Nieuwe EU-regels transportsector: België denkt aan rechtszaak na ‘protectionistische Macron’

François Bellot

Het voorlopig akkoord over de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de Europese transportsector stuit op Belgisch verzet. ‘Als de regeling niet wordt aangepast, sluit ik een rechtszaak voor het Europees Hof van Justitie niet uit’, zegt minister François Bellot (MR).

De federale regering ligt op ramkoers met de Europese Unie. Inzet: het huidige compromis over het zogenaamde mobiliteitspakket. Doorn in het oog is de herwerkte cabotagewetgeving. Dat is het vervoeren van goederen of passagiers tussen twee punten in hetzelfde land door een bedrijf uit een ander land. In één week tijd mag een Belg nu maximum drie van die ritten doen. Daarna moet hij het land uit.

Een draconische maatregel.

François Bellot (MR)

In het compromis dat nu op tafel ligt, wordt een afkoelingsperiode van vier dagen voorzien (oorspronkelijk lag vijf dagen op tafel, nvdr.). Na drie cabotageritten in een land, zal een transporteur dus vier dagen moeten wachten alvorens hij in dat land weer ritten mag uitvoeren.

‘Een draconische maatregel’, noemt minister van Mobiliteit Bellot de wijziging. De wetgeving is bedoeld om de precaire arbeidsomstandigheden van de veelal Oost-Europese truckers te verbeteren. ‘Maar ook Belgische chauffeurs worden getroffen. Zij moeten zulke tussentijdse opdrachten aannemen om te overleven.’

‘We kunnen geen vrijstelling vragen, aangezien het om een algemene regel gaat’, zegt Bellot. ‘Een wijziging dringt zich dus op. Als dat niet gebeurt, dan zijn juridische stappen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie niet uitgesloten.’

De klacht zou zich dan op twee Europese beginselen baseren: proportionaliteit en verworven vrijheden. Volgens Bellot is het perfect mogelijk om de huidige cabotageregeling te controleren via de intelligente tachograaf dat de rij- en rusttijden van chauffeurs registreert. Daarnaast gaat Europa prat op het vrij verkeer van goederen en diensten. De zogenaamde cooling-off periode die nu op tafel ligt, gaat daar lijnrecht tegenin.

Ik begrijp niet goed waarom de Fransen de chauffeurs geen keuze willen aanbieden.

Cindy Franssen (CD&V)

Opportunisme en protectionisme

De wijziging komt er op aandringen van Duitsland en vooral van Frankrijk. Uit meerdere hoeken wordt Frans president Emmanuel Macron ‘nationaal protectionistisme’ verweten. Onder hen ook CD&V. ‘Dit ruikt naar opportunisme en protectionisme van de Franse president’, zegt Europarlementslid Cindy Franssen. ‘In het parlement hebben we onder leiding van Benoît Lutgen (CDH) een brief gestuurd om aandacht te vragen voor de Belgische situatie.’

Al erkent het CD&V-parlementslid dat België zo goed als geïsoleerd staat. Voor Franssen ligt de oplossing nochtans voor de hand. ‘We zouden de chauffeurs moeten kunnen laten kiezen: of de wachttijd van vier dagen, of terugkeren naar eigen land. Ik begrijp niet goed waarom de Fransen die keuze niet willen bieden. Bij Belgische chauffeurs is er immers geen sprake van loonconcurrentie voor de Franse transportsector.’ Franssen wil echter niet vooruitlopen op eventuele juridische stappen vanwege België.

Die onenigheid leidde er alvast toe dat België haar eigen rol binnen de Road Alliance, een verbond van twaalf Europese landen die de transportsector grondig willen hervormen, afzwakte. ‘Het idee van dat verbond ontstond in Frankrijk, maar België was altijd de motor’, klonk het vorige week nog bij Bellot aan de Europese nieuwswebsite Politico.

In de loop van deze week zal het Finse voorzitterschap van de Raad het akkoord aan de lidstaten presenteren. Behalve de Raad moet ook het Europees Parlement de deal bekrachtigen. Daarvoor is het naar alle waarschijnlijkheid wachten tot april. De nieuwe regeling zou dan vanaf 2021 van kracht kunnen worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content