Direct naar artikelinhoud
Insecten

Insecten leggen massaal het loodje. En nu is de klimaatverandering eens niet de grootste verdachte

Een dode bij op het asfalt. De verstedelijking is een van de redenen waarom de insectenpopulaties de dieperik in gaan.Beeld ANP

Een studie zette de dramatische afname van het aantal insecten op de kaart. En nu is de klimaatverandering eens niet de grootste verdachte.  

We kregen tijdens het fietsen al minder insecten in ons gezicht, maar een onderzoek van de Nederlandse Radboud Universiteit en het Entomologisch Genootschap in Krefeld moest ons helemaal wakker schudden. Een Duits-Nederlands onderzoeksteam toonde in 2017 aan dat in Duitse natuurgebieden de hoeveelheid insecten in ruim een kwarteeuw met driekwart was geslonken. Een ronduit dramatische afname.

“Het was een wake-upcall’”, zegt Marcel Dicke, hoogleraar entomologie aan de Wageningen Universiteit. “Deze studie zette de vermindering van het aantal insecten op de kaart.” Bijenexpert Koos Biesmeijer, hoogleraar natuurlijk kapitaal aan de Universiteit Leiden en wetenschappelijk directeur van Naturalis, het natuurhistorisch museum in die stad: “We wisten dat het met bepaalde insectengroepen slecht ging. Maar 75 procent minder biomassa, dat was echt schokkend.”

Eerder al hadden biologen alarm geslagen over slinkende aantallen vlinders, libellen en bijen. Nog nooit had een stel gedreven onderzoekers de insectenstand zo grondig en zo langdurig (27 jaar) op zoveel plaatsen gepeild. De eerste jaren vonden ze per dag 7 of 8 gram vliegende beestjes in hun insectenfuiken. De laatste jaren was dat nog maar een paar gram. Het ligt voor de hand dat de afname representatief is voor Nederland en andere landen in West-Europa, schreven de auteurs in Plos One.

Pesticiden

Ook andere studies in andere landen komen tot dezelfde alarmerende conclusie. Brits onderzoek naar insectenpopulaties leert dat een aantal nog vrij algemeen voorkomende nachtvlindersoorten een achteruitgang van meer dan 70 procent laten zien. Ook in België is er volgens natuurorganisatie Natuurpunt geen reden om te denken dat het beter gaat.

Over de oorzaak van de teloorgang zijn wetenschappers het snel eens: het is een combinatie van het opofferen van natuurgebied voor landbouw, stedenbouw en industrie, de intensiteit van de landbouw, stikstof, verdroging van de grond en het gebruik van kunstmest en pesticiden. 

Die conclusies gaan zeker op voor Vlaanderen. Het ruimtegebruik is versnipperd en groene, open ruimte staat bijgevolg sterk onder druk. Ook de landbouw blijft erg leunen op pesticidegebruik. Ook kleine dieren die de gewassen niet schaden hebben daaronder te lijden.

Ook de libellen doen het niet goed.Beeld EPA

Opvallende afwezige in het rijtje ‘belangrijkste verdachten’ is de klimaatverandering. De opwarming van de aarde wordt niet tot de ergste boosdoeners gerekend. In Frankrijk is het warmer en leven meer insectensoorten, zegt Biesmeijer. “Als het hier warmer wordt en wij doen ons best, dan zullen er vanuit het zuiden meer soorten naar ons land komen dan er verdwijnen.” Toch is dit niet alleen maar goed nieuws. “De soorten die oprukken zijn soorten die snel van klimaatverandering kunnen profiteren en dus soorten die je overal ziet. De soorten die verdwijnen, zijn de speciale soorten. De natuur wordt homogener, terwijl de natuur bestaat bij de gratie van diversiteit. Die geeft organismen kracht, weerstand en aanpassingsvermogen. Dat verlies je.”

Cruciale functies

Insecten zijn van essentieel belang voor de natuur en voor de mens. Ze vervullen cruciale functies: ze worden gegeten door vogels, reptielen en amfibieën, ze bestuiven landbouwgewassen en wilde planten, ze ruimen organisch materiaal op. 80 procent van alle wilde planten en 60 procent van alle vogels is afhankelijk van insecten. Uit een onderzoek in het regenwoud van Puerto Rico, gedaan over een periode van dertig jaar, kwam een afname van de hoeveelheid insecten naar voren die in dezelfde orde ligt als de Duitse studie. De onderzoekers registreerden tegelijkertijd een sterke achteruitgang van het aantal insectenetende vogels, hagedissen en kikkers.

Of het over de hele wereld even slecht gaat met de insecten, is moeilijk te zeggen. De meeste wetenschappelijke informatie is afkomstig van studies die zijn gedaan in West-Europa en Noord-Amerika. Hoe kleiner de beestjes, hoe lastiger het tellen. Vaststaat dat de gegevens die we wel hebben verontrustend zijn. Dicke: “We kijken naar de kanarie in de kolenmijn en zien dat dingen radicaal moeten veranderen.”