Direct naar artikelinhoud
Hongkong

Joshua Wong (23) is een held in Hongkong: ‘We zullen doorgaan tot we de oorlog gewonnen hebben’

Joshua Wong (23) is een held in Hongkong: ‘We zullen doorgaan tot we de oorlog gewonnen hebben’

Hij is amper 23 jaar, maar al meer dan vijf jaar is Joshua Wong de luis in de pels van de Chinese machthebbers in Hongkong. Hij heeft een studentenvakbond en een prodemocratische partij opgericht, en organiseert al sinds mei betogingen en massabijeenkomsten tegen de groeiende Chinese invloed in de voormalige Britse kroonkolonie. Een gesprek met de studentenleider die de nachtrust van China’s sterke man Xi Jinping danig verstoort.

Joshua Wong is vier uur te laat komen opdagen in het restaurant waar we hebben afgesproken. “Mijn excuses voor de vertraging!” Er zit hem duidelijk iets niet lekker, want zijn handen en zijn stem trillen. En de man die anders nooit aarzelt, weet niet wat hij moet bestellen. Ook excuses zijn niet de stijl van de jongeman, die in oktober zijn 23ste verjaardag heeft gevierd en wereldwijd het gezicht is geworden van de Paraplubeweging. Die beweging verzet zich tegen de groeiende invloed van China op de lokale politiek, en beschermt zich met paraplu’s tegen de pepperspray en het traangas van de oproerpolitie.

Sinds 2014 bewieroken de media hem als een geboren leider. Het is inderdaad wonderbaarlijk hoe hij zijn tijd efficiënt weet te benutten, hij lijkt wel een staatsman die even doeltreffend als een robot beslissingen neemt, en geen tijd verspilt aan oppervlakkige beleefdheden.

“Er is een groot probleem”, legt hij uit. “Ik moet weten of mijn vrienden deze dag zullen overleven.” De Polytechnische Universiteit, die door honderden jongeren wordt bezet, is hermetisch afgesloten door de oproerpolitie. Radicale demonstranten hebben de gebouwen omgevormd tot een onneembare burcht, overal zijn er barricaden en zelfs katapulten in stelling gebracht. Maar de politie heeft er expliciet mee gedreigd het vuur te openen als dat nodig zou zijn om de bezetters te verdrijven.

“Ik kan niet op de eerste rij bij jullie gaan staan tijdens de manifestaties, maar het buitenland zal niet aarzelen om sancties af te kondigen”, heeft Joshua Wong de avond tevoren gezegd tegen een menigte manifestanten op het Edinburghplein. “Blijf je verzetten! We doen het nu al meer dan een halfjaar, we zullen doorgaan tot we de oorlog hebben gewonnen!” Meer woorden heeft Wong niet nodig om zijn toehoorders wakker te schudden: ze juichen hem toe, applaudisseren en scanderen slogans.

Nu maakt hij zich echter grote zorgen. Drie demonstranten uit zijn directe omgeving hebben zich aangesloten bij de jongeren in de universiteit, zonder bij de risico’s stil te staan. Nu zitten ze vast en als ze worden opgepakt, zal de overheid ongetwijfeld een voorbeeld willen stellen en hen voor onbepaalde tijd in de gevangenis gooien. In het ergste geval zou de bestorming van de universiteit op een bloedbad kunnen uitdraaien.

In de nacht van zondag op maandag hebben de ordetroepen al een eerste keer geprobeerd om de universiteit te ontzetten. De manifestanten zijn erin geslaagd hen terug te dringen met een indrukwekkend spervuur van molotovcocktails, maar ze zijn afgesneden van de buitenwereld en hebben de keuze tussen slechts twee opties: ofwel geven ze zich over en riskeren ze tot tien jaar cel voor hun deelname aan de volksopstand, ofwel moeten ze proberen te ontsnappen uit de omsingelde gebouwen.

Terwijl we met Wong praten, moeten we voortdurend pauzeren omdat hij sms’jes verstuurt over zijn vrienden die in moeilijkheden verkeren. “Ook Ivan Lam, de voorzitter van onze partij Demosisto, zit daar vast”, zucht hij bijna wanhopig. Ivan is meer dan een collega: ze zijn al vrienden sinds de middelbare school. Bij de oprichting van hun partij Demosisto in april 2016 hebben ze de rollen verdeeld: Ivan zou de organisatie managen, en Joshua zou het politieke werk voor zijn rekening nemen, als secretaris-generaal van de partij. Dankzij hun radicale democratische programma droomden ze ervan de energie van de Paraplurevolutie van 2014, toen honderdduizenden demonstranten hervormingen en minder inmenging van China eisten, te kunnen omzetten in een politieke kracht.

