De Olympische Spelen komen met een prijskaartje: Japan hoest minstens 11,5 miljard euro kosten op

Bij deze kostprijs zijn nog niet de 250 miljoen euro toegevoegd die dienen om de verplaatsing van de marathon en de snelwandelcompetities van Tokio naar Sapporo te financieren. Die verhuis kwam er door de vrees dat de atleten in te hoge temperaturen zouden moeten lopen. Het organisatiecomité en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zijn momenteel nog in onderhandeling om te bepalen wie dit kostenplaatje zal dragen.

Van de 1350 miljard yen betaalt de stad Tokio 597 miljard yen (4,91 miljard euro), het organisatiecomité 603 miljard yen (4,96 miljard euro) en de centrale regering 150 miljard yen (1,23 miljard euro). Een meevaller zijn de inkomsten uit sponsoring en kaartverkoop. Die gaan boven de verwachte 30 miljard yen (247 miljoen euro). Dat dekt volgens de organisatie de extra kosten die gemaakt werden voor transport en veiligheid, en de strijd tegen de hitte. De organisatie houdt nog een reserve van 27 miljard yen (222 miljoen euro) achter de hand voor eventuele noodgevallen.

De vele kosten hebben in Japan tot een polemiek geleid. Volgens een auditcommissie zouden de werkelijke kosten, gemaakt door de centrale regering, veel hoger oplopen, tot wel 1060 miljard yen (bijna 9 miljard euro).