Gezondheidszorg in West-Afrika ineengestort door ebola-epidemie
Bij de ebola-epidemie die in 2014 en 2015 in West-Afrika woedde, zijn zo'n 28.000 mensen besmet geraakt. Meer dan 11.300 slachtoffers zijn aan de ziekte bezweken. Meer dan 99 procent van de sterfgevallen deed zich voor in Liberia, Sierra Leone en Guinee. Het ging om de grootste ebola-epidemie ooit.
De epidemie is weliswaar achter de rug, maar in de zwaarst getroffen landen blijven opvallend meer mensen sterven:
- in Sierra Leone is het aantal overlijdens in het kraambed met 19 procent gestegen,
- de kindersterfte is er met 28 procent gestegen,
- door ebola is 60 procent minder patiënten behandeld wegens diarree (ernstig gezondheidsrisico in Afrika),
- in de drie getroffen landen is het aantal vaccinaties tegen mazelen, kinkhoest en tetanus fors verminderd,
- sinds de epidemie zijn er ook 7.000 extra malariadoden onder kinderen jonger dan 5.
Gezondheidszorg uitgehold
Dat er vandaag meer slachtoffers vallen door andere oorzaken is voor een deel te verklaren door het feit dat de gezondheidszorg erg toegespitst is geweest op het stoppen van de ebola-epidemie.
Desondanks is het sowieso al erg zwakke systeem helemaal uitgehold geraakt. In Liberia bijvoorbeeld is meer dan 8 procent van de zorgverleners - vooral artsen en verpleegkundigen - overleden aan ebola. Los daarvan is het vertrouwen van de bevolking in de gezondheidszorg sinds de crisis helemaal zoek, waardoor velen minder geneigd zijn hulp te zoeken dan vroeger.
De epidemie heeft ook een niet te onderschatten economische impact gehad, want veel buitenlandse bedrijven zijn weggetrokken, waardoor het inkomen per huishouden in de drie getroffen landen vandaag duidelijk lager ligt dan voor de epidemie.