Direct naar artikelinhoud
InterviewJoke Schauvliege

‘Ik was de pedalen wat kwijt’: Joke Schauvliege (CD&V) over haar ontslag, het klimaat en de toekomst van haar partij

Joke Schauvliege: ‘Als je op tv schreiend je ontslag hebt aangekondigd, denk je: het hoeft niet meer. Je sleept ook je familie daarin mee.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Tien jaar lang gleed kritiek van haar af als water van een eend. Begin februari gaf Joke Schauvliege (49) dan toch huilend haar ontslag. ‘Ik was de pedalen wat kwijt.’ Vandaag heeft ze zich herpakt en hoopt ze dat de partij dat ook doet.

en

“Het is nog altijd wennen”, zegt Joke Schauvliege. “Vroeger had ik thuis geen vaste plaats in de zetel. ’s Avonds gezellig samen televisie kijken, dat bestond niet. Nu vraagt mijn zoon van elf zich af waarom mama wéér thuis is.”

Na tien jaar ministerschap zegt Schauvliege, tegenwoordig Vlaams parlementslid, dat het goed met haar gaat. Haar einde was nochtans weinig elegant: in februari beweerde ze op een bijeenkomst van het Algemeen Boerensyndicaat dat volgens de Staatsveiligheid de acties van de klimaatspijbelaars in scène waren gezet, een complot tegen haar. Een leugen, zo bleek al gauw.

Nadat ze jarenlang tikken vanuit de cultuursector, de milieubewegingen en van Wouter Deprez in het Essersdossier incasseerde, was deze uitschuiver de uppercut teveel. Een paar dagen later kondigde de klimaatminister haar ontslag aan: zij hevig huilend (“als een bleitmuile”, zegt ze zelf), haar partijgenoten Wouter Beke en Hilde Crevits zaten ongemakkelijk naast haar.

“Ik was heel graag minister, al was het intens. Als ik nu hoor over nachtelijke vergaderingen, ben ik blij dat ik daar van af ben. Ik heb tien jaar lang aan een hels tempo geleefd: ik werkte van zes uur ’s ochtends tot half twaalf ’s avonds. Ook in het weekend.”

BIO

• geboren in Gent op 16 maart 1970 • sinds 1994 gemeenteraadslid in Evergem • 1999-2003: Kamerlid • 2004-2009: Vlaams parlementslid • 2009-2019: Vlaams minister (Cultuur, Natuur, Landbouw) • heden: Vlaams parlementslid • nam op 5 februari ontslag als minister van Omgeving, Natuur en Landbouw nadat ze had beweerd dat de betogingen van de klimaatspijbelaars een complot waren

Ja, ze heeft overwogen om er de brui aan te geven en weer advocaat te worden. Of om les te geven. “Niet zozeer omdat mijn ego gekrenkt was – het is misschien gek voor een politicus, maar ik heb niet zo’n groot ego – maar als je op tv schreiend je ontslag hebt aangekondigd, denk je: het hoeft niet meer. Je sleept ook je familie daarin mee, al hebben zij me nooit gevraagd om te stoppen. Integendeel zelfs, mijn dochter was verontwaardigd dat ik definitief wilde stoppen.”

Maar, zo zegt ze, de klik is gemaakt. “Na mijn ontslag heb ik snel moeten beslissen: ze hebben me gesmeekt om toch lijsttrekker te worden in Oost-Vlaanderen: Hilde Crevits en Wouter Beke, maar ook veel anderen. Ik heb toen zoveel steunbetuigingen gekregen, zoveel kaartjes en bloemen. En als je schakelt, dan moet je er voor gaan.”

Natuurlijk was ze graag opnieuw minister geworden, en als ze haar hadden gevraagd als parlementsvoorzitter – Schauvliege was even in de running –, had ze zeker toegehapt. Maar, zo houdt ze vol, als parlementslid kan ze ook mooi werk verrichten.

‘Het leek alsof alle jongeren de klimaatspijbelaars steunden, maar van mijn kinderen hoorde ik dat velen er anders over dachten.’Beeld Thomas Sweertvaegher

U kreeg meer dan 43.000 voorkeurstemmen. Alleen Crevits haalde meer bij CD&V. Het zou niet gek zijn mocht u boos zijn omdat u met lege handen achterbleef.

