Direct naar artikelinhoud
Artificiële intelligentie

Vlaanderen versnelt in artificiële intelligentie, maar niet ten koste van alles

Op naar kassavrije winkels dankzij artificiële intelligentie? Daar is het nog wat vroeg voor in Vlaanderen, maar bij Colruyt experimenteren ze met de technologie om kassa’s efficiënter te maken.Beeld RV

De wapenwedloop in artificiële intelligentie (AI) draait op volle toeren. Vlaanderen wil excelleren, maar die AI-innovatie moet te allen tijde ten dienste staan van de burger. Het Vlaams Kenniscentrum voor Data en Maatschappij moet uitgroeien tot het moreel kompas in al het AI-geweld.

Stel: u werkt in een bedrijf dat zijn openstaande vacatures maar niet gevuld krijgt. Het is niet ondenkbaar dat u op zoek gaat naar hulpmiddelen waarmee u die vacatures wel weet in te vullen. Een van die hulpmiddelen op de hr-markt die tegenwoordig furore maakt: software die helpt om werkzoekenden met vacatures te verbinden. Die software is zelfs zodanig slim, of artificieel intelligent, dat het vacatures probeert te interpreteren en vaardigheden die op het eerste gezicht niet meteen geschikt zijn, toch verbindt met bepaalde vacatures.

Het idee is prachtig. Maar hoe weet je als bedrijf welke van de aangeboden softwarepakketten niet alleen het beste is, maar ook ethisch het meest verantwoord? “Je wil als bedrijf kunnen inschatten of die software goed werkt”, zegt Julie Scherpenseel van ML6, de snelst groeiende AI-start-up in Vlaanderen. En dat is niet eenvoudig. Want AI-modellen in de hr-sector kunnen een vertekend beeld geven. “Het is mogelijk dat een AI-model eerder vrouwen zal selecteren voor vacatures van leerkrachten of eerder mannen voor jobs als ingenieur.” 

Dat is niet omdat die AI-modellen per se slecht zijn, ze versterken een situatie die vandaag realiteit is. “Het is relatief gemakkelijk om rekening te houden met zulke vooroordelen en die fout te verbeteren”, zegt Scherpenseel.

Gemakkelijk voor iemand die zich specialiseert in artificiële intelligentie. Maar de gemiddelde bedrijfsleider heeft minder kaas gegeten van hoe zulke programma’s precies werken en wat de mogelijke risico’s zijn. In Silicon Valley hebben alle productmanagers bij grote technologiebedrijven geleerd: eerst experimenteren, dan pas nadenken. Met alle gevolgen van dien.

Chatbot

Een fout die Vlaanderen niet wil maken. Het Vlaams beleidsplan Artificiële Intelligentie, dat met een investering van 32 miljoen euro per jaar van artificiële intelligentie het speerpunt moet maken van de digitale transitie in Vlaanderen, voorziet in de oprichting van een Vlaams Kenniscentrum voor Data en Maatschappij. Daarin zijn in de eerste plaats de drie universiteiten VUB, KU Leuven en UGent vertegenwoordigd. Zij zullen alle mogelijke kennis die te vinden is in onze kennisinstellingen en daarbuiten bundelen. 

“We willen in de eerste plaats een aanspreekpunt zijn voor burgers, overheden en bedrijven die met vragen zitten over AI”, zegt professor Pieter Ballon (Imec/VUB). “Daarnaast willen we ook aanwezig zijn in de vele innovatiehubs die Vlaanderen al rijk is. We kunnen hen ondersteunen met privacy- en ethische vragen bij AI-toepassingen.” Om dat concreet te maken: waar moet je als organisatie rekening mee houden als je een zelfrijdende bus zou willen introduceren in je stad? Of waar kun je maar beter aan denken als je een chatbot wil installeren op school?

Denk bijvoorbeeld aan de chatbot Sensei, die na de herfstvakantie geïntroduceerd werd op het Gentse Sint-Lievenscollege. Sensei moet leerlingen helpen om studieplannen op te stellen en de juiste studiemethode te zoeken. “De student kan zelf aangeven hoeveel tijd hij heeft genomen voor een bepaald onderdeel van een vak. Als resultaten op een examen dan tegenvallen, kunnen we bijvoorbeeld gericht bijsturen om meer studietijd te voorzien voor dat bepaald onderdeel”, klonk het bij de lancering.

Moeilijke taak

“Ik kan me voorstellen dat heel wat mensen toch kippenvel krijgen bij dat idee. Dat zijn toch AI-toepassingen waar we enorm mee moeten uitkijken”, waarschuwt Rob Heyman (VUB/SMIT), coördinator van het nieuwe kenniscentrum. “De redenering is dat dit soort toepassingen de leerkracht moet ontlasten. Maar zijn we daar wel zeker van? Is het niet net de taak van een leerkracht om kinderen die het moeilijker hebben, meteen bij te staan en niet te wachten tot een chatbot daarachter komt?”

Het voorbeeld toont meteen aan hoe moeilijk de taak van het nieuwe Vlaams Kenniscentrum voor Data en Maatschappij zal zijn. Heyman, die ook onderzoek doet naar smart city-toepassingen, vindt dat ethische vragen niet op tijd gesteld worden. “Stel dat een project morgen 3 miljoen euro krijgt voor een nieuwe smart city-toepassing waar artificiële intelligentie in gebruikt wordt. En halverwege het project komen we erop uit dat het project ethisch bedenkelijke resultaten geeft. Dat is heel vervelend.”

Vandaar dat een breder ethisch en sociaal verantwoordelijk kader voor AI-toepassingen geen overbodige luxe is. Maandag herhaalde minister van Innovatie Hilde Crevits (CD&V) trouwens nog eens welke 17 AI-projecten 8,5 miljoen euro kregen voor opleidingen die onze ondernemingen helpen klaarstomen voor de digitale toekomst. Een voorbeeld is de hogeschool VIVES, die artsen, verpleegkundigen en ander ziekenhuispersoneel de noodzakelijke kennis en competenties bijbrengt van veelgebruikte AI-technieken. De minister deed ook meteen een nieuwe investering ter waarde van 6,4 miljoen euro. Kmo’s in Vlaanderen zullen tot 80.000 euro kunnen ontvangen als ze opleidingen in artificiële intelligentie en cybersecurity organiseren.