Onderzoek naar online kinderporno vanaf nu met slimme software

Het politieteam dat online de meldingen van kinderporno onderzoekt, krijgt extra hulp van nieuwe slimme software. De analyse zal daardoor sneller gaan, want het programma kan bepalen welke beelden prioriteit moeten krijgen.  

Vijf mensen van de federale politie staan in voor het onderzoek van online kinderporno.  Ze analyseren de beelden die via meldingen binnen komen. Dat aantal steeg op korte tijd exponentieel. In 2015 ging het om 2.500 nieuwe meldingen, drie jaar later waren dat er al 18.000.

De sectie Child Abuse werkt vandaag al met slimme software die nieuwe meldingen vergelijkt met beelden in een grote internationale databank van Interpol. Zo kan het team zien of er al informatie is over de beelden. Op basis daarvan wordt momenteel handmatig bepaald welke beelden prioriteit krijgen.

Vanaf nu zal ook dat geautomatiseerd worden. De nieuwe software heeft acht parameters. In eerste instantie gaat dat over de mogelijkheid tot identificatie via bijvoorbeeld een IP-adres of email.

Bij het analyseren van de misbruikbeelden zelf volgt dan de vraag of het kind en/of de dader gekend zijn. Is het kind al geïdentificeerd en de dader veroordeeld? Dan is het versturen of online verspreiden van de kinderporno nog altijd strafbaar, maar is het kind niet meer in gevaar, De melding zakt dan in prioriteit.

Is het slachtoffer nog niet gekend, dan zal de software de zaak als extra dringend beschouwen, want dan kan het een nieuw slachtoffer zijn. Maar ook: komt de persoon die de beelden verspreidt al eerder voor in de database, dan stijgt de prioriteit. 

De nieuwe software wordt vanaf nu getest. Yves Goethals, het diensthoofd van de sectie Child Abuse verwacht nog een tijdje problemen, maar eenmaal de bugs eruit gehaald zijn zou de software veel tijd moeten uitsparen.

Meest gelezen