Direct naar artikelinhoud
Politiek

Vijf stemmen in plaats van één? Dat is een slecht plan, Koen Geens

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V).Beeld Photo News

De politieke crisis begint te wegen. Zelfs op de kalmsten onder ons. Zo stelt Koen Geens (CD&V) voor om iedereen vijf stemmen te geven, in plaats van één. Slecht plan.

Er circuleren al verschillende ideeën om de politieke impasse in België te doorbreken. Zo gaat de federale kieskring al een tijdje mee: die zou de kopstukken ertoe aanzetten om ook rekening te houden met de kiezers aan de andere kant van de taalgrens. Een recenter denkspoor bestaat erin om – bij het uitblijven van een regering – na x-aantal maanden nieuwe verkiezingen te organiseren. Zo doen ze het in Spanje.

Maar de formatiecrisis is nu van dien aard dat ook voorstellen die zich – zoals dat heet – out of the box bevinden, opduiken. Zo deed de doorgaans bezadigde Koen Geens, CD&V-minister van Justitie, dinsdag in Het Laatste Nieuws een erg gewaagde suggestie. Een “boze stem” geeft te veel macht aan de extremen, vindt hij. En die verlammen de regeringsvorming. “Mij frustreert het dat elke kiezer maar één stem kan uitbrengen, voor één partij”, aldus Geens. “Je ziet dat mensen bij samenvallende verkiezingen voor België, Vlaanderen en Europa panacheren, zoals dat heet. Dat zou ook mogelijk moeten zijn als het alleen om federale verkiezingen gaat: dat je bijvoorbeeld twee stemmen kunt geven aan Groen, omdat je het klimaat belangrijk vindt, twee aan N-VA, omdat je een streng migratiebeleid wilt, en één aan CD&V, omdat wij rust en stabiliteit brengen. Kortom, geef die kiezer vijf stemmen die hij vrij kan spreiden over de partijen. Zo breng je de nuance terug die nu verloren is gegaan. Nu is die ene stem vaak een intuïtieve, emotionele opwelling van het moment.”

Te vrezen valt dat de suggestie van de minister ook een emotionele opwelling was, want bij nader toezien valt zijn voorstel in duigen. Op vrtnws.be liet politiek wetenschapper Steven Van Hecke weten dat het wel eens averechts kan uitpakken. Wat als gematigde CD&V-kiezers toch één stem aan Vlaams Belang zouden geven, maar VB-kiezers alle stemmen aan Vlaams Belang? Dan krijgen de extremen nóg meer macht.

Te vrezen valt dat de suggestie van de minister een emotionele opwelling was, want bij nader toezien valt zijn voorstel in duigen

Onmogelijke democratie

Voor alle duidelijkheid: Geens pleit niet voor een terugkeer naar de negentiende eeuw, toen je meer stemmen kreeg naarmate je meer geld had. België vierde dit jaar een eeuw enkelvoudig stemrecht – voor mannen toch: sinds 1919 geldt one man, one vote. Sinds 1948, met de invoering van het vrouwenstemrecht, is dat one man (m/v/x), one vote. Aan die gelijkheid wil de minister niets veranderen: iedere Belg blijft gelijk in het stemhokje.

Ook daaraan willen sommigen weleens tornen. Vroeger wilde het Vlaams Blok ouders van kroostrijke gezinnen meer stemmen geven dan alleenstaanden, wat een aanfluiting van het gelijkheidsbeginsel is. Net zoals het plan – dat in tijden van brexit en klimaatverandering circuleert – om de stem van jongeren zwaarder te laten doorwegen dan die van ouderen. Omdat jongeren nu eenmaal de toekomst zijn, en ouderen binnenkort dood. Ondemocratisch en ongehoord, dat spreekt vanzelf.

