Direct naar artikelinhoud
Klimaatzaak

Nederland zet licht op groen voor internationale klimaatrechtspraak: ‘Hoop voor burgers die moedeloos worden door het gebrek aan politieke klimaatambitie’

Marjan Minnesma, voorzitter van Urgenda (m.), viert samen met medestanders de uitspraak van het hoogste Nederlandse rechtscollege.Beeld EPA

Een rechter mag een overheid dwingen om klimaatactie te ondernemen. Dat oordeelt het hoogste Nederlandse rechtscollege in de klimaatzaak van ngo Urgenda. ‘Een wereldprimeur en een grote opsteker voor de Belgische en andere klimaatzaken’, zegt advocaat Roger Cox.

Na zes jaar procederen wint de Nederlandse milieuorganisatie Urgenda haar unieke ‘klimaatzaak’ tegen de staat nu ook in de laatste etappe. Urgenda wreef de Nederlandse overheid schuldig verzuim aan omdat die het Klimaatakkoord van Parijs, dat ze wel tekende, niet naleeft en zo haar bevolking “onvoldoende beschermt tegen de opwarming van de aarde”. Zo schendt ze artikels 2 en 8 van het Europees Verdrag van de Mensenrechten.

In eerste aanleg in 2015 kreeg Urgenda al gelijk. De Hoge Raad der Nederlanden, het hoogste rechtscollege, bevestigt dat nu. De staat is daarmee definitief in het ongelijk gesteld. Hij moet voldoen aan de eis van Urgenda om wel afdoende uitstootreductie te realiseren. Concreet: de broeikasgasuitstoot moet tegen eind 2020 met minimaal een kwart naar beneden in vergelijking met 1990.

Onder druk van het vonnis in 2015 was Nederland al gestart met extra maatregelen. Maar de staat ging wel nog in beroep omdat hij vond dat de rechters te veel op de stoel van de politiek waren gaan zitten door de regering voor te schrijven meer aan milieubeleid te doen.

Die argumentatie veegt nu ook Hoge Raad van tafel. “Hij redeneert dat de politiek uiteraard vrij is om haar eigen afwegingen te maken, maar niet vrij is om daarbij het recht te overtreden”, zegt Roger Cox, de advocaat van Urgenda. “En door de klimaatdoelen uit het akkoord van Parijs niet na te leven, overtreedt de staat de mensenrechten en brengt hij de burgers in gevaar. Dan kan justitie wel ingrijpen.”

Internationale invloed

Er kwam meteen een Engelse versie van de uitspraak. Handig voor de vele internationale media aanwezig, maar ook tekenend voor de internationale reikwijdte van het vonnis. Sinds de historische uitspraak uit 2015 zijn van Pakistan tot Nieuw-Zeeland gelijkaardige zaken gestart.

De finale uitspraak bij de noorderburen is niet strikt bindend voor buitenlandse rechtbanken. Maar omdat de principes waarop ze is gestoeld universeel zijn, zal ze als inspiratiebron een grote invloed hebben op collega’s in andere landen.

Ook bij ons. Eind 2014 lanceerden enkele bv’s de Klimaatzaak, die nu bijna 60.000 medestanders heeft en van de vier overheden eist ‘Parijs’ wel na te leven door tegen 2025 tussen 42 en 48 procent minder broeikasgassen uit te stoten, tegen 2030 tussen 55 en 65 minder, en nul in 2050. Eind volgend jaar wordt de uitspraak in eerste aanleg verwacht.

De triomf van Urgenda is nog geen garantie voor het Belgische broertje. “Hoe rechters oordelen in deze nieuwe soort rechtspraak is niet te voorspellen”, zegt coördinator Sarah Tak. “Wel is het een hele grote opsteker. Beide zaken tonen namelijk grote gelijkenissen en ook het Belgische en Nederlandse rechtssysteem lijken erg op elkaar.”

Een opvallend verschil is dat de Klimaatzaak een dwangsom van één miljoen per maand eist wanneer het vonnis niet wordt nageleefd. Urgenda nam geen dwangsom op in haar eis. “De ervaring leert dat onze overheden zelfs vonnissen niet altijd naleven”, zegt Tak. “Al hopen we dat die stok achter de deur niet nodig is.”

Los daarvan lopen beide zaken inderdaad erg gelijk.

De Klimaatzaak stoelt op dezelfde twee pijlers als de zaak-Urgenda, namelijk het aansprakelijkheidsprincipe en de schending van artikels 2 en 8 in het EVRM. Op basis van die eerste pijler won Urgenda in eerste aanleg, op basis van de tweede in hoger beroep.

Ondergrens

“Cruciaal is ook dat het cassatie-arrest klaarheid schept over de scheiding der machten”, zegt Tak. “De Hoge Raad bevestigt definitief dat rechters wel degelijk bevoegd zijn om te oordelen over de rechtmatigheid van klimaatambities wanneer een gevaargrens wetenschappelijk vastgelegd en politiek gevalideerd werd.”

Carole Billiet, een van de advocaten van de Klimaatzaak, stelt dat het vonnis van de Hoge Raad een bepaalde precedentwaarde heeft voor de Belgische zaak. “Wat mij enorm opvalt, is dat een aantal punten die de Hoge Raad opneemt in zijn mondelinge samenvatting, bijna woordelijk overeenkomen met scharnierpunten in onze redeneringen”, zegt ze.

Zo stelt de Hoge Raad dat een klein land zijn geen argument is waarachter je kunt verschuilen om nalatigheid te verdoezelen omdat je een individuele verantwoordelijkheid tegenover je bevolking hebt. “Nog een punt dat deze raad net zoals wij benadrukt, is dat de kennis over wat nodig is om gevaarlijke opwarming te vermijden al sinds 2007 bekend was”, zegt Billiet. “Net als wij stelt de Hoge Raad eveneens dat afdoende klimaatactie uitstellen omdat dat te duur zou zijn geen solide argument is omdat uitstel de nodige maatregelen alleen maar duurder maakt.”

Cox, die adviseur is in de Belgische klimaatzaak, zegt dat hij “zich niet kan voorstellen” dat de rechters in de Belgische klimaatzaak naast het Nederlandse vonnis kijken. “Dit is de hoogste rechter die in een erg gelijkaardige zaak de vorige vonnissen volledig bekrachtigt en ook oordeelt dat dit geen politieke bemoeienis is”, zegt hij. “De Belgische collega’s zullen dat hoogst interessant vinden.”

Naast de juridische triomf voor klimaatactivisten ziet Tak in de uitspraak ook een opsteker “voor burgers die moedeloos worden door het gebrek aan politieke klimaatambitie. Via rechtspraak kan het dus wel en dat geeft hoop”, zegt ze.