Direct naar artikelinhoud
Interview

Joke Devynck over haar nieuwe film, nieuwe relatie en oude clichés: ‘Maar ik zát helemaal niet in de kast!’

Joke Devynck: ‘Ik fantaseer graag over andere samenlevings­vormen zoals polyamorie. Maar er zijn veel talenten nodig om meerdere mensen tegelijk graag te zien.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Er zitten veel Jokes in Joke Devynck (47), en die hebben ruimte nodig. Ze acteert, schildert en schrijft. Was 19 jaar samen met Johan Heldenbergh, maar heeft nu een relatie met een vrouw. En ze vecht, tegen hokjes, besparingen op cultuur en genderkarikaturen. ‘Wat is dat, je vrouw voelen?’

Zoekende zielen zijn de meest interessante. Joke Devynck is een intense persoonlijkheid die veel leest, in zichzelf graaft en anderen uitdaagt. Als ze praat, ligt haar hart in haar druk gesticulerende handen. Ze zoekt naar woorden, begint zinnen en breekt die weer af (“Sorry, ik ben bullshit aan het verkopen”).

Ze hooit in haar geblondeerde haren die aan het einde van dit gesprek een warrige hanenkam zijn geworden. De enige constanten zijn haar kamerbrede glimlach, haar helblauwe irissen die dankbaar oplichten in de zachtjes naar binnen glijdende najaarszon, en haar eerlijke streven om zich zo goed mogelijk uit te drukken. Te beginnen met haar rol in All of Us, een film over sterfelijkheid die, zonder overdadig veel stroop, flink aan de ribbenkast blijft plakken.

BIO * geboren op 10 oktober 1972 in Poperinge. Groeide op in Knokke-Heist * studeerde in 1994 af aan Herman Teirlinck * brak vijf jaar later door als inspecteur Tony in Flikken * speelde grote rollen in Belgische films als Vermist, Het goddelijke monster, Het vonnis en Zot van A, en in series als Vermist, De Rodenburgs, Gent West  * was 19 jaar getrouwd met acteur Johan Heldenbergh, heeft nu een relatie met een kunstenares * heeft drie kinderen uit haar huwelijk met Heldenbergh: een dochter en twee zonen (een tweeling) * voerde in 2017 haar eigen theater­monoloog Kleur op * speelt mee in de nieuwe speelfilm All of Us, van 8 januari in de bioscoop

Regisseur Willem Wallyn noemt het zijn ‘persoonlijke en ironische reflectie op sterfelijkheid’.

Joke Devycnk: “Ik heb het scenario in één ruk uitgelezen, en aan het eind was ik ontroerd maar had ik ook veel gelachen. Mijn personage Lizzy is echt iemand om je tanden in te zetten. Door haar bijtende cynisme moest ik haar ver buiten mezelf zoeken, maar dat is juist het leuke aan acteren.”

Ze zet met haar grote mond een beginnende therapeute voor schut, die een praatgroep met terminale kankerpatiënten probeert te leiden.

“Ze is welbespraakt, sarcastisch, arrogant en ze gelooft dat ze kan flirten met de dood. Ze kijkt die recht in de ogen en zegt: ‘Gij gaat mij niet hebben, ik ga u voor zijn’. Maar achter dat verbale geweld schuilt een dijk van een jeugdtrauma. Haar moeder is met de noorderzon verdwenen en haar welgestelde vader heeft haar uit zijn erfenis geschrapt, bij wijze van les. Sindsdien heeft ze zich opgewerkt tot kunsthandelaar en zoekt ze haar heil in escapisme.

“Het mooie aan Lizzy is dat ze dood wil, maar tegelijk volle bak blijft voortleven. Ze verkoopt nog kunst en procedeert tegen haar vader, terwijl ze al euthanasie heeft aangevraagd. Ze denkt dat ze zichzelf kent, maar in die praatgroep valt haar masker af. In zulke extreme situaties komt iedereen zichzelf tegen: je weet niet hoe je zult reageren als je terminaal bent.”

Lizzy wil euthanasie, een thema dat weer heel actueel is. Vindt u dat mensen zelf mogen beslissen wanneer ze sterven?

Joke Devynck: (aarzelt) “Ik begrijp dat mensen ethische bezwaren hebben tegen het vroegtijdig stopzetten van een leven, maar is het kunstmatig rekken ervan, zeker bij ouderen, dan wel ethisch verantwoord?