“Dat is politiek. Het was kiezen: gaan we voor drie ministersposten, of voor twee posten en het voorzitterschap van het parlement? Achteraf gezien was die keuze logisch. Ik had dus niet het gevoel dat ik koudweg opzij werd gezet.”

Die nacht in oktober waarop u met de rest van de CD&V-fractie de verdeling van de ministersposten moest goedkeuren, zag u er nochtans niet gelukkig uit.

“Dat was een vreselijk moment. En die setting was ook zeer ongelukkig: we zaten achter een glazen deur, iedereen kon mee kijken.”

Er kwam veel kritiek op het feit dat Beke zichzelf promoveerde tot superminister.

“Ik had het al tijdens de onderhandelingen voelen aankomen. De kritiek komt vooral uit het feit dat hij eerst tijdelijk federaal minister werd, en dan Vlaams minister. Zo wekte hij de indruk dat hij snel een postje zocht. Door dat anders aan te pakken, had hij veel wrevel kunnen voorkomen.

“Ik heb in die vergadering begrip getoond voor de vele frustraties, maar ik heb iedereen gevraagd om eens goed na te denken. Als we nu met z’n allen tegenstemmen, zou onze partij daar beter van worden? Ik vond van niet. Op een bepaald moment moet je je eigen ambitie opzij kunnen zetten voor het algemeen belang. Of dat zuur is voor mij? Dat is niet het juiste woord. Ik heb er wel veel reactie op gehad: mensen die het jammer vonden, of die niet begrepen waarom Beke minister werd.”

Hoopt u dat u de komende jaren nog een mooie functie in de schoot valt?

“Ik ben daar niet mee bezig. Als ik één ding geleerd heb, is het dat je niet moet azen op postjes, want dan loop je constant ongelukkig om wat je niet hebt.”

Waarom hebt u dat toen gezegd, over het complot van de klimaatspijbelaars?

“Ik heb daar nog altijd niet echt een reden voor. Het gerucht circuleerde in de wandelgangen en ik had dat niet gecheckt. Dat had ik moeten doen, maar tijdens die speech nam niemand er aanstoot aan.

“Ik geef toe: ik ben toen wat de pedalen kwijtgeraakt. Door een sms-bombardement van Act for Climate bleef mijn gsm dag en nacht piepen. Ik kreeg in die week duizenden berichten, ook doodsbedreigingen en de vuilste smurrie. Normaal kan ik dat wel hebben, maar ik voelde me bedreigd. Op dat moment had mijn moeder ook net een zware ingreep gehad. Door die toevloed aan berichten kon ik haar niet goed bereiken. Dat was het kantelpunt.”

‘Toen ik de begroting zag, was ik blij dat ik geen minister van cultuur was.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Wie had u dat gerucht toegefluisterd?

“Dat ga ik u niet vertellen. Maar het kwam uit verschillende bronnen. Ik heb het niet zomaar verzonnen.”

Hebt u zichzelf die uitspraak verweten?

“Nee. Dit is de nachtmerrie van alle politici. Het had iedereen kunnen overkomen.”

Hoezo? Wordt er zoveel gelogen in de politiek?

“Ik heb het over domme uitspraken op een onbewaakt moment, die later tegen jou worden gebruikt. Jan Jambon (N-VA) heeft ook tijdens een speech gezegd dat de begrotingstabellen op zijn bureau lagen, terwijl hij in het parlement beweerde dat ze niet klaar waren.”

Op welk moment wist u: hier geraak ik niet meer uit?

“Toen de beelden online kwamen, heb ik meteen tegen mijn man gezegd: morgen is het gedaan. Je voelt snel aan of de partijrangen zich rond je sluiten of niet. Ik had Wouter Beke (toenmalig partijvoorzitter, red.) al aan de lijn gehad en hoorde wat twijfel. Dan weet je: ik sta er alleen voor.”

Heeft Beke meteen laten verstaan dat het voorbij was?