Lam en Wong hebben elkaar leren kennen aan het United Christian College in Kowloon, een anglicaans lyceum. Dat was lang vóór Wong een icoon werd, de Teenager vs. Superpower, zoals de Netflix-documentaire uit 2017 heet. In 2010 had niemand zich kunnen voorstellen dat hij dat ooit zou worden. “Tien jaar geleden brachten journalisten die naar Hongkong kwamen, hun tijd door in de Club voor Buitenlandse Correspondenten, en ze deden niet meer dan artikels over de economische groei schrijven”, glimlacht Wong. Hij duikt in zijn herinneringen en vat weer moed.

De revolutie was niet voor morgen. Zelfs niet in het hoofd van de jonge scholier. Hij is in 1996 geboren in een familie van christelijke activisten, negen maanden vóór Groot-Brittannië op 1 juli 1997 de kroonkolonie zou teruggeven aan China. Hij werd Wong Chi-fung gedoopt. Chi-fung is zijn Chinese voornaam, zijn tweede voornaam, Joshua, is een verwijzing naar de Bijbelse opvolger van Mozes als leider van de Israëlieten. Hij groeide op als alle andere jongens en is zelfs een paar keer met zijn ouders op reis geweest naar het Chinese vasteland, iets waar vandaag geen sprake meer van kan zijn.

Zijn ouders gingen ernaartoe om te preken, onder meer in de provincie Sichuan, twee jaar na de aardbeving van 2008. “De toiletten waren er enorm smerig!” Het is de enige herinnering die hem te binnen schiet van die reis, de “herinnering van een kleine jongen”, herhaalt hij op sarcastische toon. Een beetje misprijzend, typisch voor de manier waarop een inwoner van Hongkong neerkijkt op het vasteland.

Rubberkogels

Joshua Wong weet dat hij westerlingen zal ontgoochelen, maar hij weigert de legende te voeden als zou hij voorbestemd zijn tot een kruistocht voor de vrijheid, geïnspireerd door grote democratische figuren, een klein genie “dat boeken van Nelson Mandela of Martin Luther King zou hebben gelezen”. Zijn ouders hebben hem niet in die zin opgevoed, en ze hebben hem evenmin warm gemaakt voor de jaarlijkse herdenking op 4 juni van de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking in 1989. Die studentenrebellie werd in bloed gesmoord door de ordetroepen – schattingen lopen uiteen van 400 tot 2.600 doden. Traditioneel houden duizenden inwoners van Hongkong op 4 juni een nachtelijke bijeenkomst in het Victoriapark. “De eerste kaarswake die ik heb bijgewoond, was met mijn klas, niet met mijn ouders.”

Het is allemaal veel simpeler, verzekert hij ons. Het is het verhaal van zijn generatie, die zichzelf een politiek bewustzijn heeft bijgebracht via het internet. De aanleg van de hogesnelheidslijn aan het einde van het vorige decennium heeft een storm van protest veroorzaakt bij de burgerbevolking. Als schooljongen is hij toen zelf niet mee gaan betogen, maar hij heeft er wel veel artikels over gelezen die op sociale media werden gedeeld. “Voor mij ging het niet zozeer om die hogesnelheidslijn. In 2010 begreep ik voor het eerst dat je met een beweging druk kon uitoefenen en dingen kon veranderen, in plaats van te moeten wachten tot je afgestudeerd was aan de universiteit en een technocraat kon worden.”

Zelf is Joshua Wong een zeer middelmatige student geweest, en dat heeft hij ook nooit proberen te verhullen. Hij is wel discreet over de reden waarom hij het zo lastig had om te studeren: hij heeft dyslexie. Toch is hij erin geslaagd af te studeren aan het lyceum en mocht hij zich inschrijven aan de universiteit, op zich al een succes in het ultracompetitieve schoolsysteem van Hongkong. Voor die prestatie heeft hij overigens een prijs gekregen van de onderwijsstichting Szeto Wah, genoemd naar de historische leider van de democratische beweging, die in 2011 is overleden. Zelf ziet hij de stotterende redenaar Demosthenes uit de Griekse oudheid, de hardnekkige tegenstander van Alexander de Grote, als zijn grote voorbeeld.

