Direct naar artikelinhoud
Federale formatie

Kris Peeters pleit voor ‘noodregering’, en haalt inspiratie uit het jaar 1992

Volgens Kris Peeters (CD&V) kan een noodregering een uitweg bieden uit de huidige impasse op het federale niveau.Beeld AFP

Europees Parlementslid en voormalig vicepremier Kris Peeters (CD&V) pleit in een opmerkelijke Facebookpost voor een noodregering. Zo’n regering, met een beperkt programma en voor een beperkte periode, moet volgens Peeters wel met een duidelijk verhaal komen.

De federale formatie sleept al maanden aan en er valt nog niet meteen witte rook te verwachten. Om een oplossing voor die impasse te vinden, kijkt Kris Peeters naar een noodregering. Hij haalt daarvoor de inspiratie in 1992, toen na ‘Zwarte Zondag’ (de grote doorbraak van het toenmalige Vlaams Blok) ook verschillende informateurs en formateurs aan zet kwamen, zonder dat ze erin slaagden een regering te vormen.

De oplossing werd destijds aangereikt door Jean Luc Dehaene, schrijft Peeters op Facebook onder de titel ‘Prolegomena (vingeroefeningen) voor de nieuwe informateurs’: “een regering met een beperkt programma, voor een beperkte periode met een beperkte ploeg”.

Duidelijk verhaal

Volgens Peeters verdient een dergelijke oefening ook nu een kans. In een context van de brexit, het klimaat, de begroting, handelsoorlogen, enz... is immers dringend een nieuwe federale regering nodig, beklemtoont hij. Zo’n ‘noodregering’ moet dan wel “een duidelijke narrative, een duidelijk verhaal” hebben.

Dat verhaal kan volgens de CD&V’er zijn “dat de motor van België terug opgestart moet worden. Of dat het hart van België opnieuw moet beginnen kloppen. Deze beeldspraak kan verder gebruikt worden omdat het ook de kans geeft om de vier kamers van het hart concreet in te vullen. Andere thema’s zoals bv ethische dossiers, wijziging van de loonwet of pensioenleeftijd worden niet besproken. Ook het communautaire dossier kan naar een later tijdstip verplaatst worden.”

Zo’n noodregering moet het met andere woorden enkel over de essentie hebben, meent Peeters. Hij geeft alvast een voorzet. Een noodregering zou zich bijvoorbeeld louter met de begroting, de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven, de sociale zekerheid en het klimaat kunnen bezighouden. Al valt daarover te discussiëren, geeft hij aan. “Deze voorstellen van invulling van de verschillende kamers van het hart voor België zijn natuurlijk het voorwerp van onderhandelingen.”

Kleine ploeg, korte duur

Wat behalve het programma nog belangrijk is bij een noodregering is dat ze ook voor een beperkte periode aanblijft. Twee jaar bijvoorbeeld. “Na deze periode worden er ofwel nieuwe verkiezingen uitgeschreven ofwel een nieuw programma opgesteld”, schrijft Peeters.

Zo’n beperkt programma vereist ook geen uitgebreide regeringsploeg, klinkt het. Geen staatssecretarissen dus, en een beperkt aantal ministers.