“Niet met zoveel woorden. Hij heeft gezegd: jij beslist.”

Dat is een beleefde manier om aan te dringen op ontslag.

“Ik voelde natuurlijk ook wel dat er in het parlement een heftig debat zou ontstaan over mijn uitspraak, en dat het niet meer zou gaan over het klimaat maar over Schauvliege die loog. Dat zou nog weken miserie zijn geweest. Dat was niet goed voor de partij, voor mij en voor het debat.”

Bij N-VA zouden ze u niet zo snel hebben laten vallen.

“In andere partijen lijkt men de rangen sneller te sluiten, dat klopt. Ik heb achteraf toch vaak gehoord: waar was je partij? Ook toen ik thuis zat, vroeg ik me op een bepaald moment af: welke partijgenoot gaat mij nu eerst bellen?”

En, wie was het?

“Dat ga ik niet aan uw neus hangen. (lacht) Het heeft wel even geduurd, ja. Ik denk dat er binnen de partij toch wat schaamte was over wat er allemaal is gebeurd. En ik moet het zeggen zoals het is: hoewel er vervelende dingen met N-VA zijn gebeurd in de regering, waren de N-VA-ministers ook wel de eersten om een sms’je te sturen. Liesbeth Homans, onder anderen. Maar ook andere collega’s zoals Matthias Diependaele (N-VA) en Gwendolyn Rutten (Open Vld).”

‘In andere partijen lijkt men de rangen sneller te sluiten, dat klopt. Ik heb toch vaak gehoord: waar was je partij?’Beeld Thomas Sweertvaegher

Uw partijgenoten Hilde Crevits en Wouter Beke zaten er afstandelijk bij toen u uw ontslag aankondigde.

“Het was voor hen ook niet makkelijk.”

Hebt u die beelden ondertussen al bekeken?

“Ik heb ze één keer gezien, maar het is niet aangenaam om jezelf te zien huilen voor de camera. Ik had mezelf voorgenomen om niet emotioneel te worden tijdens de aankondiging, maar toen ik vertelde over het thuisfront, kon ik het niet meer tegenhouden. Heel raar. Ik had zelfs geen zakdoek bij, een journalist heeft me er eentje toegestopt. Ik heb daar nog een tijdje nachtmerries over gehad: ik zag de film van die avond steeds opnieuw. Ik verwacht alleszins heel wat herhalingen in de jaaroverzichten.”

Wat vindt u ervan dat de Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg door het Amerikaanse weekblad Time verkozen is tot persoon van het jaar?

“Ik heb daar geen probleem mee. Het kan maar helpen om het klimaat bovenaan de politieke agenda te houden.”

U moet toch gevloekt hebben op die klimaatjongeren? Uiteindelijk hebben zij uw ministerschap gekost.

“Nee, toch niet. De meesten liepen mee in de klimaatmarsen vanuit een oprechte bekommernis. Daar heb ik respect voor. Ik heb in mijn jeugd ook betoogd tegen Wilfried Martens en zijn kernwapens.

“Feit is wel dat sommigen het heel persoonlijk hebben gespeeld. In de optochten zag je op den duur overal mijn hoofd, terwijl er nog andere ministers bevoegd waren. De energieminister (Open Vld’ster Lydia Peeters, red.) bleef bijvoorbeeld buiten schot, terwijl we de doelstellingen voor duurzame energie ook niet zullen halen.”

Waren de klimaatmarsen contraproductief?

“Ze hebben in ieder geval een weerslag gehad op de verkiezingsuitslag. Als je mensen agressief benadert en bang maakt, zetten ze hun hakken in het zand. Dat is ook gebeurd. En dat voelde ik op voorhand aan.

“Het klinkt misschien raar, maar ik leer veel door de gesprekken die mijn kinderen voeren op school. Op de speelplaats hoor je wat er thuis aan de keukentafel wordt gezegd. Op sociale media en in de pers leek het alsof alle jongeren de klimaatspijbelaars steunden, terwijl ik via mijn kinderen hoorde dat veel leeftijdgenoten er anders over dachten. Sommige politici hebben dat ook verkeerd ingeschat. Wat ik alvast nooit gedaan heb, is anderen achternahollen om stemmen te halen. Daar geloof ik niet in. Je moet vooral authentiek blijven.”