“Ik vind dat iedereen zelf moet kunnen beslissen wanneer het stopt. Maar wel binnen een verantwoord kader, waarin die vraag een paar keer herhaald moet worden. Ik pas voor een wet die elke suïcidale jongere toelaat om eruit te stappen. Je moet mensen beschermen tegen hun eigen impulsiviteit. Hoeveel mensen hebben het gevoel dat ze in een doodlopende straat zitten, tot ze plots toch een uitweg vinden?”

‘Wat me het meest kwetst, is dat er geen liefde is voor wat wij doen, behalve voor degenen die in de Vlaamse canon passen.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Wat zou u doen als u nog maar drie maanden te leven had?

“Ik hoef niet plots nog een maand naar de Seychellen, want dan moet ik te veel mensen achterlaten. Ik heb ook niet genoeg geld om hen allemaal mee te nemen. (lacht) Ik zou me maximaal omringen met mijn geliefden en familie. Wat schilderen, omdat ik daar nu geen tijd voor heb. En ronddwalen. Tijd nemen om te kijken, luisteren en al een beetje te onthechten.”

U hebt zich kaal geschoren voor deze rol. Vond u het moeilijk om zo buiten te komen?

“Veel kankerpatiënten vinden dat erg pijnlijk. Zelf heb ik zo’n kort kopje altijd al eens gewild. Ik had me voorgenomen om het te bewaren voor een vakantie in Tibet. Maar aangezien ik daar misschien nooit geraak, heb ik Willem meteen voorgesteld om me kaal te scheren voor deze rol. Het was een heel ‘dubbele’ ervaring. Je haar is een masker: als dat wegvalt, voel je je tegelijk heel kwetsbaar en krachtig.”

Droeg u net als uw personage ook pruiken?

“Nee, een muts. Al heb ik op warme dagen ook wel eens kaal over straat gelopen. Dan voel je de blikken: ‘Oei, er zal toch niks ergs zijn?’”

Voelde u zich minder vrouw?

“Wat is dat, je vrouw voelen? Veel mensen hebben nog het klassieke beeld in hun hoofd dat vrouwen lange haren moeten hebben. Als je je daar als vrouw mee identificeert, heb je een probleem als je plots kaal wordt. Ik probeer me te bevrijden van die hokjes. Al kleedde ik me in die periode misschien wel wat vrouwelijker, ter compensatie.” (lacht)

Wat is uw probleem met de klassieke beelden over mannen en vrouwen?

“Ze zijn te beperkend. Ze sluiten mensen op in iets wat ze misschien niet willen zijn. Simone de Beauvoir schreef: ‘Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt.’ Dat is zó waar.

“God is nog altijd een man. Ondanks de feministische golven leven we nog altijd in een wereld die gedomineerd wordt door mannen. Zij hebben vrouwen eeuwenlang opgesloten in welomlijnde kaders waaraan ze zo goed mogelijk trachtten te voldoen om in de smaak te vallen. Zolang jonge meisjes te horen krijgen dat het hun taak is om te zorgen, en lief en bevallig te zijn, zullen ze zich daarnaar gedragen en zich blijven zien als een prooi. Op een zachte manier geraak je daar niet altijd uit. Dan moet je losbréken.

“Mannen zijn overigens even geconditioneerd als wij. Hun wordt ingepeperd dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen, sterk moeten zijn, geld moeten verdienen,… Jongens krijgen nog altijd te horen dat ze niet mogen huilen, want: ‘Een echte man bleit niet!’ Terwijl het zo gezond en bevrijdend is om eens goed te bleiten. (lacht) Het gevolg is dat we hele generaties mannen hebben gekweekt die niet met hun emoties kunnen omgaan. Als we die patronen doorbreken, zou dat een geweldige ontvoogding zijn voor ons allemaal.”

Maar er zijn toch objectieve verschillen tussen mannen en vrouwen? Moeten we echt alles herzien?

“Natuurlijk zijn er verschillen, maar er bestaan nog veel meer gelijkenissen. Vanuit de ruimte bekeken lijken we allemaal op elkaar. Wat telt, is de vrouwelijkheid en mannelijkheid in jezélf, en dat je die vrij kunt uiten.

“Je zult altijd heel vrouwelijke vrouwen blijven hebben, en heel mannelijke mannen – gelukkig maar, ik vind dat ook heel aantrekkelijk – maar tussen die extremen hoeft er geen Chinese Muur te staan. Laat daar de variaties en schakeringen maar lekker in elkaar over lopen. Wie die tussenzone veroordeelt of bespot, is vooral onzeker over het eigen zelfbeeld. Ik had dat ook in mijn jonge jaren: ‘Hoe? Ben ik dan lesbisch? Oei!’ Dat had te maken met het toen gangbare clichébeeld van het manwijf.”

