Direct naar artikelinhoud
Interview

Panamarenko in 2015: ‘Heb je er al rekening mee gehouden dat God toch bestaat?’

Panamarenko in 2015: ‘Heb je er al rekening mee gehouden dat God toch bestaat?’
Beeld Diego Franssens

"Heb je er al eens rekening mee gehouden dat God toch bestaat?" Als Panamarenko (75) spreekt, wordt er geluisterd en vallen monden stil. Tien jaar na zijn afscheid, in 2015, wilde hij dat nog eens doen. Spreken. Herlees ons unieke gesprek met de kunstenaar die gisteren op 79-jarige leeftijd is overleden.

"Hoe groot is het hier?"

Rogier Vancamelbecke schat zijn atelier in. "Een meter of twintig?"

"Dan zou hij hier niet in gekund hebben."

Het is een grijze middag in Arc-Ainières, tot gisteren een onbekend dorp. We praten over The Aeromodeller waarvan zijn vrouw Eveline Hoorens, die hem net in haar naar koffie geurende auto naar dit atelier van designer Rogier Vancamelbecke heeft gebracht, zich dus afvraagt of die hier zou binnen kunnen. Neen: een zeppelin van dertig meter krijg je niet in twintig meter. "Nog belangrijker was altijd de hoogte", zegt de kunstenaar dan zelf. "Hoeveel gebouwen zijn elf meter hoog?"

Weinig. Een woord dat ook past bij zijn woorden. Weinig gebruikt hij die in het openbaar nog. Sinds Panamarenko in 2005 vond dat Das Flugzeug goed hangt bij Volkswagen in Wolfsburg, zijn Bing of the Ferro Lusto zelf zijn vlucht mag kiezen en zijn Batopillo op zijn plaats staat op een hoek in Hasselt, was rust welkom.

De Prova Car uit 1967 ("Ik kocht een doos van 50 kilo blik en maakte daar die rammelkar mee") is nu een museumstuk. Ergens "bij een ascenseur" in Zaventem hangt nog een vliegtuig. Het is allemaal goed.

Dat hij hier nu toch zit, is dus "omdat Eveline het hem vroeg". En zij vroeg het hem omdat Pascal Van Overmeire het haar vroeg. "Als ik Panaatje iets vraag, geeft hij meestal toe", zegt zij. Dat zijn veel vragen.

Panamarenko in 2015: ‘Heb je er al rekening mee gehouden dat God toch bestaat?’
Beeld REUTERS
"Als ik Panaatje iets vraag, geeft hij meestal toe"
Eveline Hoorens

Plastisch chirurg

Arc-Ainières ligt vlak bij Ronse en in het Algemeen Ziekenhuis Glorieux is Van Overmeire plastisch chirurg. Ook kunst hoor: bij een ingewikkelde operatie gebeurde het al eens dat hij tijdens de narcose van een patiënt in de auto moest stappen om de juiste sleutel te laten lassen, wilde hij een vastgegroeide bout weer loskrijgen.

De chirurg is ook voorzitter van het Rode Kruis. Om de bouw van zorghotel Polderwind in Zuienkerke mee te financieren, organiseert hij nu een verkoopstentoonstelling. In Ronse. Van 80 Belgische kunstenaars (ze zijn er allemaal: Alechinsky, Fred Bervoets, Michaël Borremans, Luc Tuymans, Jan Vanriet) wordt werk verkocht. Vijftig procent van de opbrengst zal naar die zorg gaan.

Zegt Panamarenko: "Ik liep eens rond in dat gebouw. Een oude verpleegsterschool vol graffiti. Ik moest wreed opletten met al dat glas op de trappen. Met die jas van het Rode Kruis leek ik precies een kruisvaarder." Dat gebouw is afgebroken ondertussen, maar ze hadden hem er een kwartier willen laten rondlopen om hem warm te maken voor jonge kunsten in Ronse. Dat werden uren: hij bleef maar kijken en hij werd peter.

Een ruimte in Ronse met nu een werk of tien van hem zelf zal ook te zien zijn, een Brazil van 350 kilo bijvoorbeeld. Hij (en Eveline) vonden het ook belangrijk dat naast al die grote namen ook 200 jonge - of minder bekende - kunstenaars hun werk zouden kunnen tonen. Dat designer Rogier Vancamelbecke meewerkt, hielp ook: hij kijkt met respect naar de Papillon-stoeltjes die de jonge oud-autosportmecanicien ontwerpt. En naar de bar van meer dan 300 lege flessen Filliers die hij tekende voor dit Kunst @ Rode Kruis-evenement.

We eten oesters. Eveline strooit gul met peper. "Doe nog maar wat." Panamarenko drinkt gin-tonic. Stilaan komen de woorden. Het is geen slechte dag, en dat hoeft niet gelezen te worden alsof hij die afwisselt met minder goeie dagen. Pana stelt het wel. De dagen wisselen gewoon af in goesting om te praten.

"Ik heb een andere routine dan toen ik in Antwerpen woonde. Daar stond ik laat op en we gingen meteen iets eten op restaurant. Om drie uur keerden we terug naar huis.

Dan werkte ik. De volgende dag ging net zo."

Maar hij leerde Eveline kennen en trok met haar mee naar Sint-Maria-Oudenhove. Waar dagen naar koffie ruiken en het landschap anders is. "Ik kijk er graag naar en soms denk je dat het met de hand gemaakt is. Soms zagen ze een boom af en dan bouwen ze daarachter een nieuwe villa."

Antwerpen ligt achter de rug. Al was er begin dit jaar nog het Panamarenko Universum waarvoor 108.000 mensen naar het museum in Antwerpen kwamen. In de Biekorfstraat is zijn atelier al een tijdje open voor het publiek. Jos Van den Bergh van Cinema Zuid stelde voor om de Gedempte Zuiderdokken in zijn stad opnieuw aan te leggen en om te dopen tot 'Panamarenko Park'.

"Het is daar groot", glimlacht hij. "En het zou wel iets zijn. Want ik ben wel ijdel. Maar tegelijk is die ijdelheid verminderd. En misschien is het te laat. Zoals het te laat is voor een Nobelprijs."

Je weet niet altijd of wat hij zegt gemeend is, maar ijdelheid zit toch in zijn prachtige blauwe hemd met pailletten op de ondermouwen. Zijn leren jasje. De lange grijze haren zijn blijvers. Met zekere hand opent hij nog een oester. Straks zal een pop-uprestaurant in Ronse Ferro Lusto heten: naar het Moederschip dat hij ontwierp. "Ik heb altijd willen dromen. Ik vind die Papillon een schone stoel, maar bij mij zou je er niet kunnen op zitten. Als ik iets ontwierp, werkte het niet. Anders was het voor mij geen kunst. Al mijn vliegtuigen vlogen niet. Als ze dat wel deden, was ik geen kunstenaar geweest, maar een ingenieur."

Plastisch chirurg
Beeld Diego Franssens
"Al mijn vliegtuigen vlogen niet. Als ze dat wel deden, was ik geen kunstenaar geweest, maar een ingenieur"

Ook met uw duikboot, de Pahama Novaya Zemblaya, kon je niet echt onder water?

Panamarenko: "Dat was misschien een van mijn beste stukken. Een viertonner die op pianowieltjes over de vloer van de galerie van de Ronny (Van de Velde, RVP) moest gerold worden. Maar die marmeren tegels lagen helemaal niet zoals ze hadden moeten liggen, zeker niet om er een duikboot van vier ton op te zetten. Nu staat hij ergens in Parijs."

Weet je eigenlijk zelf waar al dat werk staat?

"Alleen als er een tentoonstelling was, dan wist ik het. Soms schrok ik toch als ik zag vanwaar ze dat allemaal hadden laten komen. Maar ik ga niet zo graag naar musea. Ik kan niet goed tegen de andere mensen die er zijn. In Antwerpen ben ik vorig jaar twee dagen voor de opening gaan kijken. Zoveel volk rond mij... Toen ik doctor honoris causa werd in Mons vond ik dat ook ambetant."