‘Ik zie onze partij doodgraag, maar ik erger me enorm aan de manier waarop we de laatste tijd alleen met onszelf bezig zijn geweest.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Zuhal Demir (N-VA) zit nu op de klimaattop van Madrid. Haar plan kon pas verlaat voorgesteld worden omdat de cijfers niet klopten. Komt zij daar makkelijker mee weg dan u?

“(lacht) Ik heb me dat ook al bedacht. Nu, EU-commissaris Frans Timmermans heeft haar toch hard aangepakt, de kranten ook. Ik geef toe, soms duikt dan een duiveltje op mijn schouder op. Maar veel leedvermaak heb ik niet. Ik zie het eerder als een bevestiging: het lag niet aan mij. Het klimaatdossier is een ingewikkeld verhaal met veel cijferwerk. Het is niet juist als dat wordt afgeschoven op één verantwoordelijke.”

Bent u bezorgd om het klimaat?

“Natuurlijk. Je merkt dat hittegolven, droogtes en overstromingen elkaar steeds sneller opvolgen. Landbouw wordt almaar moeilijker. Ook economisch dreigen we grote opportuniteiten te missen. In het verleden hebben we bijvoorbeeld de fout gemaakt om de sector van de windenergie uit handen te geven: de technologie uit Vlaanderen werd ontwikkeld in Scandinavië. Als we de boot nu opnieuw missen, zullen we een stukje van onze welvaart prijsgeven. Stilstaan is achteruitgaan.”

Die stilstand is juist het verwijt dat u als minister kreeg.

“Ik stel vast dat niet alleen ik dat verwijt kreeg. Mijn opvolgers ervaren de kritiek nu ook. Dat is eigen aan de bevoegdheid: je bent dan wel klimaatminister, maar uiteindelijk moet je aankloppen bij je collega’s van Mobiliteit, of Economie.

“Het baart me zorgen hoe het roepen aan de zijlijn almaar toeneemt. De groenen roepen dat het gedaan moet zijn met de bedrijfswagens, maar als je vraagt hoe dat moet, hebben ze geen antwoord klaar. Tegelijk krijgt elk voorstel meteen tegenwind omdat mensen het gevoel hebben dat ze geraakt worden in hun comfort. Je gaat hun auto afpakken, hen op kosten jagen in hun huis. Het is een complex verhaal dat je goed moet uitleggen, en die oneliners helpen echt niet.”

Vond u zichzelf een goede klimaatminister?

“Ik vind van wel, ja. Er is veel gebeurd: ik heb het klimaatfonds opgericht, daar zitten miljoenen in die we bijvoorbeeld geïnvesteerd hebben in het renoveren van sociale woningen. We hebben de belasting op inverkeerstelling (BIV) vergroend. Maar er zal nog veel moeten gebeuren. Als Europa de doelstellingen verhoogt, vind ik dat we moeten volgen.”

‘Ik ben nogal rechtuit. Misschien speelt dat al eens tegen mij.’Beeld Thomas Sweertvaegher

We bengelen onderaan de Europese staart.

“Europa kent alleen België, niet Vlaanderen. Maar inderdaad, we moeten er alles aan doen om die Europese doelstellingen te halen. Het is goed dat er nu een Europese Green Deal is. Zo komt er ook meer stroomlijning en een gelijk speelveld met naburige regio’s.”

In de perceptie was u toch vooral de minister van Landbouw.

“Natuur en landbouw zijn een moeilijke spreidstand. Ik heb aan beide evenveel tijd en energie gegeven, maar bij de landbouwers hoorde ik dat ik enkel met natuur bezig was, en bij de natuurverenigingen het omgekeerde.”

De bouwstop is er evenwel niet gekomen, evenmin als het rekeningrijden of het statiegeld op plastic flessen en blikjes.

“De bouwstop is nochtans een mooi verhaal, het is echt mijn dada. Ik ben niet wanhopig: ik merk dat het lokaal wordt opgepikt. Grote hervormingen hebben tijd nodig, en moed. Die moed was er niet altijd in de vorige regering.”