Hebt u veel mannelijke eigenschappen?

“Ik spreek niet graag in die termen. In oudere culturen lagen veel mannelijke eigenschappen ook bij de vrouwen, alleen verschilden ze in vorm. Mannen hadden misschien meer fysieke kracht, vrouwen eerder mentale kracht. Al waren er ongetwijfeld ook beresterke vrouwen.”

Laat het me anders vragen: wat voor kind was u?

“Een wild kind. Zo’n buitenmeisje dat graag in bomen klom en barstte van energie. Veel mensen vonden mij té. Te wild, te luid, te intensief. ‘Een halve jongen’ noemden ze me. Daar stelde ik me vragen bij. Waarom mochten de jongens wild zijn en hun T-shirt uitdoen en ik niet? (lacht)

“Ik ben een actrice: vrouw, man, dat fluctueert bij mij. Ik voel me soms een heel primair en viriel wezen – wat doorgaans als mannelijk wordt gepercipieerd – maar aan de andere kant ben ik ook heel graag vrouw. Je zult maar een vent zijn die constant de druk voelt om te presteren en de strafste haan op het erf te zijn. Vermoeiend! Dat doet mannen ook kraken. En daarom moet het veranderen, zodat iedereen kan zijn wie hij wil.”

‘Ik vraag me af hoe ik de komende zeven jaar financieel moet overbruggen, nu mijn kinderen beginnen te studeren.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Is er veel veranderd sinds u uit de kast bent gekomen?

“Maar ik zát helemaal niet in een kast! (lacht) Voor de buitenwereld misschien wel, maar in mijn omgeving was iedereen al lang op de hoogte. Ik zeg al jaren dat ik me ook tot vrouwen aangetrokken voel. Het is niet omdat ik 19 jaar met een man samen was dat dat niet kan. Maar als ik met iemand samen ben, ben ik daarmee samen. Begrijp je?”

Bent u zo’n trouwe hond?

“Mja, ik fantaseer wel graag over andere samenlevingsvormen zoals polyamorie. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Er zijn veel talenten nodig om meerdere mensen tegelijk graag te zien: je moet georganiseerd, nomadisch, eerlijk, flexibel en open zijn. Het kan nogal ingewikkeld worden.

“In ieder geval heb ik graag dat er genoeg spanning en beweging is binnen mijn relatie. Dan hoef ik dat nergens anders te zoeken.”

Uw lief moet u bij de les houden?

“Dat is een wisselwerking. Ik word graag gevoed en stel de dingen continu in vraag. Dan is het fijn dat zij ook nieuwe dingen aanbrengt en evolueert. Dat houdt het leven interessant. (pauzeert) En soms val je in slaap. Dat mag, het duidt op een veilige omgeving. Alleen mag het geen coma worden. Je moet elkaar wakker houden en groter doen dromen.

“Ik ben een mens met heel veel verschillende kantjes. Hoe meer ik het gevoel heb dat die allemaal aan bod kunnen komen, hoe losser en vrijer ik ermee kan spelen en hoe meer kans op slagen die relatie heeft. Ik wil mezelf niet vastzetten in één patroon, en mijn partner mag dat ook niet doen.”

Bent u geschrokken van sommige reacties op uw nieuwe relatie?

“Ik stond ervan versteld dat het zo’n groot nieuws was. (theatraal) Twee vrouwen die elkaar graag zien: ‘woe-hoew, sensatie’! Dat zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Ik heb jaren gewacht om mijn relatie bekend te maken, omdat ik eerst zeker wilde weten dat het goed zat. Daardoor is er sinds mijn ‘outing’ voor mij eigenlijk niets veranderd.”

Klopt het dat jullie al uitgescholden zijn op straat?

(met tegenzin) “Twee keer: in Brussel en Gent. Dat is schrikken, maar daarna loop je door. Het is kak dat dat erbij hoort. Ik besteed er liever zo weinig mogelijk aandacht aan.”

Hoeveel mannen hebben u al gevraagd of u nog te bekeren bent?

(schatert) “Veel! Die types heb je overal. Je ziet het ongeloof in hun ogen: ‘Dit is maar een fase, ze valt op mannen.’

