Aanval op Syrische provincie Idlib duurt voort, 120.000 inwoners zouden op de vlucht zijn richting Turkije
Het offensief dat het Syrische regeringsleger, gesteund door Rusland, uitvoert in de noordwestelijke provincie Idlib jaagt steeds meer inwoners naar de grens met Turkije. Volgens een in Turkije gevestigde hulporganisatie zijn de voorbije dagen 120.000 Syriërs voor het geweld gevlucht in de richting van de grens. Dat zijn er een pak meer dan de 80.000 vluchtelingen waar de Turkse president Recep Tayyip Erdogan gisteren nog voor waarschuwde. Turkije heeft Rusland intussen opgeroepen tot een nieuw staakt-het-vuren in Idlib.
Het regeringsleger van de Syrische president Bashar al-Assad is opgerukt naar Maaret al-Numan, een stad langs de snelweg die de Syrische hoofdstad Damascus verbindt met Aleppo in het noorden.
De snelweg is sinds 2012 afgesloten door de rebellen die Idlib in handen hebben. De troepen van Assad zouden de snelweg opnieuw in gebruik willen nemen.
(lees door onder de foto)
In de buurt van Maaret al-Numan zou het Syrische regeringsleger, dat gesteund wordt door Rusland, de voorbije dagen zo'n 35 dorpen en gehuchten hebben ingenomen.
Laatste rebellenbolwerk
Idlib, de noordwestelijke provincie die grenst aan Turkije, is de laatste Syrische provincie die nog in handen is van tegenstanders van Assad. Het is ook de plek waar de Syrische president de voorbije jaren al zijn verslagen tegenstanders naartoe heeft gestuurd.
(Lees voort onder de kaart)
Idlib wordt gedomineerd door rebellen die banden hebben met terreurorganisatie Al Qaeda, maar er wonen ook 3 miljoen burgers. Zij worden sinds het einde van de zomer opnieuw belaagd door luchtaanvallen, en sinds vorige week ook door een grondoffensief.
De voorbije maand zijn volgens de Verenigde Naties 60.000 mensen uit hun huizen verdreven. In totaal zou het zelfs gaan om de helft van het aantal inwoners van Idlib.
Volgens de in Turkije gevestigde hulporganisatie Humanitarian Relief Foundation (IHH) zijn de voorbije dagen 120.000 Syriërs op de vlucht geslagen in de richting van de Turkse grens.
Dat zijn er nog een pak meer dan de 80.000 waar de Turkse president Erdogan gisteren voor waarschuwde.
(Lees voort onder de foto)
Maar volgens hulporganisaties en activisten zitten ook nog honderden gezinnen vast in de belaagde stad Maaret al-Numan. Zij zouden niet durven te vluchten omdat burgerkonvooien worden beschoten door Syrische en Russische gevechtsvliegtuigen. Syrië en Rusland ontkennen dat, en zeggen dat ze alleen gemunt hebben op rebellen en terroristen.
De Verenigde Naties vragen dat er een einde komt aan de vijandelijkheden en roepen alle partijen op "om bescherming van burgers te garanderen en om toegang te geven voor alle humanitaire partijen om levensreddende hulp te bieden aan al wie in nood verkeert."
Turkije roept Rusland op tot staakt-het-vuren
Turkije heeft Rusland intussen opgeroepen tot een nieuw staakt-het-vuren in Idlib. Dat heeft een woordvoerder van de Turkse regering bekendgemaakt.
Een Turkse delegatie reisde gisteren naar de Russische hoofdstad Moskou om het te hebben over de toestand in Syrië (en ook Libië). Turkije heeft Rusland gevraagd om "onmiddellijk" een einde te maken aan de aanvallen in de provincie Idlib.
Bekijk hier het verslag van "Het Journaal":