Hebt u het dan over de vorige minister-president Geert Bourgeois (N-VA)?

“Hij heeft me alleszins teleurgesteld door de boskaart weer in te trekken (waarmee Schauvliege de zonevreemde bossen in kaart bracht, red.). Dat was een misstap: als je de indruk geeft dat je bij de minste weerstand je staart intrekt, dan vraag je om protest. Mensen hebben snel door dat ze hun zin krijgen als ze maar luid genoeg roepen. Maar ik wil het niet enkel op Bourgeois steken: de hele ploeg had het moeilijk om aan één zeel te trekken. Dan is het als minister heel lastig om moeilijke beslissingen te nemen. Ik hoop dat de huidige regering het beter zal doen.”

Gelooft u daarin?

“Ze heeft alleszins de intentie. Een van de eerste afspraken tijdens de regeringsvorming was dat de ploeg beter aan elkaar moest hangen.”

U hebt ook een paar ongelukkige uitspraken gedaan. Dat bomen dienen om gekapt te worden, bijvoorbeeld.

“Ik heb dat zo niet gezegd, die uitspraak is volledig uit de context getrokken. Maar zodra zoiets circuleert op sociale media, krijg je dat niet rechtgetrokken.”

De reacties op uw Mobiscore waren ook niet min.

“Ook dat was foute framing. De Mobiscore is een academisch instrument om mensen te sensibiliseren over de duurzaamheid van hun woonplaats, niet om hen af te straffen. Maar sommigen hebben de indruk gewerkt dat mensen met een slechte Mobiscore hun huizen niet meer zouden kunnen verkopen. Zeer jammer.”

U zegt dat wel vaker, dat uw uitspraken negatief geframed worden.

“Ik stel dat vast. Ik weet niet hoe dat komt.

“Ik ben nogal rechtuit. Misschien speelt dat al eens tegen mij.”

Uw entourage zegt dat u extreem hard werkt, maar onvoldoende aan uw pr.

“Het hangt er maar van af wat je bedoelt met pr. Ik heb mijn persoonlijke en lokale contacten altijd goed verzorgd. Ze zeggen vaak: Joke voert graag campagne. Dat is ook zo, maar dat is niet het moment waarop je stemmen wint. Ik heb me altijd veel tussen de mensen begeven en ik ben heel aanspreekbaar. Ik zie collega’s die de moed of de energie niet vinden om ’s avonds en in het weekend de boer op te gaan, maar ik doe dat graag.

“Het klopt wel dat ik niet vaak ga lunchen met journalisten en opiniemakers. Dat ligt niet in mijn aard. Had ik dat anders moeten doen? Ik weet het niet.”

Hoe kijkt u naar de cultuurbesparingen van Jan Jambon?

“Toen ik de begroting zag, was ik blij dat ik geen minister van Cultuur was. (lacht) Op zich wordt de sector niet geviseerd, ze moet evenveel besparen als de andere sectoren. Maar de minister heeft gekozen om te besparen op projectsubsidies. Ik had die keuze niet gemaakt.

“Ik heb destijds beslist om de kaasschaaf toe te passen: overal een stukje eraf. Dat is kiezen tussen de pest en de cholera. Maar achteraf kreeg ik overal te horen: dat hebt u goed gedaan. Herinner u de heisa rond de fusie tussen de Vlaamse Opera en het Koninklijk Ballet Vlaanderen. Het ballet was bijna failliet, dus er moest iets gebeuren. Toenmalig directeur Kathryn Bennetts heeft mij verketterd als de grootste cultuurbarbaar. Maar het is uiteindelijk wel gelukt: het ballet bloeit en krijgt internationale erkenning.”

‘Als N-VA Vlaams mee regeert en federaal in de oppositie zit, gaat dat een voortdurende clash geven.’Beeld Thomas Sweertvaegher

We moeten het ook nog over uw eigen partij hebben. CD&V is onstandvastig, vindt u.

“Ja. Ik vind dat je de moed van je overtuiging moet hebben. We zijn een middenpartij, waardoor we tot standpunten moeten komen die zowel door de linker- als de rechterflank gedragen worden. Voor andere partijen is dat makkelijker, maar dat betekent niet dat we geen knopen moeten doorhakken.

