Hoeyberghs heeft het over “collectieve hysterie rond zijn uitspraken”, uitspraken waarvan hij nu zegt dat ze nooit een openbaar karakter mochten krijgen. Hij dacht dat de lezing enkel voor de ogen en oren van de aanwezige KVHV-leden was. Eén van de aanwezigen filmde zijn betoog en de video verspreidde zich als een lopend vuurtje.

lees verder onder de video

Los daarvan beklemtoont de chirurg dat zijn uitlatingen niet strafbaar zijn omdat hij nooit een concrete persoon geviseerd heeft. De uitspraken hadden een “louter algemeen karakter”. Hoeyberghs en zijn advocaat stellen: “Uitspraken over (subgroepen van) vrouwen in het algemeen vallen zonder meer buiten het toepassingsgebied van de wet en kunnen bijgevolg niet als strafbare uitspraken bestempeld worden.”

Laster en eerroof

Daarom slaat Hoeyberghs nu terug. Hij dient klacht in tegen de verantwoordelijken van Campagne ROSA wegens laster en eerroof. Maar ook tegen onbekenden “die de gerenommeerde plastisch chirurg dagelijks hebben opgebeld en hem beledigingen naar het hoofd geslingerd hebben in de dagen na het publiceren van de video”, aldus nog het schrijven van zijn advocaat.

Hoeyberghs laat weten in de brief van zijn advocaat dat hij enkel zijn recht op vrije meningsuiting heeft gebruikt tijdens de lezing. De lasterlijke acties aan zijn adres die daarop volgden “zijn heel hard binnengekomen bij hem”.

“Verdedigen van een mening wordt gesabeld als een misdrijf”

“Volgens de heer Hoeyberghs zijn de aanvallen bovendien van een collectief karakter, gaan ze duidelijk uit van welbepaalde instellingen en worden de persmededelingen van die laatste instellingen op een overduidelijk intimiderende wijze geformuleerd. Er is haast sprake van bendevorming, zo stelt de heer Hoeyberghs.”

Hij aanvaardt dat niet iedereen zijn mening deelt “maar het verdedigen van een mening, die door anderen beschouwd wordt als ongepast of onwenselijk, wordt nu zelfs gelabeld als een misdrijf”, schrijft zijn advocaat.

De chirurg vindt het ook vreemd dat de Orde der geneesheren een tuchtonderzoek overweegt “want een dergelijk onderzoek zou dan betrekking hebben op feiten die geenszins te maken hebben met de medische functie” van Hoeyberghs.