Direct naar artikelinhoud
Gezondheidszorg

Kan ‘octrooiverzet’ onze gezondheidszorg redden?

Farmareus Novartis trok een octrooi op een dure kankerbehandeling weer in nadat enkele ngo’s verzet hadden aangetekend wegens 'onrechtmatig verkregen octrooi’.Beeld REUTERS

Farmagigant Novartis trekt een octrooi op een dure kankerbehandeling in na protest van enkele ngo’s. Daardoor kunnen ziekenhuizen nu zelf de behandeling ontwikkelen tegen een veel lagere kost.

Farmabedrijf Novartis, dat onlangs nog uitgebreid in het nieuws kwam met het peperdure medicijn voor baby Pia, kreeg vorig jaar een octrooi voor de Europese markt voor Kymriah. Dat is een innovatieve gentherapie waarbij de eigen bloedcellen van de patiënt genetisch worden aangepast zodat ze zelf in staat zijn om de kankercellen te vernietigen.

Een octrooi wil zeggen dat het bedrijf voor maximaal 20 jaar een volledig monopolie krijgt op het op de markt brengen van de therapie. Het verhindert ook andere bedrijven om gelijkaardige behandelingen eventueel goedkoper te ontwikkelen. 

Dokters van de Wereld en de Zwitserse organisatie Public Eye namen het octrooi voor Kymriah onder de loep en ontdekten dat het niet helemaal wettelijk was. “In hun octrooiaanvraag stelde het bedrijf dat het om een therapie gaat die toelaat patiënten met bloedkanker te behandelen”, legt Ri De Ridder, voorzitter van Dokters van de Wereld, uit. “Uit de klinische proeven blijkt echter dat het enkel voor een kleine patiëntengroep met heel specifieke vormen van bloedkanker kan werken. Men heeft dat ook enkel nagegaan nadat alle klassieke behandelingen zonder effect zijn doorlopen.”

Novartis heeft dus een te breed octrooi gekregen, waardoor het een volledige monopoliepositie verkreeg en daardoor in staat was om vanuit een sterke positie te onderhandelen met de Europese lidstaten over terugbetaling van de behandeling. Een tactiek die ook werkte, want de Belgische gezondheidszorg betaalt nu bijna 300.000 euro per patiënt aan Novartis.

Geen accident de parcours

Beide ngo’s tekenden afgelopen zomer verzet aan bij het Europees Octrooibureau tegen het octrooi voor Kymriah. Maar tot een uitspraak van het bureau kwam het niet. Novartis besloot onlangs om het verkregen octrooi zelf weer in te trekken. Het bedrijf liet, via zijn advocatenbureau, weten dat het niet langer achter de tekst van de octrooiaanvraag staat en ook niet van plan is om een gewijzigde versie in te dienen. Meer commentaar wou het farmabedrijf ook aan De Morgen niet kwijt.

Feit is wel dat door de intrekking meteen ook de verzetsprocedure bij het Octrooibureau stopt. Het zal dus nooit tot een grondige uitspraak komen in deze zaak. Bij Dokters van de Wereld zien ze in de move van Novartis dan ook vooral een bewijs van schuld. “Denk vooral niet dat het ‘foutje’ in hun aanvraag een accident de parcours was”, stelt De Ridder. “Het gaat hier wel degelijk om een poging om het eigen economisch belang te laten primeren op de volksgezondheid. De bedoeling van het bedrijf is vooral de prijs op te drijven.”

Binnen de farmasector zelf wordt doorgaans geargumenteerd dat medicijnen zo duur zijn omdat er grote productiekosten mee gepaard gaan. Maar in het geval van Kymriah berekende de Franse tak van Dokters van de Wereld hoeveel het Novartis kost om de behandeling op de markt te brengen: een kleine 60.000 euro per patiënt. In de verste verte niet de 300.000 euro die onze Belgische ziekteverzekering ervoor ophoest.

De behandeling is namelijk ontwikkeld aan de universiteit van Pennsylvania, waar onderzoek dus voor een groot deel met publieke middelen is gebeurd. Novartis sloot met de universiteit een exclusiviteitsovereenkomst, waardoor het bedrijf het octrooi op de ontwikkeling kon bemachtigen. Dat is een veel voorkomende praktijk, omdat een universiteit doorgaans zelf niet over de mogelijkheden beschikt om de ontwikkeling te vermarkten. Maar farmabedrijven laten bij onderhandelingen over prijssetting al eens na te vermelden dat de ontwikkelingskosten niet volledig door hen zelf gedragen werden. 

Een veel lagere kost

Nu het octrooi is ingetrokken, is er meer beweegruimte voor bijvoorbeeld ziekenhuizen om zelf een dergelijke gentherapie te ontwikkelen, stelt Ri De Ridder, die in een vorig leven directeur-generaal van het Riziv was. “Ziekenhuizen met goed ontwikkelde labo’s die heel ver gevorderd zijn in de biotechnologie, moeten in staat zijn om zoiets te ontwikkelen voor de patiënten die in hun ziekenhuis worden verzorgd. Dat zal tegen een veel lagere kost kunnen.”

Al willen ze bij Dokters van de Wereld niet enkel Novartis viseren. Ook andere farmabedrijven proberen via monopolieverwerving hun prijzen op te drijven. En dat heeft niet alleen gevolgen voor de nationale zorgbudgetten. Ook de toegang tot de medicijnen kan in het gedrag komen. In 2014 leidden de enorm hoge prijzen van Sofosbuvir, een medicijn tegen hepatitis C, tot rantsoeneringen in heel wat Europese landen, waaronder ook België. Waardoor de overheden moesten beslissen welke patiënt wel en welke geen toegang kreeg tot het medicijn. Door verzet aan te tekenen tegen Novartis wilden de ngo’s nu een gelijkaardig scenario met de nieuwe gentherapie tegen kanker proberen voorkomen.

Octrooiverzet kan dus werken, al zal het wellicht nooit volledig het probleem van de te hoge geneesmiddelenprijzen kunnen oplossen. Volgens Ri De Ridder zijn het ook niet de ngo’s, maar in de eerste plaats de nationale overheden die de verkregen monopolies kritischer moeten bekijken. “We roepen overheden op om op zijn minst na te kijken of het wel om een volledig gewettigd dossier gaat wanneer bedrijven met onredelijk hoge prijzen afkomen.”