“Met wolligheid komen we er niet, zeker niet als we dan ook nog eens beginnen te twijfelen aan ons standpunt zodra er weerstand komt. Toen de crisis rond het Marrakechpact losbarstte, hebben we er bijvoorbeeld te lang over gedaan om een duidelijk standpunt te formuleren. Het is onze eigen fout dat we de angst over migratie onvoldoende hebben weggenomen. En het Vlaams Belang heeft daar handig gebruik van gemaakt.”

Wat vond u van het rapport van ‘de twaalf apostelen’, die CD&V hebben doorgelicht?

“Ik had dat rapport niet nodig om te weten wat er allemaal fout liep. Ik zie onze partij doodgraag, maar ik erger me enorm aan de manier waarop we de laatste tijd alleen met onszelf bezig zijn geweest. De burger heeft geen enkele boodschap aan onze interne keuken, of de naam van onze voorzitter. Ik hoop echt dat we nu op de inhoud kunnen focussen. Pensioenen, sociale zekerheid: dáár zijn mensen mee bezig.”

Op wie hebt u gestemd in de voorzittersverkiezing: Sammy Mahdi of Joachim Coens?

“Op Joachim. Hij is een generatiegenoot.”

En hij heeft u nooit openlijk bekritiseerd toen u onder vuur lag, in tegenstelling tot Mahdi. Zoals Theo Francken (N-VA) tweette: de dolk kwam uit Vilvoorde.

“Dat was niet aangenaam, en het was ook nefast voor de partij. Intern moet iedereen zijn gedacht kunnen zeggen. Maar ik had het liever in mijn gezicht gehoord dan dat ik het op sociale media moest lezen. Dat heb ik nooit begrepen. Sammy heeft me daar trouwens nooit over aangesproken. Hij ontwijkt me. Ik denk dat hij een beetje beschaamd is.”

Had Mahdi niet beter de vernieuwing van CD&V kunnen belichamen?

“Sammy is erg beloftevol, maar Joachim heeft enorm veel ervaring. Vernieuwen moeten we trouwens met z’n allen doen, dat zal niet alleen van hem afhangen.”

Heeft CD&V nog wel een toekomst in deze moderne tijd?

“De tijdsgeest zit niet mee, dat klopt. We zitten in een maatschappij waarin vaak simpele boodschappen de ronde doen. Toch zijn veel mensen nog altijd op zoek naar iets meer. Eenzaamheid, sociale zekerheid, verkeersveiligheid: die thema’s raken mensen in het hart, en maken deel uit van ons DNA. Ik geloof trouwens dat Vlaams Belang ook op die sociale thema’s heeft gewonnen.”

Moet CD&V in een paars-groene regering stappen?

“Ik ben geen voorstander van een regering zonder meerderheid aan Vlaamse kant. Als N-VA Vlaams mee regeert en federaal in de oppositie zit, gaat dat een voortdurende clash geven. Dan gaan de kiezers helemaal afhaken. Ook inhoudelijk is het niet evident tussen al die partijen: besparen en tegelijk de sociale zekerheid en gezondheidszorg veiligstellen. Ik hoop dat we ons verstand zullen gebruiken.”

Tot slot: waar bent u het meest trots op in uw loopbaan?

“Een van de mooiste momenten was mijn Europees voorzitterschap op de klimaattop in Cancún, Mexico; dat was een succes. Ik ben ook trots op de geluidsnormen om het gehoor te beschermen, het verbod op roken in de auto met minderjarigen, en het feit dat er nog nooit zoveel natuur in natuurbeheer is geweest.”

En de grootste mislukking?

“Goh. Die speech zeker? (lacht) Dat was heftig, ik heb daar wel een mokerslag van gehad. Die eerste dagen was ik bang om buiten te komen, bang voor de reacties van de mensen. Ik ben ook meteen ziek geworden: koorts, keelontsteking. Maar ik heb gelukkig nogal wat mentale veerkracht. Anders kom je zoiets niet te boven.”