Sinds 1919 geldt in België one man, one vote. Sinds 1948, met de invoering van het vrouwenstemrecht, is dat one man (m/v/x), one vote

Ook het plan van Geens zal het jaareinde niet halen, want hij ziet iets over het hoofd: het perfecte kiessysteem bestaat niet. Het is niet door te morrelen aan dat systeem dat je een politieke crisis kunt oplossen. Een nieuw kiessysteem levert nieuwe nadelen op. Ik heb daar in mijn boek Hoera! De democratie is niet perfect een hoofdstuk aan gewijd, onder de titel: De democratie is onmogelijk. Lees: het is onmogelijk om een systeem te bedenken dat al onze individuele voorkeuren op een ondubbelzinnige manier vertaalt. De uitslag van de verkiezing hangt af van het systeem. En er valt op élk systeem iets aan te merken. Op het meerderheidsstelsel van de VS en het VK. Op het proportionele stelsel, dat Europa kent. En op de combinatie van de twee, die ook voorkomt.

Schaar, steen, papier

Even terug in de geschiedenis. Na de Tweede Wereldoorlog werd in de VS de RAND Corporation gesticht, een denktank met als missie: de Amerikaanse Defensie van strategische informatie voorzien, in het licht van de Koude Oorlog. Behalve Albert Einstein was ook de Amerikaanse wiskundige Kenneth Arrow verbonden aan RAND. Die heeft in 1951 een stelling ontwikkeld die het denken over democratie diepgaand heeft beïnvloed – de onmogelijkheidsstelling. In 1972 kreeg hij daarvoor de Nobelprijs.

De onmogelijkheidsstelling van Arrow bewijst, zoals de naam verraadt, dat iets onmogelijk is. Dat iets is niets minder dan de democratie. Simpel gezegd toonde Arrow aan dat er een paradox ontstaat zodra in een democratie drie of meer keuzes voorliggen. De kans bestaat immers dat de keuzes niet transitief zijn. Iedereen kent het concept ‘transitiviteit’ uit de wiskundeles: als u rijker bent dan uw buurman, en uw buurman is rijker dan uw bakker, dan bent u rijker dan uw bakker. Intuïtief gaan de meesten onder ons ervan uit dat die transitiviteit ook in de democratie geldt. Als de bevolking Geens verkiest boven Coens, en Coens boven Beke, dan zal zij Geens ook boven Beke verkiezen.

Kiezers brengen hun stem uit op 26 mei 2019.Beeld Photo News

Zou je denken. Maar dat klopt dus niet. Bij de keuze uit drie alternatieven is het perfect mogelijk dat er een cirkel ontstaat: de kiezer kan Geens prefereren boven Coens, Coens boven Beke, maar Beke boven Geens. Schaar, steen, papier, zeg maar. Als dat gebeurt in het stemhokje, kan niemand een zinnig antwoord geven op de vraag wat de kiezer nu eigenlijk wil. De stelling van Arrow zette de democratie schaakmat.

Dat het geen theoretische discussie is, bewees de brexit. Eind 2018 bleek dat de paradox van Arrow daar speelde, bij de keuze tussen de May Deal (a), de No Deal (b) of de No Brexit (c). Het Lagerhuis verkoos (a) boven (b) boven (c) boven (a). Op de vraag wat die Britten wilden, was – op dat moment – geen antwoord mogelijk.

De vondst van Arrow was een bom in intellectuele kringen. In het licht van de Koude Oorlog, waarbij het vrije Westen met z’n individualisme het moest opnemen tegen het collectivisme van de Sovjet-Unie, leek zijn onmogelijkheidsstelling slecht nieuws te zijn. Op de democratie met gelijke individuele kiezers rustte blijkbaar weinig heil.

De begraven kandidaat

Die cirkel van Arrow (a boven b boven c boven a) komt niet altijd voor, maar slechts in 1 op de 200 gevallen, wat veel is, gelet op de regelmaat waarmee mensen gaan stemmen. De stelling was overigens al bekend bij Markies de Condorcet, een achtiende-eeuwse verlichtingsdenker – alleen had hij ze niet helder genoeg aan de man gebracht.

