Fabien Neretsé in Brussel schuldig bevonden aan volkerenmoord en oorlogsmisdaden in Rwanda: “Historisch arrest”

© Photo News

De assisenjury in Brussel heeft donderdagavond Fabien Neretsé schuldig bevonden aan volkerenmoord en verschillende oorlogsmisdaden die hij begaan heeft in 1994. De uitspraak kwam er na twee dagen deliberatie en na debatten die gedurende zes weken werden gevoerd.

Het ging om negen moorden en drie pogingen tot moord in Kigali op 9 april 1994 en minstens twee moorden in Mataba, zijn geboortedorp in het noordwesten van Rwanda, in mei en juni 1994. Voor twee andere moorden op 9 april 1994 in Kigali werd hij vrijgesproken.

De advocate van de burgerlijke partij, meester Michèle Hirsch, noemt de schuldigverklaring van Neretsé een “historisch arrest”.

© phu

Dit is een uitspraak die zowel de geschiedenis van ons land als de geschiedenis van de mensheid zal ingaan, reageerde Hirsch. “Ik denk dat de uitspraak die zonet is gedaan een impact zal hebben in ons land, maar ook in andere landen”, zei de advocate. Samen met meester Eric Gillet vertegenwoordigt ze Martine Beckers, de zus van de Belgische Claire Beckers die bij de genocide in Rwanda gedood werd.

LEES OOK. Moordenaar van Belgische zakenvrouw staat eindelijk voor assisen, dankzij het speurwerk van haar zus (+)

Tutsi’s verraden

De 71-jarige Neretsé, die al jaren in Frankrijk verblijft, was een landbouwingenieur die verantwoordelijk was voor de Rwandese dienst voor de verkoop en export van koffie. Hij werd onder meer als mededader beschuldigd van moord op een onbepaald aantal mensen, van wie er dertien geïdentificeerd werden en van wie sommigen tot de Tutsi-minderheid behoorden. Onder hen ook Claire Beckers.

De eerste misdaden die hem ten laste werden gelegd, vonden plaats op 9 april 1994 in de Nyamirambo-wijk van Kigali, de hoofdstad van Rwanda. De verdachte woonde in die wijk samen met zijn vrouw en vijf kinderen. Ook de familie Bucyana-Beckers, de familie Sissi en de familie Gakwaya, allemaal van Tutsi-origine, woonden in die wijk. Op de bewuste dag probeerden die drie Tutsi-families een kamp van de Verenigde Naties (Minuar) te bereiken. Twee dagen voordien waren de slachtingen door de Hutu’s op de Tutsi’s in Kigali begonnen.

© Photo News

De drie families verzamelden op het terrein van de familie Sissi toen er eerst een vrachtwagen met militairen arriveerde en nadien ook een tweede vrachtwagen met Interahamwe-milities. De familieleden werden geslagen en naar de achterkant van het huis gebracht. Daar openden de militairen het vuur. Tien mensen kwamen om, onder hen de Belgische Claire Beckers, haar man Isaïe Bucyana en hun dochter Katia. Een elfde persoon werd gedood toen hij even verderop probeerde door een militaire wegversperring te geraken. Twee tieners slaagden erin om aan de schietpartij te ontsnappen. Ook een 14-jarig meisje kwam er met verwondingen van af. Het leger spaarde voorts de grootmoeder van de familie Sissi.

Volgens de beschuldiging waren het Fabien Neretsé en zijn huisbediende Emmanuel die de militairen en de Interahamwe op de hoogte hadden gebracht van het nakende vertrek van de drie Tutsi-families.

Militie geleid

Neretsé stond ook terecht voor een tweede reeks misdaden. Die zouden begaan zijn in mei en juni 1994 in Mataba, zijn geboortedorp in het noordwesten van Rwanda.