In mei 2011 heeft hij de leerlingenvakbond Scholarism opgericht aan het lyceum, samen met de twee jaar oudere Ivan Lam, uit protest tegen de invoering van communistische propaganda in het lesprogramma van de scholen in Hongkong. De tv-zenders waren stomverbaasd toen ze ontdekten dat een bijziende jongeman van amper 1,5 meter groot met een gek kapsel in staat was zijn medescholieren, die anders zo volgzaam waren, op te zwepen tot hardnekkige protesten. “Joshua was toen al een bevlogen spreker”, bevestigt Lee Cheuk-yan, secretaris-generaal van de vakbondsvereniging van Hongkong. “En hij gaf al op zeer jonge leeftijd blijk van een ongelooflijk organisatietalent.”

Hoewel hij toen amper vijftien jaar was, besloot de Chinese veiligheidsdienst hem af te luisteren en werd zijn account op de blogwebsite Sina Weibo afgesloten. De media beschuldigden hem ervan dat hij een agent van de CIA was. Maar de jonge scholier viel niet te intimideren: “Al die pesterijen hebben me alleen maar vastberadener gemaakt. In vergelijking met wat vijftienjarige scholieren vandaag moeten doorstaan, die worden beschoten met rubberkogels en uiteengedreven met traangas, is wat ik zeven jaar geleden heb meegemaakt een gezellig uitje.”

In 2014 was Occupy Central, later omgedoopt tot de Paraplurevolutie, evenmin een gezondheidswandeling. Aanvankelijk wisten de manifestanten niet zo goed wat ze wilden. Op 27 september beklom een honderdtal mensen, aangevoerd door de studentenleider, de hekken rond het gouvernement om te proberen het Burgerplein te bezetten, dat symbool staat voor de macht en dat kort tevoren was gesloten voor het publiek om te voorkomen dat het zou worden bezet, net als de naburige straten. Na een spectaculaire arrestatie en 48 uur in de cel werd Joshua Wong het bekendste gezicht van het oproer.

Rubberkogels

Maar amper 79 dagen later was het verzet als vanzelf verdampt zonder dat er ook maar iets was bereikt. De overheid deed tal van beloften, maar daar is nooit iets van in huis gekomen. “Uiteraard voelden we ons toen verslagen en gedeprimeerd”, geeft hij toe. “Maar zonder de Paraplurevolutie zouden we nooit de burgeropstand van 2019 hebben gekend. Omdat we toen hebben begrepen waar onze grenzen lagen, hebben we vooruitgang kunnen boeken.”

Joshua Wong was een van de weinigen die de strijd wilde voortzetten. “Na 2014 was de samenleving veel somberder geworden, niemand geloofde er nog in”, zegt Amon Yiu (28), lid van Demosisto. “Behalve Joshua. Hij is een eeuwige optimist. Begin 2019 heb ik hem bezocht in de gevangenis. We zaten in de spreekkamer en konden elkaar via een microfoon spreken, achter glas en met bewakers naast ons. Joshua praatte tegen mij alsof er niets aan de hand was, hij had het over een Koreaanse film die net uit was.”

Rubberkogels

Joshua Wong werd in 2018 veroordeeld tot drie maanden cel omdat hij had geprobeerd op het Burgerplein te raken, maar hij heeft slechts twee maanden vastgezeten. Na de beroepsprocedure vloog hij in mei 2019 opnieuw voor een maand in de cel, maar hij wil benadrukken dat hij geen enkele vorm van geweld heeft ondergaan. Hij kreeg alleen geen toegang meer tot het internet. “Alles samen heb ik niet meer dan honderd dagen in de gevangenis doorgebracht”, minimaliseert hij zijn straf. “Benny Tai (de initiatiefnemer van Occupy Central, red.) heeft zes jaar gekregen, dat valt niet te vergelijken. De prijs die ik heb moeten betalen, is zeer gering te noemen als je ziet hoeveel activisten die alles hebben opgeofferd, gefolterd zijn of nog in het ziekenhuis liggen, of hoe werknemers hun job zijn kwijtgeraakt omdat ze openlijk de opstand hebben gesteund.”