Hij is het twee keer. Jaren terug werd Panamarenko het in Hasselt en later, vorig jaar, dus in Mons. Samen met onder meer Adamo. "En nog een paar anderen. In de Walen zijn ze straf met hun cineasten." Yolande Moreau, actrice en inderdaad regisseuse, was erbij. Net als choreografe Michèle Anne De Mey, striptekenaar François Schuiten en schrijver Jean-Philippe Toussaint. Panamarenko als enige Vlaming daartussen.

"Ik hoor het Adamo nog zeggen: 'Fantastisch, wie had dat gedacht dat ik doctor honoris causa zou worden?' Maar die directeur van de universiteit antwoordde: 'Panamarenko is het zelfs twee keer!' Ik dacht in het begin dat dat nogal wat zou zijn. Maar nu moet ik zeggen dat het niet veel rol speelt. De taalgrens is een veel straffere grens dan de landsgrens. In Mons en Wallonië kennen ze me niet. Er zijn nooit tentoonstellingen van mij geweest. (lacht) Ik kan beter naar Parijs gaan."

Plastisch chirurg
Beeld Diego Franssens

Die erkenning in het buitenland: deed dat goed?

"Op Documenta 5 in Kassel stond The Aeromodeller in de grootste zaal. Niemand mocht er nog binnen, behalve ikzelf en twee mannen uit Amerika. Daar stond ik dan naar mijn eigen ballon te kijken. (lacht) Ik moest hem in het oog houden, want hij zat met plakband aan elkaar. Ik ben met mijn Volkswagentje drie keer naar Kassel moeten rijden om hem bij te werken. Soit. Die New Yorker, een invloedrijke man, wist niet wie ik was en hij zei: 'I don't like it.' (schatert) Ik weet dat er in Stockholm een vliegtuig staat en in Japan.

"In het MoMa in New York kwam er eens een Belgische galerist aan de balie die vroeg waar het werk van Panamarenko stond. Dat meiske kon alleen vragen: 'Panama-what?' Maar ze hebben wel mijn werk gekocht. Dat was omdat de directeur toen een Italiaan was. Ik denk dat ze nu vooral Amerikaans werk kopen."

Maar je hebt het er wel al gezien?

"Het is het mafste dat je kunt meemaken. Als ik naar het MoMa ga, mag ik altijd gratis binnen. Ik zeg altijd: 'Er staat hier een papieren raket van mij.' Dan laten ze me binnen. Natuurlijk. Stel dat je daar een schilderij hangen hebt, dan lukt dat niet. Iederéén kan zeggen dat hij daar een schilderij heeft hangen. Maar een papieren raket? Dat bedenkt niemand en dus geloven ze me meteen."

Zo'n werk in een museum maakt je als kunstenaar wel onsterfelijk.

"Mijn geheugen is aan het verdwijnen, maar ik ga me nooit laten doodmaken zoals Hugo Claus gedaan heeft. Al begrijp ik wel dat het voor een schrijver nog anders moet zijn. Als je de woorden niet meer vindt, dan houdt het misschien op."

Je stopte in 2005, maar kan dat wel? Ideeën en creativiteit kunnen toch niet met pensioen?

"Dat stopt niet zo meteen, en je werk leeft voort bij galeristen. Maar nieuw werk heb ik toch niet meer gemaakt. Allez, nog één ding: een pedalo. Maar je kunt dat eigenlijk geen kunstwerk noemen. Want hij werkt."

Pana is op dreef nu en aan zijn zijde glimlacht, lacht, schatert Eveline mee als hij over die pedalo begint. Hij heeft hem zelfs verbeterd. De pedalo (die je eigenlijk een 'manolo' zou moeten noemen omdat je niet met je voeten maar met je handen moet draaien) heeft een schroef voor en achter, maar was aanvankelijk stuurloos. Er volgt een hele uitleg over hoe hij gepositioneerd moet zijn op het water, tegen de wind in, hoe snel de pedalo vooruit kan gaan. Ze hebben hem getest op het water in Oudenaarde en het lukte. "Als ik de besturing weglaat, wordt het een kunstwerk."

