Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Steinerscholen mogen van Vlaanderen eigen eindtermen niet gebruiken: ‘Dit schaadt de grondwettelijke vrijheid van onderwijs’

Steinerscholen mogen van Vlaanderen eigen eindtermen niet gebruiken: ‘Dit schaadt de grondwettelijke vrijheid van onderwijs’
Beeld belga

Sinds 1 september van dit jaar gelden nieuwe eindtermen voor de eerste graad secundair onderwijs. Twee steinerscholen hadden de Vlaamse overheid gevraagd om die minimumnorm niet te moeten gebruiken. Die heeft dat geweigerd. ‘Dit schaadt de grondwettelijke vrijheid van onderwijs.’

Twee secundaire steinerscholen mogen hun eigen eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs niet gebruiken. Eindtermen zijn de minimumdoelen waarvan de Vlaamse overheid beslist dat leerlingen ze moeten halen. Hoe scholen die inhouden in de les behandelen, bepalen ze zelf. De facto gebeurt dat vaak door de koepels die leerplannen opstellen om scholen daarbij te helpen.

Het steineronderwijs is altijd erg kritisch geweest voor die aanpak. Volgens de scholen zijn de minimumdoelen van de overheid te gedetailleerd en te omvangrijk om hun eigen pedagogische project na te kunnen streven. De eindtermen zijn een politiek gevoelig dossier: ze staan bij uitstek symbool voor de discussie tussen koepels en staat over wie beslist wat op het schoolbord komt.

Twee secundaire steinerscholen vroegen vlak voor het begin van het schooljaar een uitzondering op die overheidsnorm. Het is niet de eerste keer dat het steineronderwijs dat doet: het vroeg al twaalf keer zo’n uitzondering aan en kreeg die ook telkens. De eerste keer dat het dat deed, in 1997, leidde de zaak uiteindelijk naar het Arbitragehof, het huidige Grondwettelijk Hof. Omdat de eindtermen onlangs opnieuw werden opgesteld voor de eerste graad, moest die uitzondering opnieuw worden aangevraagd in een zogenaamd gelijkwaardigheidsdossier.

De Vlaamse overheid besloot nu om het steineronderwijs geen uitzondering te gunnen. Ze deed dat na advies van de onderwijsinspectie en een commissie van deskundigen. “Daardoor komt ons pedagogische project onder grote druk te staan”, zegt Werner Govaerts, coördinerend directeur van de secundaire steinerscholen in kwestie. Hij vraagt minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) om een gesprek om een oplossing te zoeken. “Wij vrezen dat door deze beslissing de grondwettelijke vrijheid van onderwijs is geschaad.”

Het steineronderwijs heeft nu twee opties: ofwel bindt het in, en volgt het de overheidsnorm, ofwel gaat het in beroep tegen deze beslissing wat dan mogelijk weer naar het Grondwettelijk Hof leidt. Het beraadt zich over een mogelijke beslissing en wacht eerst de argumentatie van de twee commissies af.