor wiskunde (-15 procent) zo sterk daalde als bij ons tussen 2003 en 2018.

Uit de PISA-resultaten blijkt nog maar eens dat er geen enkele andere regio in de wereld is waar de sociaaleconomische status (SES) van leerlingen zo bepalend is voor hun resultaat. Over alle OESO-landen heen bepaalt de SES bijna 12 procent van de spreiding tussen de sterkste en zwakste presteerders. Bij ons is dat 19 procent.

De resultaten voor de Franstalige Gemeenschap blijven min of meer stabiel in vergelijking met drie jaar geleden. Al liggen ze over het algemeen wel een pak lager dan de Vlaamse.

‘Geen bodemschatten’

Is er dan geen goed nieuws over ons onderwijs? Jawel. Het Vlaamse onderwijs blijft zeker kwaliteit afleveren. De slechtst presterende leerlingen halen in vergelijking met veel andere plekken in de wereld hoge scores. Zo scoren Vlaamse leerlingen nog altijd beter dan het OESO-gemiddelde.

Maar de klad zit er nu wel al een tijdje in: test na test dalen de resultaten. Dat we daar geen concrete oorzaak voor kunnen aanduiden bij gebrek aan voldoende wetenschappelijk onderzoek, zorgt voor onrust bij beleidsmakers. “Het is 5 over 12”, zegt minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “We hebben hier geen olie of andere bodemschatten: Vlaanderen moet het hebben van excellent en veeleisend onderwijs. Net dat komt in het gedrang. We moeten nu ingrijpen als we dit ooit nog willen rechttrekken.”

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).Beeld BELGA