Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Ruben Van Gucht: ‘Ik kreeg die gedachte maar niet uit mijn hoofd’

Ruben Van Gucht: ‘Je moet het succes ook niet overroepen. Ik ben een sportjournalist. Ik ben Koen Wauters niet, hè’.Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zevenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: sportjournalist Ruben Van Gucht (33). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

en

Luister hier naar De vragen van Proust met Ruben Van Gucht:

Video wordt geladen...

Hoe oud voelt u zich?

“Sommigen zeggen dat ik een oudere ziel in een jong lichaam ben. Gezien de job die ik doe en de verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken, klopt dat misschien wel. Als journaalanker of als presentator gedraag ik me wellicht wel wat volwassener. Ik ben ook niet echt een feestneus.

“In het prille begin van mijn carrière was ik ervan overtuigd dat een sportjournalist even gefocust moest zijn als een sportman. Mijn ambitie was zo groot dat ik onmiddellijk allerlei zaken achterwege liet. Ik dronk geen druppel alcohol meer. Ook weggaan deed ik niet meer. Als je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat werkt, is een hele nacht op stap gaan gewoon geen optie. Ik ben voluit voor mijn job gegaan en mijn levensstijl is daar een consequentie van. Ik voel ook niet de behoefte om die tijd in te halen omdat ik altijd weer nieuwe ambities voor ogen heb.”

Hoe was de band met uw ouders?

“Zeer goed. Onlangs heb ik het nog verteld: ik heb een soort van voorbeeldjeugd gehad. Ik ben opgegroeid in Breendonk, een klein dorp bekend om zijn fort en Duvel. Ik had normale ouders, twee broers, veel vrienden in de buurt. Mijn grootouders, tantes en nonkels, neven en nichten woonden in dezelfde straat. Er waren geen problemen, niet tussen mijn ouders, niet met andere familieleden, niet financieel. We hadden alles wat we nodig hadden. We sportten, we zaten in de jeugdbeweging, we amuseerden ons, we haalden toeren uit.

BIO

* geboren op 26 november 1986 * sinds 2012 journalist bij de VRT-sportredactie * studeerde Communicatiewetenschappen * werkte tussen 2009 en 2012 bij de regionale zender RTV en bij sportzender EXQI * presenteerde in 2015 en 2016 op Canvas Extra Time Koers, en van 2016 tot 2019 De kleedkamer * reed in 2017 live voor tv (Voor de Ronde) twee dagen voor de Ronde van Vlaanderen zelf het parcours * werd in 2018 aangever in een zaalshow van Jacques Vermeire. De samenwerking werd in 2019 voortijdig beëindigd

“Ik heb een bevoorrechte, zorgeloze jeugd gehad en dat speelt nog altijd een rol in mijn leven. Ik worstel niet met complexen, ik trek me weinig dingen hard aan. Ik kan wel een stormpje doorstaan. Ik heb ook geen baaldagen. I go with the flow. Mijn ouders zijn no-nonsensemensen. Van hen heb ik geleerd om niet te klagen en door te gaan. Wat telt is dat je gelukkig bent met je familie, en laat de rest maar denken.

“Dat besef komt ook heel hard door mijn moeder. Zij is verpleegster en werkt al 35 jaar in de operatiekamer. Ik herinner mij nog dat ze vaak ’s nachts opgeroepen werd als er iemand dronken met zijn auto tegen een boom of zo was geknald. Ze kon dat altijd goed van zich afzetten, behalve als er een kind bij betrokken was. Ik weet nog heel goed, ze kwam eens thuis en vertelde dat een papa op zijn erf met zijn vorkheftruck zijn eigen kind had doodgereden. Bij het achteruitrijden had hij zijn kindje tegen de muur geplet. In paniek kwam hij met het kind in z’n armen de operatiekamer binnengelopen maar het was al dood.

‘Ik ben niet echt een feestneus.’Beeld Stefaan Temmerman

“Dat soort verhalen is mij bijgebleven en heeft er ook wel voor gezorgd dat ik veel dingen kan relativeren. Samen met de manier waarop mijn ouders in het leven staan.