Misschien is het een idee voor Ronse: de Panamarenko-pedaloroute. Want ze hebben water."De Molenbeek wordt weer opengelegd in het centrum", zegt Pascal Van Overmeire. "Ronse had niet zo'n goeie naam, maar stilaan is de stad herontdekt. Zelfs Michaël Borremans heeft een huis in de streek. Het is hier schoon ook. Ze noemen Ronse wel eens 'Bruxelles à la campagne'."

Van die route komt niks. Zijn atelier in Antwerpen spreekt genoeg. Ooit had zijn moeder daar een schoenenwinkel en boven die stapels schoendozen zat hij dus vliegtuigen te ontwerpen. Omdat, het is bekend, hij als kind de V1's ("Precies het geluid van mobylettes, ik had er geen schrik voor") boven Antwerpen zag vliegen. Van Deurne-Noord over de Turnhoutsebaan, voorbij het Rivierenhof.

"Later ging ik wel af en toe naar het paleis van Rubens kijken, in het museum. (lacht) Of dat nu voor de kunst of voor de madammen was, weet ik niet. Maar ik ging wel naar de academie omdat tekenen het enige was dat ik goed kon op school. (lacht opnieuw) Als ik iets anders had gedaan, was ik nooit doctor honoris causa geworden. Alleen het uitvinden kreeg ik met de genen mee van mijn Hollandse nonkel Bart. Die koerste met zijn vader met mobylettes. Zeker 300 per uur! In de Formule 1 kost dat miljoenen en die gasten deden dat gewoon zelf. Maar ge moest wel een goeie coureur zijn. Die Hollanders waren gasten van twee meter hoog en pakten veel wind. Ze werden ook rap ziek. Vallingen zijn de meest onderschatte ziekten van de wereld."

Plastisch chirurg
Beeld Diego Franssens
"Vallingen zijn de meest onderschatte ziekten van de wereld"

Met uw gezondheid gaat het goed?

"Ik heb een tijdje met zo'n vermoeide kriebel in mijn lijf gezeten, maar ze hebben een katheter geplaatst en dat is nu weg."

Eveline: "Dat moet ook. We hebben afgesproken dat we zeker 27 jaar samenblijven. Omdat ik 27 was toen we elkaar leerden kennen. Dat is nu twaalf jaar geleden. Dus we moeten zeker nog vijftien jaar verder."

En zo komen we plots bij de mensheid en hoe dat verder zal gaan.

"Overlaatst hebben ze eindelijk uitgerekend dat de mens nooit naar een andere ster zal kunnen. De dichtste ster ligt op vijf lichtjaren van ons. Dat is vijf jaar heen en vijf jaar terug. En dan moeten ze ook nog remmen. De afstanden zijn te groot. Het is hier Walt Disney niet hoor: dat gaat nooit lukken. Mars nog wel, maar verder?

"Ik heb nooit in die euforie van de ruimtereizen geloofd. Ze zeggen: over duizend jaar geraken we daar. Lulkoek is dat. De laatste vijftig jaar hebben ze in dat groot machien (hij bedoelt de deeltjesversneller in het CERN, RVP) maar één deeltje ontdekt. Ze zijn gewoon bang dat ze moeten toegeven dat het niks is. Maar heb je er al eens rekening mee gehouden dat God toch bestaat? Stel u dat eens voor. Waar zitten we dan onze kop over te breken?"

Over kunstwerken die 2,7 miljoen euro moeten kosten? Hij las het ook.

"Als een werk van Tuymans geen miljoen kost, is hij niet content. Maar volgens mij zitten daar veel trucjes in. Natuurlijk imponeren die bedragen, maar geloof je nu echt dat al die Amerikanen met al die miljoenen klaar staan? Ik denk dat er veel afspraken gemaakt worden en dat veel werk nadien terugkeert. Of dat die bedragen in het echt niet zo hoog zijn. Maar kunst moet duur zijn. Anders denkt iedereen dat het niet interessant is.”

"Heb je er al eens rekening mee gehouden dat God toch bestaat? Stel u dat eens voor. Waar zitten we dan onze kop over te breken?"