Direct naar artikelinhoud
Analyse

Wat het jaar van de comeback moest worden – van Vincent Kompany en van Anderlecht – werd het jaar van de complete afgang

Vincent Kompany kijkt beteuterd in het shirt van Anderlecht.Beeld BELGA

Exact twee jaar geleden nam Marc Coucke Anderlecht over. Hij deed dat met de simpele melding: ‘Alles moet anders en beter'. Alles werd anders, maar niet beter. 2019 is het slechtste jaar in een halve eeuw.

De echte overdracht aan Marc Coucke was voorzien voor 1 maart 2018, en luidde meteen ook het grootste belangenconflict in dat het Belgisch voetbal ooit heeft gezien. Een voorzitter van een lage middenmoter die een topclub in dezelfde reeks opkoopt, kort nadat ze tegen elkaar hebben gespeeld, en die via ingewikkelde financiële constructies een belang houdt bij die eerste club. Het was du jamais vu.

Een zelfverklaarde Club-supporter die in Brugge geen rol van betekenis kon spelen en dan maar zijn oude liefde KV Oostende kocht om er een voetbalfeestpaleis van te maken, waarna hij de Belgische marktleider en de erfvijand van Club Brugge kocht. De wereld stond op zijn kop. Dat kon niet goed gaan en het ging ook niet goed. Maar dat het zó slecht zou gaan, had niemand durven te voorspellen.

Binnen de hekken van het oefencentrum van Neerpede was de verbijstering zo mogelijk nog groter dan daarbuiten. De ongerustheid was niet min. Men verwachtte veel personeelswissels en dat bleek een behoorlijke onderschatting. Twee jaar later is niets nog zoals het was. Alleen perswoordvoerder David Steegen, eerder uitgerangeerd, zit min of meer terug op de plek waar hij onder het ancien régime van Roger Vanden Stock en Herman Van Holsbeeck de lakens uitdeelde.

De nieuwe CEO zou Michael Verschueren gaan heten, zo stond het in de sterren geschreven. Even later vertrok Herman Van Holsbeeck als sportief manager. Nog later dat jaar moest ook trainer Hein Vanhaezebrouck veld ruimen.

Al heel snel – via insiders die ‘de pillenpaljas’ (sic) niet graag zagen komen – verschenen cijfers in de krant die lieten verstaan dat de restauratie van de bouwval Villa des Mauves een dure affaire zou worden. De club draaide structureel verlies, door onwaarschijnlijk grote operationele kosten, torenhoge lonen (46 miljoen euro), gigantische fees voor makelaars (22 miljoen euro) en verwaarloosde commerciële inkomsten.

Uitgeleefd

Het is niet de schuld van Coucke dat RSCA is uitgeleefd door de vorige bewoners. Het is wel zijn schuld dat zijn keuzes nadien vaak desastreus uitdraaiden. De aanstelling van zijn persoonlijke lijfarts als clubarts, van wie iedereen in de kleedkamer vermoedde dat hij zijn spion was, is maar een van de vele voorbeelden. Erger nog: sinds de overname zijn vijf transferperiodes de mist in gegaan. Resultaat: het laatste verliescijfer bedroeg 27 miljoen euro, en dat met een kapitaalsverhoging van 30 miljoen. De spelersgroep werd jonger maar niet bepaald beter en zeker niet gericht op presteren.

De ene slechte beslissing volgde op de andere. Pär Zetterberg naast Hein Vanhaezebrouck op de bank zetten: dom. Hein Vanhaezebrouck ontslaan: erg dom. Frank Arnesen halen, die ook alweer weg is: superdom.

Het duurde geen jaar of het personeel van RSCA was Coucke beu en dat is twee jaar na datum alleen maar erger geworden. “Een club vraagt stabiliteit en onze voorzitter-eigenaar is labiel. Dat werkt niet.”

Wat het jaar van de comeback moest worden, werd het jaar van de complete afgang.Beeld Jacques Moeraert

Er kwam begin dit jaar een nieuwe wijze en hij kwam uit het oosten, Fred Rutten was zijn naam. Aardige man, maar kon hij er wat van? Rutten verloor zijn eerste wedstrijd, tegen AA Gent, met 1-0. Anderlecht leek even veroordeeld te worden tot Play-off 2, maar na een knappe 14 op 18 haalde het uiteindelijk toch de eerste zes.

Play-off 1 verliep echter dramatisch voor Anderlecht: op de eerste drie speeldagen werd drie keer verloren en de vierde wedstrijd, uit bij Standard Luik, werd zelfs na een halfuur bij een 2-0 achterstand afgefloten na supportersprotesten van de paars-witte aanhang. Op 16 april 2019 maakten Anderlecht en Rutten bekend de samenwerking per direct stop te zetten, nadat Rutten had aangegeven in de zomer de club sowieso te verlaten.