“Ik heb nog niet veel moeilijke periodes meegemaakt, behalve het verlies van mijn grootouders, dat deed echt pijn. Zij hebben zoveel betekend voor ons. Zelfs mijn passie voor sport heb ik aan hen te danken.”

Wat vindt u een belangrijke eigenschap van uzelf?

“Gedrevenheid. Een familietrekje.”

Wat is uw passie?

“Sport. Dat is natuurlijk een open deur intrappen, maar goed. Ik heb van jongs af aan veel gevoetbald. Sport stond altijd op een of andere manier centraal. Ik herinner mij dat ik mij van school haastte om naar de koers te kijken op tv, terwijl ik normaal gezien altijd bij vrienden bleef plakken. Als klein manneke keek ik enorm op naar commentatoren zoals Mark Uytterhoeven, Mark Vanlombeek, Michel Wuyts, Frank Raes. Ik las ook altijd de krant van achteren naar voren, om eerst die sportpagina’s te pakken te krijgen. (lacht)

“Die droom om commentator te worden is altijd groter geweest dan de droom om zelf te sporten. Ik wil wel goede prestaties neerzetten, maar het hoeft niet altijd sneller te gaan. Ik heb bijvoorbeeld zo’n vijftien marathons gelopen. Maar na verloop van tijd neemt de druk van de chrono de bovenhand, daar ben ik van afgestapt.

“De mooiste marathon? Die van Brussel. Want je ziet de stad op een andere manier, zonder auto’s over die brede lanen. Het is heel mooi om in het najaar door de tunnels naar Tervuren te lopen. Maar ook The Great Breweries-marathon vanuit Breendonk, van brouwerij naar brouwerij, vind ik geweldig. Voor mij is dat een nostalgisch en emotioneel parcours, want ik ken daar elke vierkante centimeter. Kijk, ik ben niet de man die Berlijn gelopen wil hebben. Of New York. Of Tokio. Dat interesseert mij niet. Dan ga ik liever met mijn vrouw wat fietsen.”

Is het leven voor u een cadeau?

“Soms heb ik de indruk van wel, maar ik wil niet euforisch klinken omdat mensen anders gaan denken: ah, hier het zondagskind.

“Ik leef graag, ik kan doen wat ik graag doe, maar dat betekent niet dat alles vanzelf komt. Ik werk hard, maar met plezier.”

Welke geluksscore geeft u zichzelf?

“Een 9.2. Zo voelt het voor mij.”

Welke kleine, alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“Met mijn hond gaan wandelen. Mijn gazon afrijden. De planten water geven. Gaan lopen en de grondgeur opsnuiven. Koeien in de wei zien staan. Ik ben een kind van de boerenbuiten en daarom woon ik ook op het platteland.

“Ik geniet van zoveel dingen in het leven. Vanavond heb ik bijvoorbeeld een gesprek met Roberto Martínez. Ik zal daarvan genieten. Ik vind het een eer om in zijn gezelschap te zijn. Ik geniet van het momentum, maar niet op de manier: strandstoel, idyllisch uitzicht, cocktail erbij. Dat niet.”

‘Ook mijn blijdschap is in zekere zin ingehouden.’Beeld Stefaan Temmerman

Bent u ooit door het lint gegaan?

“Vroeger als jonge gast misschien. Ik was zo’n beetje een kolerig manneke. Vooral als ik mijn zin niet kreeg. Maar om nu echt te zeggen dat ik de pedalen verloor, nee dat nu ook weer niet.