Marionet van de VS

Toen Joshua Wong in mei weer naar de gevangenis moest, kwam het protest pas goed op gang. Bij zijn vrijlating op 17 juni had er net een massabetoging plaatsgevonden waaraan volgens de organisatoren minstens twee miljoen mensen hadden deelgenomen. Een absoluut record voor een stad met 7,5 miljoen inwoners. Maar zijn positie binnen de beweging is veranderd. “Sommigen die radicaler zijn dan hij, bekritiseren hem: ze vinden dat hij meer en meer op ons lijkt”, zegt syndicalist Lee Cheuk-yan. ‘Ons’, dat zijn de democraten die volgens de jongste generatie veel te passief zijn gebleven toen Peking meer en meer greep op de voormalige kroonkolonie probeerde te krijgen. Bij de protesterende jeugd wordt de Paraplubeweging ingehaald door regionalisten die de onafhankelijkheid van Hongkong eisen, iets wat nochtans grondwettelijk verboden is. Bij de 18- tot 29-jarigen is slechts 16 procent nog trots op zijn Chinese nationaliteit, volgens een peiling in juni 2018.

Joshua Wong denkt niet dat hij een politicus zoals alle anderen is geworden: “Ik ga nog elke keer mee betogen! Maar we zijn op twee vlakken tegelijk actief: er is het activisme van de straat en er is de campagne in de media, en dat al zeven jaar lang.” Op de vraag of hij de meer radicale acties steunt, zoals de bezetting van de universiteitsgebouwen en het gebruik van molotovcocktails tegen de politie, blijft Joshua Wong op de vlakte: ‘Ik verwacht niet dat de internationale gemeenschap alle acties van de manifestanten goedkeurt.”

Wegens de mogelijke juridische gevolgen moet Wong erg voorzichtig zijn in zijn verklaringen en vermijdt hij confrontaties met de politie. Hij was er bijvoorbeeld niet bij toen demonstranten op 1 juli het gebouw van de wetgevende raad binnendrongen. Op 21 juni was hij minder voorzichtig toen hij zich tussen manifestanten bij een politiecommissariaat bevond. Op 30 augustus werd hij gearresteerd en moest hij voor de rechter verschijnen voor het aansporen, de organisatie van en de deelname aan een niet-toegelaten bijeenkomst. Daarna werd hij op borgtocht vrijgelaten in afwachting van zijn proces.

Hij heeft desondanks wel de toelating gekregen om half september naar Duitsland en de VS te reizen. Hij mocht speechen voor de Amerikaanse Senaat en het Congres en na zijn tussenkomst hebben ze de Hongkong Human Rights and Democracy Act goedgekeurd, die wel nog door president Donald Trump moet worden ondertekend. Dat succes heeft echter ook een keerzijde: hij voedt zo nog meer de complottheorieën als zou hij niet meer dan een marionet van de Amerikanen zijn.

In december hoopt hij hetzelfde te kunnen doen tijdens een tournee langs Berlijn, Brussel, Parijs, Londen en Rome. De rechters zijn echter nog niet klaar met Joshua Wong. Op dinsdag 19 november moet hij zich aanbieden bij het hooggerechtshof in Hongkong, dat zich zal buigen over zijn verzoek om nog eens het uitreisverbod op te heffen. Aan de voet van de wolkenkrabbers ademt het houten hekwerk van het gerechtsgebouw ijskoude bureaucratie uit. Wong heeft voor de gelegenheid zijn zwarte T-shirt geruild voor een stijlvol hemd. Zijn advocaat, een zelfverzekerde jonge wolf van de balie, speelt al meteen zijn enige troef uit, een brief van een zekere Lord Elton uit Liverpool die Wong uitnodigt naar Londen om de Prijs van Westminster voor de mensenrechten in ontvangst te nemen. De procureur, een norse juriste in een zwarte toga, haalt al even snel het document onderuit: ze wijst op de zeer recente datum van de uitnodiging, overduidelijk een poging om een wankele zaak te redden.

Marionet van de VS

Wong zit nerveus op zijn bank te schuiven, hij bladert in zijn dossier en fluistert iets in het oor van een juridische assistent. Zijn advocaat draait zich geïrriteerd om en doet hem teken dat hij zich koest moet houden. Maar in een even voortreffelijk als neerbuigend victoriaans Engels draagt de rechter zijn droom van een grote Europese tournee ten grave: “De verdachte zou zijn talenten beter gebruiken om Hongkong te helpen de kalmte te herwinnen in plaats van zijn energie in het buitenland te verspillen.” Wong en zijn advocaat verlaten verslagen de rechtszaal. Over de grond van de zaak wordt later een arrest geveld. Zal hij terug naar de gevangenis moeten? “Dat zou me niet verbazen”, reageert de onverbeterlijke optimist stoïcijns.