Er is de voorbije eeuwen driftig nagedacht over alternatieve kiessystemen. Maar elk systeem blijkt tekortkomingen te hebben. Neem nu de zogenaamde Borda-stemming, die werd bedacht door de Franse wiskundige Jean-Charles de Borda in 1770. Zijn systeem, dat al werd gebruikt door de Romeinse Senaat in de tweede eeuw van onze jaartelling, is eenvoudig: je kiest niet voor je favoriete kandidaat, maar rangschikt alle kandidaten volgens je eigen voorkeur – je favoriet op 1, de kandidaat die je zeker niet wenst te verkiezen zet je op de laatste plaats. Dat heet range voting en lijkt een eerlijke methode, maar het is snel duidelijk wat er fout kan gaan. Je kunt je favoriete kandidaat een dienst bewijzen door diens grootste concurrenten helemaal onderaan te zetten, zelfs al vind je hen misschien veel beter dan de rest. Als er tien kandidaten zijn, en de strijd lijkt te gaan tussen Geens en Coens, en je verkiest Geens, dan kun je Coens onderaan in de lijst ‘begraven’, zelfs als je hem de op een na beste kandidaat vindt. Niet erg logisch.

Er is de voorbije eeuwen driftig nagedacht over alternatieve kiessystemen. Maar elk systeem blijkt tekortkomingen te hebben

De Verenigde Naties gebruiken weer een ander systeem, om een nieuwe secretaris-generaal te kiezen: approval voting, waarbij je op een lijst alle kandidaten aanduidt met wie je wel zou kunnen leven. Volgens de wiskundige William Poundstone, die hierover het boek Gaming the Vote schreef, was dat op een bepaald moment een nieuw houvast. Het vermijdt een aantal problemen die andere systemen wel hebben. De paradox van Arrow kan zich niet voordoen. En het is toepasbaar in vele contexten, bijvoorbeeld als je met een vriendenclub een restaurant wil uitkiezen: iedereen geeft aan wat voor hem of haar een aanvaardbaar restaurant is, en de plek met de meeste stemmen wint. Approval voting komt op hetzelfde neer als negatief stemmen: daarbij geef je aan wat je zeker níét wil – de kandidaat of het restaurant die je bij approval voting niet aanduidt, namelijk.

De fatale fout

Approval voting lijkt een beetje op het systeem waaraan Koen Geens in zijn emotionele opwelling zat te denken. Waarom voeren wij dat niet in? In plaats van één partij te kiezen, maken we het bolletje rood van alle partijen die we in een regering zouden aanvaarden. Het zou wat frustratie kunnen wegnemen, want velen twijfelen tot de laatste seconde tussen twee of meer alternatieven. Die twijfel blijft ons bij approval voting bespaard.

Een verkiezingslokaal in Dave, Namen, op zondag 26 mei.Beeld BELGA

En toch is ook in dat goedkeuringssysteem een fatale fout ontdekt. Poundstone geeft dit voorbeeld: beeld u in dat 10.000 mensen moeten kiezen tussen drie kandidaten – de superieure Geens, die de favoriet is van 9.999 kiezers. De middelmatige Coens, voor wie niemand warm loopt. En de afschuwelijke Beke, die maar van 1 kiezer de favoriet is. In ons huidige systeem, one man one vote, wordt Geens direct verkozen. Bij approval voting bestaat het risico dat zowel de 9.999 kiezers van Geens als die ene kiezer van Beke ook Coens aanduiden – vanuit het idee: ach, hij voldoet. En dan zou Coens, de middelmatige kandidaat, dus met 10.000 stemmen unaniem op het schild gehesen worden. Raar. Een oplossing zou erin bestaan om je eerste keuze een groter gewicht te geven dan je tweede en derde, maar dan kom je weer terecht in het andere systeem, bij range voting, waar het begrafenisprobleem opdook.

En zo kunnen we doorgaan. Geen kiessysteem is perfect. Poundstone ziet er de humor van in: “De belangrijke beslissingen in onze vrije samenleving vloeien voort uit de gezamenlijke vorm van oplichterij die wij stemmen noemen.”

Moge het een troost zijn voor Koen Geens. Maar ook een waarschuwing. De kans bestaat dat rare ideeën de crisis veeleer vergroten dan verkleinen. Bovendien is het ongepast dat een politicus het kiessysteem wil aanpassen omdat de uitslag hem niet bevalt.

Lees ook

Geselecteerd door de redactie