“Ik ben een vrij rustig iemand. Op momenten waarop iemand mij het bloed onder de nagels vandaan haalt, kan ik mezelf toch wel overtuigen om kalm te blijven en rustig te reageren. Ook toen ik mezelf op de cover van Dag Allemaal zag staan (naar aanleiding van het dispuut met Jacques Vermeire, nummer van 27 augustus, red.)? Ja. Voor velen was dat misschien een bom, maar voor mij gaat die discussie al terug tot maart. Ik heb maandenlang geprobeerd om dit binnenskamers en op een volwassen manier op te lossen. Op het moment dat de tegenpartij (Jacques Vermeire dus, red.) ervoor koos om die discussie in de media te voeren, is mijn wereld niet ontploft. Ik was op reis en heb verder van mijn vakantie genoten. Ik sta recht in mijn schoenen en te gepasten tijde zullen derden daarover een uitspraak doen. Dat moeten we nu afwachten. Daarover piekeren heeft geen zin.

“Ik ben niet extreem op het vlak van emoties, ook niet in de positieve zin. Ik kan van iets genieten maar word niet euforisch of extatisch.

“Zelfs niet toen de Rode Duivels op het balkon van het Brusselse stadhuis verschenen of toen ik de start van de Ronde van Frankrijk op de Brusselse Grote Markt mocht presenteren. Ik besef wel dat dit unieke momenten zijn, maar het is niet zo dat ik daarna een café moet induiken en mezelf poepeloere moet drinken. Ook mijn blijdschap is dus in zekere zin ingehouden.”

Wat is uw zwakte?

“Waarschijnlijk toch ook die gedrevenheid. In de liefde voor mijn job schuilt schoonheid, maar ook een gevaar. Ik ben soms zo hard met mijn werk bezig dat ik beknibbel op mijn privéleven. Ik heb het geluk dat de mensen in mijn omgeving dat snappen, maar voor hetzelfde geld zeggen ze: hey mateke, wanneer gaat dat eens stoppen?”

Waar hebt u spijt van?

“Van niet veel. Soms, wanneer de nostalgie de bovenhand neemt, vind ik het jammer dat ik niet voldoende tijd in vrienden kan investeren. Op een bepaald moment heb ik beslist om volle bak voor mijn job te gaan, waardoor ik wat weggeëvolueerd ben van mijn jeugdvrienden. Zij zijn elkaar blijven zien in de club, zijn samen een pint blijven drinken, zijn samen op weekend of vakantie geweest, hebben samen veel meer meegemaakt. Voor alle duidelijkheid: ik zie ze nog, maar de band had hechter kunnen zijn, intenser, met meer gezamenlijke herinneringen. Dat is natuurlijk een gevolg van de keuze die ik gemaakt heb.”

‘Ik heb geen baaldagen.’Beeld Stefaan Temmerman

Wat is uw grootste angst?

“Mijn vrouw of mijn ouders of familie verliezen. Als kind had ik angstaanvallen bij het besef dat ik ooit mijn ouders zou verliezen, ik kreeg die gedachte maar niet uit mijn hoofd. Heel beklemmend.

“Ooit zal de dag natuurlijk komen, maar ik hoop dat hij zo lang mogelijk op zich laat wachten. Ik kan me niet voorstellen dat ik geen liefdevolle momenten meer met hen zou kunnen delen.”

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Enkele maanden geleden, toen ik een jeugdvriend begraven heb. Omgekomen in een verkeersongeluk. Hij ging papa worden. Die begrafenis was heel heftig. Allemaal verdrietige mensen, niemand van ons die zoiets al had meegemaakt.

“Mijn vrouw en ik, we waren daar werkelijk niet goed van. Nu nog praten we heel vaak over wat er precies gebeurd is, over de familie die achterblijft, over zijn vrouw die intussen mama is geworden.”

Welke film zou u iedereen aanraden?

“Ik ben nogal fan van documentaires. Die docu over Freddie Mercury bijvoorbeeld vond ik heel interessant. Of de aflevering van Belgasport over Raymond Goethals. Of die reeks van Thomas Vanderveken: Weg van het meesterwerk. Of de afleveringen van Planet Earth, die mis ik nooit. Maar voorts heb ik niet veel tijd om tv te kijken.”

Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Je hebt mensen die geloven dat we elkaar in het hiernamaals zullen terugzien, daar geloof ik niet in, maar het feit dat we nog altijd over onze grootouders praten, dat we hen als voorbeeld nemen, dat we twee, drie keer per jaar samenkomen om hen te herdenken, dat we hun verhalen verder vertellen, heeft voor mij iets religieus. Bij wijze van spreken leven ze dagelijks verder in ons. Dat vind ik heel schoon.

“Wil ik dan zelf geen kinderen om die traditie voort te zetten? Nee, ik voel het nog niet. Ik zie mezelf nog te zeer als het kleine kind. Op een of andere manier zie ik mezelf nog altijd onderaan de piramide staan.”

‘Ik heb het geluk dat de mensen in mijn omgeving snappen dat ik beknibbel op mijn privéleven, maar voor hetzelfde geld zeggen ze: hey mateke, wanneer gaat dat eens stoppen?’Beeld Stefaan Temmerman

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Zeer goed. Wij eten gezond, ik sport veel, ik draag zorg voor mijn lichaam. Maar nu ook weer niet fanatiek. Ik eet ook chocolade en ijscrème.

“Of ik ijdel ben? Iedereen die op tv komt zal wel een beetje ijdel zijn, zeker? Maar ik zal niet uren voor de spiegel staan of nog eens snel checken of mijn haar wel goed ligt of nog wat haarlak vragen, zoals sommige anderen wel eens doen.

“Of ik veel oneerbare voorstellen krijg? Neen. Ik denk dat dat voor een groot stuk afhangt van de mate waarin je daar zelf voor openstaat of waarin je daar zelf aan toegeeft. Ik zit er ook echt niet op te wachten.

“Je moet dat succes ook niet overroepen. Ik ben een sportjournalist. Ik ben Koen Wauters niet hè.”

Wat vindt u erotisch?

“Een mooie vrouw. En gelukkig heb ik er een gevonden, dat hebben jullie zelf kunnen zien. (lachje) Ik zou me nooit aangetrokken kunnen voelen tot iemand die ik op een of andere manier lelijk vind. Maar even belangrijk als het fysieke vind ik het gevoel van connectie. Seksuele interesse op zich is niet voldoende.”

Wat is uw goorste fantasie?

“Ik heb geen fantasieën, ik ben geen fantast. Ik droom ook nooit, wat mijn vrouw niet kan begrijpen, trouwens. Zij zegt altijd dat iedereen droomt, ik dus ook. Maar hoe kun je dat nu weten? Welk wetenschappelijk bewijs is er dat ik droom in mijn slaap?”

U belandt in de gevangenis, wat zou de reden kunnen zijn?

“Ik rij soms nogal snel met de wagen. Ik zou beter moeten weten.”

Bent u een goede vriend?

“Ja en nee. Als mijn vrienden me bellen zal ik er staan, maar ik zie ze soms te weinig, door mijn eigen toedoen.”

Hoe definieert u liefde?

“Iemand zo graag zien dat het evident wordt, maar tegelijk ook weer niet. Evident in de zin van: elkaar perfect aanvullen, maar niet in de zin van: geen moeite meer doen voor elkaar. Je moet elkaar blijven verrassen. Dat kan in iets kleins schuilen. Voor je vertrekt stiekem een briefje op tafel achterlaten, bijvoorbeeld.

“Wat ik in mijn vrouw bewonder? Haar eenvoud, haar naturel, en natuurlijk ook haar sterkte. Het moet niet altijd even makkelijk zijn om te leven met iemand die in the picture staat. Ik heb er geen problemen mee om in de media te komen, maar daarom vindt zij dat misschien niet zo fijn. Bovendien ben ik vaak van huis weg. Ik apprecieer dan ook enorm hoe zij daarmee omgaat en hoe zorgzaam zij is voor mij.”

‘Ik ben anders gaan denken over dierenrechten, ook doordat onze hond hier in de buurt is vergiftigd. Met een gif dat al sinds 2001 verboden is in de Europese Unie.’Beeld Stefaan Temmerman

Hoe hebt u uw eerste liefde ervaren?