Tsunami

De goede raad van mevrouw de rechter is niet in dovemansoren gevallen bij hem. Op zondag 24 november trekt Hongkong naar de stembus voor de lokale verkiezingen. Wong heeft een mooie blauwe jas aangetrokken en begeeft zich naar het stembureau van zijn wijk, South Horizons West, in het zuiden van het schiereiland. Vlak voor het weekend hebben de manifestanten en de politie de wapens neergelegd, en de bezetters van de universiteitsgebouwen verlaten in groepjes de campus. Slechts een paar volhouders blijven er nog ronddolen. Ivan Lam, de voorzitter van Demosisto, heeft tot dan zijn arrestatie weten te voorkomen.

Wong wilde zelf verkozen worden tot raadslid, maar eind oktober is zijn kandidatuur niet weerhouden door het kiescomité. Als enige van meer dan duizend kandidaten mag hij zich niet verkiesbaar stellen, onder het voorwendsel dat hij een voorstander van de onafhankelijkheid zou zijn. De secretaris-generaal van Demosisto beseft maar al te goed dat de afscheiding een rode streep is voor Peking. Hij heeft het dus liever over zelfbeslissingsrecht en wil de inwoners van Hongkong de mogelijkheid bieden om zich uit te spreken over wat er na 2047 moet gebeuren, wanneer de ‘één land, twee systemen’-oplossing van Deng Xiaoping overgaat in de definitieve teruggave van de voormalige kroonkolonie aan China. Die gematigde stellingname verklaart ook Wongs imago van halfzachte leider bij de regionalisten, die onomwonden strijden voor de onafhankelijkheid en die daar al een zware tol voor hebben moeten betalen. De jonge politicus Edward Leung (28) zit bijvoorbeeld een celstraf van zes jaar uit omdat hij tot geweld zou hebben aangezet en agenten zou hebben aangevallen.

Het stembureau van South Horizons West is nog niet geopend, maar er strekt zich al een lange rij wachtenden uit over de hele lengte van de straat. De journalisten verdringen zich rond Joshua Wong, die een korte verklaring aflegt: “Ik ben niet verkiesbaar, maar ik wil iedereen oproepen om te stemmen en zo ons ongenoegen duidelijk te maken aan Peking!” Een oproep die de vastberadenheid van het democratische kamp samenvat, dat bestaat uit een amalgaam van partijen, waarvan Demosisto de jongste is: deze verkiezingen moeten op een overwinning van de proteststemmers uitdraaien.

Voor hij de rest van de dag pamfletten gaat uitdelen voor bevriende kandidaten, heeft Joshua Wong in de rij gestaan zoals bijna elke inwoner van Hongkong. De reporters verdringen elkaar om hem nog enkele woorden te ontfutselen en duwen zelfs de andere kiezers weg. “Alstublieft, gaat u toch eens opzij, laat de mensen toch door!”, vermaant de politieke ster hen ten slotte. De media hebben van hem een veel belangrijker fenomeen gemaakt dan hij voor zijn stadsgenoten is: een studentenleider van vroeger, die weliswaar op handen wordt gedragen door een deel van de jeugd.

Om wereldwijd steun los te weken, geeft hij dagenlang interviews. Hij wijst buitenlandse correspondenten er geërgerd op dat ze eerst zijn Wikipedia-pagina moeten lezen in plaats van altijd maar dezelfde verhaaltjes te herkauwen. “Ik kan niet meer tegen die journalisten die keer op keer het cliché blijven herhalen dat de inwoners van Hongkong fiftyfifty zijn verdeeld”, benadrukt hij. “Dat is helemaal verkeerd, de verhouding is minstens 80-20. Wij hebben een zeer brede basis bij de bevolking.”

De tsunami in het voordeel van het democratische kamp heeft hem daarin bevestigd: ze halen zeventien van de achttien zetels binnen. Maar na de politieke aardverschuiving lijken Peking en de lokale overheid niet geneigd de dialoog aan te gaan. Noch het ontslag van Carrie Lam, de omstreden bestuurster van de stadstaat, noch onderhandelingen met de oppositie staan op de agenda.

Toch geeft de overwinning de beweging nieuwe moed voor 2020, zegt Joshua Wong. Wat hem betreft: hij is niet van plan de Chinese leiders rustig te laten slapen. “We zullen eens zien hoeveel keer ze me nog gaan verhinderen me verkiesbaar te stellen. Ik heb tijd tot in 2047!” Hij zal dan 51 jaar zijn.

© 2019 Le Point / Jérémy André

Vertaling: House of Words