Geschenk

Anderlecht zou als zesde eindigen in Play-off 1, maar net als het verlies op de laatste speeldag tegen AA Gent woog die bagatel niet op tegen het geschenk dat uit de hemel was neergedaald: Vincent Kompany zou terugkeren naar Anderlecht, als speler-manager. De prins die het paars-witte puin zou ruimen, werd op 25 juni voorgesteld.

Voorstanders van Coucke – die zijn er nog – en tegenstanders van Coucke binnen het instituut RSCA zaten heel even op dezelfde lijn: “Wij zijn ineens weer allemaal believers. Vincent zal ons redden, wie weet zelfs van Coucke.”

Vincent Kompany, van wie wordt vermoed dat hij deels is betaald in aandelen van de club, sprak wervende taal. “Kampioen spelen mét mooi voetbal. Dat is Anderlecht.” Hij wilde Pep Guardiola en Manchester City achterna. Hij zou dat moeilijke spel even in elkaar steken en hoogstpersoonlijk aansturen.

De sceptische stemmen haalden het niet van de hype van de believers. Het duurde geen drie maanden of de sceptici verkneukelden zich in hun grote gelijk. Wat het jaar van de comeback moest worden – van Vincent Kompany en van Anderlecht – werd het jaar van de complete afgang. Met Kompany op het veld – hij raakte drie keer min of meer langdurig geblesseerd – heeft Anderlecht nog geen enkele wedstrijd gewonnen.

Enter Frank Vercauteren in oktober van dit jaar. De kleine prins van het Astridpark moest de grote prins komen bijstaan. Het ging niet bepaald van kwaad naar erger, maar beter werd het evenmin. De laatste paars-witte signalen wijzen erop dat Guardiola en Man City het Grote Voorbeeld blijven, maar ook dat ze voortaan hinken op twee gedachten: de schoonheid van het spel, de driehoekjes, de verzorgde opbouw, het tikitaka – uiteindelijk willen ze daar ooit bij uitkomen, maar op korte termijn is winnen is het enige wat telt in voetbal, en dat doel heiligt af en toe de middelen.

Vincent Kompany is de buffer tussen de fans en Coucke en de enige die de revolte van de tribunes kan tegenhouden.Beeld BELGA

Ferme knauw

Met nog elf speeldagen te gaan, bedraagt de achterstand op de zesde plaats acht punten. Dat hoeft niet onoverkomelijk te zijn, maar tussen de zesde (Zulte-Waregem) en Anderlecht (tiende) staan nog drie ploegen die graag Play-off 1 zouden spelen. Nummer vijf Charleroi staat inmiddels twaalf punten los – met een wedstrijd minder gespeeld. En dan was er ook nog de keiharde bekeruitschakeling tegen Club Brugge, op 19 december.

Het Project Kompany heeft een ferme knauw gekregen. Er zit geen stabiliteit in het elftal en vooral geen intelligentie. Na het eerste kwart in de reguliere competitie zijn adjectieven bij het Anderlecht-voetbal als charmant en ontwapenend vervangen door inefficiënt en naïef. Gelukkig is het krediet van Kompany schier eindeloos. Anderlecht is zíjn weg ingeslagen en kan niet terug. Vincent Kompany is de buffer tussen de fans en Coucke en de enige die de revolte van de tribunes kan tegenhouden.

De laatste gaffel is een open brief aan al wie hem wilde maar vooral dúrfde te lezen: ‘Beste supporters, dit jaar zal het misschien niet lukken, maar daarna willen we weer meedoen.’ Hoe dat moet, is een raadsel. Anderlecht heeft op de payroll ongeveer twintig voetballers op overschot. Die moeten eerst weg, voor er weer kan worden geïnvesteerd.

Anderlecht en Coucke kunnen wel veel willen en vooral veel willen betalen, ze krijgen te maken met een instrument dat destijds in de zomer van 2017 door de Profliga is ingevoerd om eigenaars met hele diepe zakken te beletten gekke investeringen te doen. Dat heet de Financial Fair Play en was bedoeld om clubs te verplichten de tering naar de nering te zetten en de Coucke van KV Oostende een halt toe te roepen. De initiatiefnemers van toen – Genk, Gent en Club Brugge – zullen nooit hebben vermoed dat ze die stok achter de deur ooit zouden moeten gebruiken tegen de Coucke van Anderlecht.