Midden april 1994 vertrok Neretsé met zijn familie uit Kigali en keerde hij terug naar zijn geboortedorp in Mataba. Volgens verschillende getuigen heeft Neretsé daar een Interahamwe-militie opgericht en geleid. Die militie zou verantwoordelijk geweest zijn voor verschillende slachtpartijen op Tutsi’s en gematigde Hutu’s in de regio. Om hoeveel slachtingen het gaat, is onduidelijk en de identiteit van het merendeel van de slachtoffers is onbekend. Toch konden twee slachtoffers geïdentificeerd worden: Anastase Nzamwita en Joseph Mpendwazi.

Anastase Nzamwista was een voormalig werknemer van de dienst waar Neretsé directeur was. In de loop van mei 1994 werd de man volgens getuigen meegenomen door Interahamwe die deel uitmaakten van de militie die was opgericht door Neretsé. De man werd doodgeslagen en zijn lichaam werd nadien in een rivier geworpen.

Joseph Mpendwazi van zijn kant was een gematigde Hutu. Hij werd volgens getuigen op 19 juni 1994 door Interahamwe-milities onder leiding van Neretsé gevangengenomen in Nyakabanda, niet ver van Mataba. De man werd nadien afgezet bij een wegversperring van militairen en is daarna niet meer teruggezien.

Versie van feiten gewijzigd

Neretsé weerlegde tijdens het proces alle beschuldigingen tegen hem, en wees erop dat hij in 1992, twee jaar voor de genocide, afstand deed van alle belangrijke overheidsposten die hij bekleedde. Ook zei hij geen leider geweest te zijn van de Interahamwe, de jeugdmilitie van regeringspartij MRND die mee verantwoordelijk wordt geacht voor de genocide.

LEES OOK. Beschuldigde van moord op Belgische zakenvrouw in genocideproces: “Ik ben geen moordenaar, ik heb juist mensen gered” (+)

Wat de feiten in Kigali betreft, hielden de juryleden rekening met het feit dat Neretsé zijn versie van de feiten verschillende keren heeft gewijzigd. “Aanvankelijk verklaarde hij dat niets had gemerkt van de voorbereidingen die zijn buren voor hun vertrek troffen (...). Maar vervolgens zei hij dat hij op de hoogte was van een eerste vertrek, van Ernest Gakwaya en zijn kinderen”, merkten ze op.

Over de misdaden die in de buurt van Mataba werden gepleegd, benadrukte de jury dat Neretsé over een zeker aanzien beschikte in de regio. “Hij werd beschouwd als een weldoener omdat hij meehielp aan de bouw van een school en een gezondheidscentrum, en als een tussenpersoon van de autoriteiten.” De juryleden stelden voorts dat Fabien Neretsé heel goed wist dat medewerkers van de school, die op zijn terrein woonden, deelnamen aan aanvallen in de heuvels.

In contact gebleven met regering

Met betrekking tot de beschuldiging van genocide zijn de juryleden van mening dat er voldoende elementen zijn die de feiten staven, zoals het feit dat hij niet, zoals hij beweert, uit de regeringspartij MRND werd gezet. Zijn vertrek bij de Rwandese dienst voor de verkoop en export van koffie was het gevolg van beschuldigingen van verduistering aan zijn adres, en zijn vertrek kan daarom gezien worden als een vorm van bescherming, luidde de redenering.

De jury weerhield voorts de verklaringen van twee getuigen die stellen dat Neretsé verschillende malen Froduald Karamira ontving, die schuldig werd geacht aan het organiseren van de volkerenmoord in Rwanda, en zelf ook opmerkingen had gemaakt waaruit “de intentie tot genocide” bleek. Zo zou hij onder andere hebben gezegd: “Het spoor van Tutsi’s moet worden gevolgd tot in de heuvels” en gaf hij volgens getuigen de opdracht aan de Interahamwe-milities dat ze “zich niet moesten moe maken met het graven van kuilen” maar “de gedode Tutsi’s naar de Nyabarongo-rivier moesten brengen”.

Tot slot werd rekening gehouden met het feit dat Fabien Neretsé in contact was gebleven met de genocidale regering in ballingschap en dat hij “bij zijn aankomst in Frankrijk zijn naam had veranderd, vermoedelijk om aan vervolgingen te ontsnappen”.

De debatten over de strafmaat starten vrijdag om 9 uur.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen