President Trump waarschuwt Rusland, Iran en Syrië over "bloedbad" in rebellengebied Idlib: "Doe het niet!"
De Amerikaanse president Donald Trump roept Rusland, Iran en het Syrische regime op om een einde te maken aan het geweld in de provincie Idlib. In die provincie, de laatste die onder controle is van tegenstanders van het regime van Bashar al-Assad, is het regeringsleger een offensief gestart, met steun van bondgenoten Rusland en Iran.
"Rusland, Syrië en Iran doden, of staan op het punt om duizenden onschuldige burgers te doden in de provincie Idlib. Doe het niet!", tweette Trump vandaag. Hij voegde eraan toe dat "Turkije hard werkt om een einde te maken aan dit bloedbad".
Gesteund door de Russische luchtmacht hebben de troepen van de Syrische president Bashar al-Assad sinds 16 december hun bombardementen in de regio opgedreven. Ondanks een in augustus afgekondigd bestand, woeden er ook hevige gevechten op de grond met jihadisten en rebellen.
Idlib, de noordwestelijke provincie die grenst aan Turkije, is de laatste Syrische provincie die nog in handen is van tegenstanders van Assad. Het is ook de plek waar de Syrische president de voorbije jaren al zijn verslagen tegenstanders naartoe heeft gestuurd.
Idlib wordt gedomineerd door rebellen die banden hebben met terreurorganisatie Al Qaeda, maar er wonen ook 3 miljoen burgers. Zij worden sinds het einde van de zomer opnieuw belaagd door luchtaanvallen, en sinds vorige week ook door een grondoffensief.
Lees voort onder het kaartje.
Deze opflakkering van het geweld heeft al aan zeker 80 burgers het leven gekost. Meer dan 100.000 mensen zijn op de vlucht geslagen. Een Syrische hulporganisatie spreekt zelfs over 200.000 mensen. Buurland Turkije ziet die bijkomende vluchtelingen niet graag komen. President Erdogan waarschuwde Europa al dat zijn land "de last niet alleen zal dragen".
De Turken hebben Rusland ook gevraagd om "onmiddellijk" een einde te maken aan de aanvallen in de provincie Idlib, maar voorlopig duurt het geweld voort.