Direct naar artikelinhoud
Vluchtmisdrijf

Elke twee uur ongeval met vluchtmisdrijf: ‘De boodschap is: wegvluchten heeft geen zin, we vinden u toch wel’

Aan de Molenbaan in Vorselaar vond een buurtbewoner een verongelukte fietser die slachtoffer werd van een ongeval met vluchtmisdrijf.Beeld Peter Vanderveken

We slagen er niet in om het aantal vluchtmisdrijven te doen dalen. Na alweer een dodelijk vluchtmisdrijf pleiten experts voor meer verkeerseducatie. ‘Het opgestoken vingertje helpt niet. We moeten jonge mensen doen nadenken over hun gedrag in het verkeer.’

Een 16-jarige fietser werd vrijdagnacht aangereden in Vorselaar, op enkele honderden meters van zijn huis. De dader reed gewoon door. Zaterdagmorgen vond een vrachtwagenchauffeur het lichaam. De tiener heeft het niet overleefd. De politie kon een halve dag later al een verdachte oppakken. De 21-jarige jongeman gaf toe dat hij tussen 3 en 4 uur ’s nachts “iets geraakt had” en onder invloed was van drugs en alcohol. Bovendien reed hij met een voorlopig rijbewijs, waardoor hij tijdens een weekendnacht dus niet mocht rijden.

Het vluchtmisdrijf in Vorselaar is jammer genoeg “een typisch geval”, klinkt het bij VIAS, het voormalige Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid. Daar analyseerden ze enkele jaren geleden al het profiel van plegers van een vluchtmisdrijf. “86 procent van de daders zijn mannen. Meer dan de helft van hen is jonger dan 25 jaar”, legt Stef Willems van VIAS uit. “42 procent van de plegers rijdt onder invloed van alcohol en/of drugs; 16 procent rijdt rond zonder geldig rijbewijs of verzekering. Meestal gaat het dan inderdaad om jonge bestuurders die niet mogen rijden tijdens weekendnachten of die nog te jong zijn om hun rijbewijs te halen.”

Naast onder invloed rijden of papieren die niet in orde zijn, maken sommige daders zich ook zorgen over hun imago of sociale positie. Denk aan dokters of politici bijvoorbeeld. Een kleine groep daders blijkt ook geen enkel moreel besef te hebben. Stef Willems: “Die kunnen verdeeld worden in twee groepen: de ‘gokkers’ en de ‘hufters’. De eersten houden ervan om risico’s te nemen en het vluchtmisdrijf is voor hen een uitdaging. De ‘hufters’ zijn meer rationeel en houden simpelweg geen rekening met anderen.”

Vluchtmisdrijven komen ook vaak voor, zoals in Vorselaar, op meer eenzame wegen, die slecht verlicht zijn en waar geen andere mensen in de buurt zijn.

Levenslang rijverbod

Uit de cijfers van VIAS blijkt nog dat het aantal vluchtmisdrijven in de voorbije tien jaar nauwelijks is gedaald. Ondanks het feit dat de straffen aanzienlijk verhoogd zijn. Vluchtmisdrijf met een dodelijk slachtoffer kan nu een gevangenisstraf tot vier jaar opleveren, plus een rijverbod tot vijf jaar. Is er sprake van recidive, dan hangt de dader zelfs 8 jaar cel en een levenslang rijverbod boven het hoofd.

Tussen 2009 en 2018 nam het aantal vluchtmisdrijven met slechts een half procent af. Die daling is bovendien ook kleiner dan die van het totale aantal letselongevallen, waardoor het aandeel vluchtmisdrijven procentueel gezien wél stijgt. Van 9,4 procent tien jaar geleden, tot 11,5 procent in 2018. Vorig jaar ging het om 4.433 vluchtmisdrijven met slachtoffers, dat is elke 2 uur één. Hoopvol is wel dat het aantal doden bij ongevallen met vluchtmisdrijf in het afgelopen decennium wel daalde.

Vluchtmisdrijven komen meestal uitgebreid in de media, zeker als ze een dodelijke afloop kennen. Omdat het bijzonder pijnlijke zaken zijn, meent verkeerspsycholoog Ludo Kluppels. “Naast het verdriet over het verlies, zitten nabestaanden ook nog met de verscheurende vraag: wat als de dader wél was gestopt en hulp had geboden? Had het slachtoffer dan wel nog geleefd? Er is ook erg veel onbegrip: hoe is het in godsnaam mogelijk dat iemand beslist om door te rijden en zijn slachtoffer zieltogend achterlaat? Mensen kunnen daar niet bij.”

Impulscontrole

De neiging tot ontkennen van of wegvluchten bij een fout, is nochtans een puur menselijke reactie. Bij een stresssituatie ziet het brein in eerste instantie drie opties: vluchten, vechten of bevriezen. Kluppels: “Maar bij de meesten van ons duurt die fase maar enkele seconden, daarna komt de rede terug. Alleen bezoedelen alcohol, drugs en ook het besef dat je regels hebt overtreden ons denkvermogen.”

Bij jonge mannen, de grootste groep daders, speelt bovendien nog een biologische factor, legt de psycholoog uit. “Onder de 25 jaar is de frontale cortex, het centrum in de hersenen dat voor impulscontrole zorgt, nog niet volledig ontwikkeld. Het lustsysteem in de hersenen daarentegen, dat voor direct plezier of bevrediging gaat, des te meer. Wat maakt dat bij jonge mannen het eigen voordeel het kan halen van het onder ogen zien van de negatieve gevolgen van hun daden. Al mag die biologische factor natuurlijk nooit een excuus zijn.”

Voorkomen dat mensen wegvluchten na een ongeval dat ze veroorzaakten, is bijzonder moeilijk. Experts zijn verdeeld over hoe we dat kunnen vermijden. Sommigen pleiten volmondig voor de invoering van nultolerantie voor alcohol in het verkeer, anderen zien dan weer meer heil in een rijbewijs met punten. Kluppels pleit voor meer verkeerseducatie, zowel op de middelbare school als bij de rijopleiding. “Het opgestoken vingertje werkt niet. We moeten mensen vooral zelf doen nadenken over hun gedrag in het verkeer. Door hen ermee te confronteren. Je staat ’s morgens op en je zijspiegel is er door een onbekende afgereden. Welke gevoelens roept dat bij jou op? Daarna ga je systematisch naar ergere cases. In de hoop dat ze zich meer bewust worden van de gevolgen van hun daden.”

Belangrijk is ook dat de pakkans bij vluchtmisdrijven hoog blijft, meent Kluppels. “Bij ernstige gevallen, waarbij slachtoffers gevallen zijn, is het bij politie en parket nu heel vaak alle hens aan dek, waardoor de daders in de meeste gevallen ook gesnapt worden. Dat is een belangrijk signaal naar potentiële plegers: wegvluchten heeft geen zin, we vinden u toch wel.”