Afzettingsprocedure Trump gebeurt officieel wegens ‘machtsmisbruik en hinderen parlement’

Verzamelde Democraten bij het bekendmaken van de twee officiële beschuldigingen © Reuters

De Democraten hebben twee beschuldigingen weerhouden in de afzettingsprocedure die tegen de Amerikaanse president Donald Trump loopt: misbruik van macht en het hinderen van het goede verloop van de procedures in het Congres, het Amerikaanse parlement.

Als deze beschuldigingen volgende week ook in de plenaire zitting van het Huis van Afgevaardigden weerhouden worden, wordt Donald Trump de derde president in de Amerikaanse geschiedenis tegen wie een afzettingsprocedure wordt gevolgd, na Andrew Johnson in de negentiende eeuw en Bill Clinton in de twintigste. In beide gevallen kon de president aanblijven. Richard Nixon, tegen wie een procedure dreigde, trad af vooraleer ze werd bekrachtigd.

Als de plenaire zitting in het Huis de beschuldigingen bekrachtigt, voert de Senaat een proces.

Toch is en blijft een afzetting van Trump onwaarschijnlijk aangezien de Republikeinse president met twee derde van de stemmen van Senatoren moet worden veroordeeld. De Republikeinen hebben de meerderheid in de Senaat en tot dusver vormen zij blok tegen de afzettingsprocedure.

Quid pro quo

Een afzettingsprocedure tegen de president (impeachment) is mogelijk wegens ‘high crimes and misdemeanors’, maar in de Grondwet wordt niet gespecifieerd om welke misdaden het moet gaan.

De procedure gaat terug op een telefoongesprek dat president Trump eerder dit jaar voerde met zijn Oekraïense ambsgenoot. Hij maande de Oekraïense president om een onderzoek te bevelen (of ten minste aan te kondigen) naar Trumps politieke tegenstander, gewezen vicepresident en huidig presidentskandidaat Joe Biden, en naar diens zoon Hunter Biden, die een goedbetaalde baan in Oekraïne had. Ook, bleek later, had Trump voor 400 miljoen dollar aan militaire steun aan Oekraïne geblokkeerd, ogenschijnlijk in afwachting van de onderzoeken naar de Bidens.

Daarop slaat de eerste beschuldiging: machtsmisbruik. De tweede heeft ermee te maken dat naaste medewerkers van de president geen toestemming kregen om aan het onderzoek van het Huis van Afgevaardigden mee te werken.

‘Niemand staat boven de wet’, aldus Jerrold Nadler, hoofd van het justitiecomité in het Huis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content