“Het is echt niet zo anders met een vrouw, hoor. Dat we allebei vrouwen zijn, en door dezelfde generatie zijn opgevoed, maakt het misschien iets makkelijker. Maar ik ken ook vrouwenkoppels die constant ruziemaken en in eindeloze psychologische doolhoven verzeild raken.”

Er is nog zo’n clichévraag…

“Wie het mannetje is in onze relatie? (lacht) Dat vroeg iemand me een tijd geleden ook. Ik heb geantwoord dat ik thuis altijd meteen een mannenslip aantrek en een pint uit de ijskast pluk, die ik dan met mijn tanden ontkurk en in twee teugen leegdrink.

“Ik voel mij geen lesbienne, alleen al omdat dat het lelijkste woord ter wereld is. Het is mogelijk dat ik voor de rest van mijn leven een relatie heb met een vrouw, maar als het ooit zou mislopen met mijn lief word ik nadien misschien weer verliefd op een man.”

Vindt u biseksueel ook een vreselijk woord?

“Misschien past panseksueel me beter. Ach, al die hokjes. Ik val op mensen. Punt. En ik kan ook intens verliefd zijn op een mooi meubel of een schilderij. Baloji (Belgische rapper, red.) heeft me ooit alle seksuele types opgenoemd: biseksuelen, panseksuelen, aseksuelen, sapioseksuelen,…”

Sorry, ik probeerde me even uw intense liefdesrelatie met een designzetel voor te stellen.

(lacht) “Dat zou prachtig fotomateriaal kunnen opleveren.”

Wordt de liefde makkelijker? Of ben je gedoemd om in een volgende relatie dezelfde fouten te maken?

“Door mijn scheiding zal ik bepaalde fouten niet meer maken. Met de jaren leer je jezelf beter kennen. Je wordt minder drammerig. Het heeft geen zin om altijd je gelijk te willen halen. Dat is goed voor je ego, maar je stelt jezelf zo ook boven de ander.

“Veel discussies komen voort uit het feit dat een van beiden zich niet gehoord of begrepen voelt. Dan moet je het dáár over hebben, niet over de futiliteit waarover je ruzie maakt. Eigenlijk moet je in een relatie naar elkaar luisteren zoals je dat doet bij kinderen: ‘Waarom doet die nu plots zo? Wat zit daar achter? Ah, ze is lastig, omdat ze moe is.’

“Bij kinderen kijken we door dat gedrag heen, bij volwassenen blijven we steken bij de eerste laag: de ene klapt dicht, de andere ontploft of wordt arrogant. Die extreme uitingen dienen altijd om iets anders te verbergen. We reageren nog altijd als gekwetste kinderen. Onze triggers en gevoeligheden zijn meestal dezelfde zaken waarvoor we thuis op de vingers werden getikt.”

‘Ik ben nog altijd bang om te zeggen dat ik sommige dingen niet wil doen, omdat je dan een emmer stront over je heen krijgt. ‘Tsss, ze dopt en toch weigert ze die rol!’’Beeld Thomas Sweertvaegher

U had het net over emotioneel geconstipeerde mannen. Dat lijkt me een frustratie bij veel vrouwen.

“Zeker. Al hebben sommige vrouwen ook moeite om hun emoties te tonen. Maar bij mannen is het doorgaans erger, omdat ze tijdens hun opvoeding worden berispt als ze hun gevoelige kant tonen. Dat leidt tot problemen in hun latere relaties. Als partner van zo’n man heb je het gevoel dat je tegen een muur botst. Een man die zich nooit helemaal openstelt, en zich altijd voordoet als stabiel, cool en meester van de situatie, is misschien nog aantrekkelijk in het begin, maar na een tijdje voel je jezelf heel klein naast zo iemand. Pas als iemand zich kwetsbaar opstelt, groeit je empathie. Zelfs al begrijp je de ander dan niet, een gevoel als pijn of angst herken je wel.”

Ook op professioneel vlak laat Devynck zich niet graag vangen in hokjes. Ze sprong voor het eerst op het netvlies van het brede publiek als de brutale Tony in Flikken. Maar terwijl Pasmans en co. tien seizoenen doorgingen, liet Devynck zich er na drie jaar uitschrijven. Ook haar rol in Vermist stopte ze voor het einde van de reeks.