“De liefde is nog nooit zo diep geweest als ze nu is, waardoor ik geneigd ben me af te vragen: was het daarvoor wel echte liefde?

“Liefde groeit naarmate je bepaalde dingen samen verwezenlijkt. Mijn vrouw en ik, we zijn getrouwd, we hebben samen een huis gebouwd. Dat is een test voor je relatie, want vroeg of laat kom je onder druk te staan. Hoe reageer je dan? Dat vergt veel tijd en energie en liefde.”

Hoe zou u willen sterven?

(lachje) “Geen idee. Ik vind dat ik te jong ben om daar nu echt over na te denken. Ik hoop héél oud te worden en nog veel te kunnen doen in mijn leven. Ik hoop Jan Mulder-gewijs te kunnen blijven gaan en hoop dat er een pilletje komt dat ervoor zorgt dat ik 500 jaar oud kan worden. Zo graag leef ik.

“Wat ik zou wensen als laatste avondmaal? Ik heb geen lievelingsmaal. Laten we gewoon lekker en lang tafelen. Thuis, samen met de familie.”

Wat zou u nog willen doen voor het te laat is?

“Nog zoveel mogelijk goede momenten meemaken met mijn ouders, mijn broers, mijn schoonfamilie. Dat hoeft niet spectaculair te zijn, wij moeten niet op cruise op de Stille Oceaan, dat interesseert ons niet. Gewoon het goed hebben samen, bij elkaar zijn, een goeie boterham eten.

“Mijn moeder wil nooit cadeaus. Ze zegt altijd: ‘Het enige wat mij interesseert is dat jullie mij graag zien’. Als kind sta je daar niet bij stil, maar nu begrijp ik maar al te goed wat ze daarmee bedoelt.”

Waarover bent u de laatste tijd anders gaan nadenken?

“Dierenrechten. Dankzij mijn vrouw, die enorm begaan is met het welzijn van dieren. En ook doordat onze vorige hond hier in de buurt is vergiftigd. Met een gif dat bovendien al sinds 2001 verboden is in de Europese Unie.”

Is de mensheid op de goede of de slechte weg?

“Als we binnen de kortste keren zoveel geld ophalen voor het meisje Pia: op de goede. Als we onverschillig blijven bij het halve Amazone-woud dat platgebrand wordt: op de slechte. De mens zal altijd goed en slecht bezig zijn, daar maak ik me geen illusies over.”

Welke episode uit uw leven zou een goed filmscenario opleveren?

(denkt na) “Er is van mijn leven geen goed filmscenario te maken. Geef mij nog wat tijd. Stel me die vraag opnieuw over dertig jaar.”

Hoe zou de titel van uw biografie luiden?

“‘Boekejan’, kort en krachtig. Een titel waarvan mensen denken: ken ik dat woord, heb ik iets gemist?

“Boekejan was de bijnaam van mijn grootvader, die hij op zijn beurt geërfd had van zijn grootvader Jan, die naar verluidt een zeer kenmerkende sik had. Zoals een bok. Een soort geuzennaam dus, die iedereen in het dorp kende.

“Ik voel me zelf ook een Boekejan omdat ik voor een groot stuk geworden ben wie ik ben dankzij wat mijn grootvader ons heeft meegegeven. Bij uitbreiding staat Boekejan voor onze familie en voor wat we elkaar bewust of onbewust hebben geleerd.

“Mijn grootvader was niet alleen een geboren verteller met een grote levenswijsheid maar ook een enorm sterke kerel, een soort Rambo-figuur. Een selfmade man ook. Op zijn twaalfde moest hij gaan werken. Negen kinderen heeft hij grootgebracht, die allemaal hebben kunnen studeren. Zijn eigen huis plus de huizen van zijn kinderen eigenhandig gebouwd, van fundering tot nok. Chapeau hè. Voor zo iemand heb ik een enorm respect.”