Spanje zit met een vastgoedkater van 38 miljard euro

De Spaanse ‘bad bank’ Sareb – het overheidsvehikel dat slechte kredieten en onroerend goed overnam van banken tijdens de financiële crisis – moet nog 38 miljard euro aan vastgoed verkopen in 7 jaar, en er is geen oplossing in zicht.

Sareb werd opgericht in 2012 toen Spanje door een financiële crisis ging nadat de Spaanse vastgoedbubbel barstte. Spaanse banken die aan het staatsinfuus lagen konden bij bad bank Sareb hun verzuurde kredieten en rommelhypotheken parkeren.

Ongeveer halfweg door haar levensloop van 15 jaar heeft het overheidsvehikel nog maar een derde verkocht van de 51 miljard euro aan niet-betaalde leningen en onroerend goed, die het goedkoop van probleembanken overnam. Investeerders hebben de koopjes er al uit geplukt. Nu zit Sareb nog met voornamelijk onaantrekkelijke activa.

De bad bank zit met een structureel probleem: Het is niet eens dat er geen kopers zijn voor het overtollige vastgoed. Investeerders vinden het moeilijk om onroerend goed te kopen van Sareb door zijn oeverloos ingewikkelde structuur en de botsende belangenconflicten van de aandeelhouders.

Bijkomend probleem: De Spaanse vastgoedmarkt verliest momentum na een half decennium groei.

Die twee zaken maken het zeer twijfelachtig dat Sareb zijn bestaansreden zal kunnen vervullen: Tegen 2027 de 50 miljard euro terugbetalen die de staat en de risicobanken erin gepompt hebben.

Meer