Devynck: “Mensen verklaarden me voor gek. ‘Je hebt vast werk en je geeft dat zomaar op om te gaan stempelen en te werken aan vage plannen?’ Waarom niet? Ik wilde er zijn voor mijn kinderen, en ik had teksten klaar liggen voor Kleur, de monoloog die ik twee jaar geleden heb opgevoerd. Sommige mensen kunnen hun hele carrière binnen hetzelfde kader werken, ik niet. Als acteur ben je maar een pionnetje in een groter geheel. Ik wilde mijn eigen ding doen: schrijven, spelen, schilderen,… Maar toen kwam die scheiding, die ik eerst emotioneel moest verwerken, maar die het daarna ook financieel moeilijker maakte.”

Klopt het dat u aan Kleur bijna niets hebt verdiend?

“Ik ben grotendeels betaald als vrijwilliger. Ik had subsidies aangevraagd, maar er was geen geld. En dan zeggen ze bij de VDAB: ‘Ah, u hebt niet gewerkt het voorbije jaar’, omdat er volgens hun algoritme geen geld was binnengekomen. Ik ben daar bijna in huilen uitgebarsten. Ik had dat stuk geschreven en gespeeld, mijn technicus betaald, en er een jaar van mijn leven aan gewijd. Voor bitter weinig geld. En daar willen ze je dan nog voor straffen.

“Ik ben nog altijd trots op die monoloog, maar zoiets is niet voor herhaling vatbaar. Je zou haast bang zijn om subsidies te krijgen voor een nieuw project. Als ik een ontwikkelingsbeurs zou ontvangen om een stuk te maken, staat de VDAB binnen de kortste keren aan mijn deur omdat ik voor hen op dat moment niet aan het werken ben.”

Schaamt u zich als u een tijdje moet stempelen?

“Niet meer. Het is toch onwaarschijnlijk dat huisvrouw zijn niet meetelt in de economie? Zelfs sommige economen vinden dat een schande. We staan te weinig stil bij de gevolgen van het heilige mantra dat iedereen fulltime moet werken: wachtlijsten in de zorgcentra omdat we geen tijd meer hebben om voor onze bejaarde ouders te zorgen, overvolle en dure crèches, aangroeiende files, stress, burn-outs, kinderen die ontsporen omdat er nergens nog tijd en ruimte voor hen is,…

“Door de aard van mijn job ben ik er vaak geweest voor mijn kinderen. In de agenda van een acteur zitten altijd gaten. Johan en ik stemden die vaak op elkaar af, zodat er geld bleef binnenkomen. Sinds mijn scheiding moet ik in luwe periodes terugvallen op de dop. Maar ook daar worden de eisen strenger. Wij hebben zogezegd een artiestenstatuut, maar dat wordt langs alle kanten uitgehold. Ze dreigen voortdurend om je eraf te gooien.”

Hebt u sinds uw scheiding periodes van armoede gekend?

“Zolang je een dak boven je hoofd hebt en eten kunt kopen, ben je niet arm. Maar ik heb maanden gehad dat ik bang was om mijn brievenbus te openen, omdat ik wist welke facturen eraan kwamen. Veel mensen denken: ‘Ze werkt voor televisie, ze zal er warmpjes in zitten.’ Maar wij spelen geen drie hoofdrollen per jaar. Na een reeks interviews en een chique première met rode lopers en cava zitten wij soms maanden thuis. Wat ik verdien bij film en televisie dient ook als een leefloon voor periodes waarin ik niet aan de bak kom of projecten aan het uitwerken ben waar mogelijk niet eens wat van komt.

“Ik vraag me af hoe ik de komende zeven jaar financieel moet overbruggen nu mijn kinderen beginnen te studeren. Ik heb mezelf beloofd dat ik niets meer ga maken waarvoor ik niet word betaald. Frustrerend, want de actualiteit en mijn ideeën stoppen niet. Maar het kan niet anders.”

Gaat u opnieuw meer voor tv werken?

“Ideeën genoeg, maar dat heb je niet zomaar voor het kiezen. Vlaanderen is een klein afzetgebied. Gelukkig behoor ik nog altijd tot de groep van acteurs die op de hoogte wordt gebracht van audities. Ik weet dat ik een goede actrice ben en nog altijd beter word. Daarom durf ik me ook uitspreken over dit thema. Veel anderen durven niet te zeggen dat ze soms geen werk hebben, uit vrees voor de foute perceptie dat ze niet goed genoeg zijn.

“Vroeger was je een afvallige als je voor tv werkte. Ik heb ook bepaalde aanbiedingen laten schieten, omdat ik integer wilde zijn. Blij dat we van die pretentie af zijn! Je moet gewoon doen wat je graag doet. En soms is het nodig om de tering naar de nering te zetten, zonder je te schamen. Toch ben ik nog altijd bang om te zeggen dat ik sommige dingen niet wil doen, omdat je dan een emmer stront over je heen krijgt. ‘Tsss, ze dopt en toch weigert ze die rol!’”

Maar als u die vaste rol in Thuis of Familie wél neemt, krijgt u die stront ook.

“Helaas wel. Ik ben nu op zoek naar een vast maandelijks inkomen: een column, kaartjes beschilderen,… Het probleem is dat dat in de weg kan lopen van een intensief project zoals een film of een theaterstuk. Vroeger had je veilige huizen die je werkzekerheid garandeerden. Maar er is al veel gesneuveld.”

En zo zijn we beland bij de besparingen in de cultuursector.

“Ik word daar heel triest van. Wat me het meeste stoort, zijn de karikaturen over ons, alsof wij maar wat aanmodderen. ‘Wat doen jullie dan overdag?’, hoor ik vaak. Euh, wij gaan naar ons werk, schrijven teksten, studeren die in, en na maanden intensief repeteren spelen wij onze voorstelling een keer of dertig. En daarna begint alles weer opnieuw. Het probleem is dat een theatervoorstelling minder tastbaar is dan een brood.

“Cultuur staat voor mij gelijk aan diversiteit in verbeelding. Zonder cultuur verstart de maatschappij en zien mensen altijd dezelfde dingen. Die verschraling is volop aan de gang. Het lapje grond waarop wij mogen zaaien, wordt altijd maar kleiner, waardoor de jonge scheuten te weinig ruimte zullen krijgen om te groeien.”

Dramatiseert u nu niet een beetje? De cultuursubsidies krimpen van 518 naar 508 miljoen euro. Dat kunt u toch bezwaarlijk de grote kaalslag noemen?

“Maar het wás al veel te weinig. Dit is niet de eerste regering die het mes bovenhaalt. Vlaanderen investeert nog amper één procent van haar begroting in cultuur. Eén procent! In Duitsland hebben ze de subsidiepot met 9 procent verhoogd.

“Wat me het meest kwetst, is dat er geen liefde is voor wat wij doen, behalve voor de gevestigde waarden die in de Vlaamse canon passen. De grote huizen zullen straks nog wel gesubsidieerd worden, maar de kleine nieuwe projecten, waar zoveel toppers uit voortkomen, zullen sneuvelen. En het kan de regering niet eens wat schelen.”

Veel N-VA-kopstukken ergerden zich al jaren aan de ‘linkse culturo’s’ die hen er telkens van langs geven in de pers. Voor hen is dit de gedroomde wraakactie.

“Ik hoop dat dat niet waar is. En anders moeten ze dat maar eerlijk zeggen. Wees dan maar grote jongens, in plaats van te doen alsof je nog wilt luisteren.

“Voor het eerst ben ik echt bang voor de verrechtsing, omdat we zo machteloos zijn. Als we weerwerk bieden, zeggen ze: ‘Daar heb je die linkse dramaqueens weer’. Het is zelfs taboe om te zeggen dat er meer geld naar cultuur moet gaan, want dan krijg je meteen de vraag: ‘Aha, wil je het dan weghalen bij onderwijs of zorg?’ Neen! Die krijgen ook te weinig. Daarom protesteert het middenveld zo massaal. Iedereen kent de verhalen van leraars die verzuipen en zorgkundigen die geen tijd meer hebben om met patiënten te praten. Alles wat voor een beetje warmte zorgt, maar waarvan je de waarde niet in geld kunt uitdrukken, staat onder druk. Je kunt niet becijferen hoeveel een gesprek tussen een patiënt en een bejaardenverzorgster waard is. Of wat een voorstelling met jou heeft gedaan. Maar het is zó veel waard.

(zucht) “Goh, er moet zo veel veranderen: het kapitalistisch systeem zoals we het kennen, onze manier van consumeren, onze relatie met de natuur en met anderen,… We staan op een kantelpunt in de geschiedenis.”

U staat al sinds 2010 als steunkandidaat op de lijsten van Groen. Zou de actieve politiek niets voor u zijn?

“In geen duizend jaar! Die spelletjes, dat gespin, die tegenwerkingen en manoeuvres, daar zou ik heel ongelukkig van worden. Ook de politiek moet dringend heruitgevonden worden. Wellicht zal dat komen van burgerbewegingen en de sociaal-artistieke projecten die ze nu aan het doodknijpen zijn. En dat vind ik dan weer hoopgevend: dat mensen zich verbinden uit protest tegen het huidige beleid.”